Woordenboek

Software die als een online dienst (via internet) wordt aangeboden. De klant hoeft zelf niets aan te schaffen of te beheren en betaalt slechts voor het gebruik.

Een architectuur die dient als koppeling tussen servers en opslagapparaten (zoals disk arrays, tape libraries en optical jukeboxes) op zo'n manier dat het voor het besturingssysteem lijkt alsof het opslagapparaat direct is aangesloten.

Systeemmanagementsoftware van Microsoft voor het beheer op afstand van grote aantallen computers die draaien onder Windows Desktop, Windows Embedded, OS X, Linux, UNIX of een van de mobiele besturingssystemen. Onderdeel van Microsoft System Center en voorheen bekend als Systems Management Server.

Een principe waarbij door middel van het verbeteren van processen en samenwerking met leveranciers en afnemers een betere functionaliteit van het deelnemende bedrijf in de logistieke keten ontstaat.

Raamwerk voor agile management (behendig beheren) van softwareontwikkeling met multidisciplinaire teams die in korte sprints (iteraties) werkende software opleveren.

Faseringsmethode voor de ontwikkeling van informatiesystemen.

Een architectuur die het leveren van applicatie services/diensten loskoppelt van de fysieke infrastructuur door netwerkfuncties te virtualiseren.

Het geheel van preventieve, detectieve, repressieve en correctieve maatregelen, procedures en processen om de beschikbaarheid, exclusiviteit en integriteit van informatiesystemen binnen een organisatie te garanderen.

Het geheel aan activiteiten bedoeld om een webpagina hoog te laten scoren in de organische zoekresultaten van een zoekmachine, op de voor die webpagina relevante trefwoorden.

Het opdelen van één apparaat in meerdere virtuele machines, waardoor het mogelijk is om meerdere systemen te laten werken op één fysieke hardware-omgeving.

Resultaatverantwoordelijke eenheden binnen een organisatie die werken op basis van een service level agreement.

Platform van Microsoft dat dient als een raamwerk voor het opzetten van een website voor informatie-uitwisseling en online samenwerking binnen een groep of organisatie.

Protocol om multimediacommunicatie (audio-, video- en andere datacommunicatie) mogelijk te maken, wordt onder meer gebruikt voor Voice over IP (VoIP).

Type overeenkomst waarin afspraken staan tussen aanbieder en afnemer van een dienst of product.

Het met behulp van ICT op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze plannen, implementeren en controleren van procedures voor de opslag, afhandeling en transport van goederen en bijbehorende informatie en communicatie vanaf de bron tot het punt van gebruik, rekening houdend met planningen, mensen (overheids)beleid en infrastructuur.

Protocol dat werkt over een IP-netwerk voor het beheren van systemen die op dit netwerk zijn aangesloten.

Softwarearchitectuurmodel dat als doel heeft diensten (applicaties) los te koppelen en onafhankelijk te maken van de onderliggende technieken (infrastructuur).

Computerprotocol dat wordt gebruikt voor communicatie tussen verschillende componenten via XML-berichten, meestal verstuurd over HTTP, maar ook over SMTP, HTTPS of FTP.

Deelgebied van de informatica dat zich bezighoudt met alle aspecten van het bouwen van betrouwbare informatiesystemen.

Het exploiteren, onderhouden, bewaken en administreren van alle binnen een organisatie aanwezige applicatie- en systeemsoftware.

De waarschijnlijkheid dat een softwaresysteem een bepaalde functie foutloos uitvoert onder bepaalde omstandigheden voor een bepaalde periode in tijd.

Standaardtaal voor het definiëren, manipuleren en beheren van gegevens in een relationeel database management systeem.

Snel opslagmedium dat gebruik maakt van niet-vluchtig (flash) of vluchtig (SDram) geheugen als alternatief voor de met bewegende delen uitgeruste traditionele harde schijf.

Encryptie-protocol dat de communicatie en privacy op iternet beveiligt en waarborgt. Opgevolgd door Transport Layer Security (TLS), maar nog steeds vaak aangeduid als SSL.

Apparaten in een netwerk die (in tegenstelling tot een hub) de afzender- en bestemmingadressen van gegevenspakketten kan herkennen en de pakketten zo kan doorsturen naar de juiste poort.