Computable Career Guide - Willem van der Poel: een avonturier in de techniek

Willem van der Poel

een avonturier
in de techniek

Willem – Wim – Louis van der Poel (1926-2024) is een van de belangrijkste Nederlandse computerpioniers geweest. Hij stond aan de wieg van de Ptra en de Zebra, behorend tot de eerste generatie elektronische rekenautomaten in Nederland. Aan de Technische Universiteit Delft gaf hij colleges over onder meer toegepaste logica. Oud-student en inmiddels ook oudgediende in de ict-sector Frank van Iersel vond zijn college-aantekeningen weer en blikt terug.

Tekst: Rik Sanders Beeld: Sam Rentmeester

Willem van der Poel groeide op in Den Haag en raakte al vroeg geïnteresseerd in elektronisch rekenen. In 1950 haalde Van der Poel zijn ingenieursdiploma Technische natuurkunde aan de Technische Hogeschool in Delft, met als afstudeeropdracht een ontwerp voor een relaiscomputer (de Testudo; studenten na hem completeerden de machine in 1952). Daarna kwam hij in dienst bij het Dr. Neher-laboratorium van de PTT, waar hij zich verder specialiseerde in het ontwerpen en bouwen van de eerste Nederlandse computers en programmeertalen. In deze naoorlogse tijd werd er in Nederland op drie verschillende plaatsen gebouwd aan elektronische rekenmachines. Naast de PTT waren dat het Mathematisch Centrum in Amsterdam (het huidige CWI) en het Natuurkundig Laboratorium van Philips.

Ptera en Zebra

De mathematische afdeling (‘Neher-lab’) van de PTT stond onder leiding van de elektrotechnicus Leen Kosten. Hij bedacht het ontwerp voor de Ptera (PTT Elektronische RekenAutomaat) die door de groep waarvan Van der Poel deel uitmaakte, werd gebouwd. In 1953 werd de Ptera8 (een vacuüm tube machine), in gebruik genomen, algemeen gezien als de eerste Nederlandse computer waar daadwerkelijk mee is gewerkt. Van der Poel promoveerde in 1956 aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam op het onderzoek ‘De logische principes van enkele eenvoudige computers’. Promotor was Aad van Wijngaarden, op dat moment de enige hoogleraar computerwetenschap in Nederland (en hoofd van het Mathematische Centrum in Amsterdam). In zijn proefschrift beschreef Van der Poel ook het ontwerp van de Zebra, de Zeer Eenvoudige Binaire Reken Automaat die in 1958 door het Neher-laboratorium op de markt werd gebracht (waarbij de productie was uitbesteed aan het Engelse Standard Telephone and Cables). In totaal werden 55 Zebra’s internationaal in gebruik genomen. In Delft, Utrecht en Groningen was de Zebra destijds de enige computer op de universiteit.

De eerste versie van de Zebra werkte met elektronenbuizen, latere versies werden opgebouwd uit transistoren. Van der Poel schreef in 1996 nog een artikel over de evolutie van de machine. Jaren later, in 2019, blikt hij er, 92 jaar oud, in een interview met het blad ‘Nieuw Archief voor Wiskunde’ nog uitgebreid op terug. Hij wijst dan naar een kleine printplaat op zijn bureau in de studeerkamer, een Raspberry Pi-computer, en roept: ‘Hier, dat kleine dingetje, daar zit de hele Zebra in!’ Tot op hoge leeftijd was Van der Poel nog actief bij de ‘keldermannetjes’ die in de kelder van de EWI-toren van de TU Delft aan de elektrische apparaten van de studieverzameling werken en er rondleidingen geven. Daar stond ook een Zebra tussen, al was die niet compleet. Het was overigens zijn droom om zijn eerste rekenautomaat Testudo uit zijn studie daar in oude glorie te kunnen herstellen. Dat is er niet meer van gekomen.

Toegepaste logica

Vanaf 1962 was Van der Poel, naast zijn werk voor het Neher-laboratorium, hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. Eerst op een buitengewone leerstoel in de theorie en bouw van computers (toegepaste logica) in deeltijd en vanaf 1967 als voltijds hoogleraar (tot in 1991). Daardoor stopte hij in dat jaar met zijn werk bij het Neher-lab. ‘Ik heb tijdens mijn studie elektrotechniek en mijn specialisatie in de schakeltechniek in 1962 college bij hem gelopen’, vertelt Frank van Iersel, die er een rijke ict-loopbaan op heeft zitten (zie kader). ‘Dat vak heette toegepaste logica. Ik heb mijn handgeschreven aantekeningen van dat college nog steeds. We leerden over de TR4, een Telefunken-computer, programmeertalen en hoe je een probleem structureert in een taal.’

Het is interessant om te zien wat er in de jaren 60 allemaal nieuw voor ons was, vindt hij. ‘Dat waren soms, achteraf beschouwd, simpele zaken zoals een basisconcept van een computerconfiguratie, het begrip ‘programmeren’ of de noodzaak van een computertaal.  Maar het ging ook over de structuur van verschillende computertalen, zoals Lisp en Algol 60, en over de wens om talen onafhankelijk van de hardware te ontwikkelen.’ Bladerend door zijn klapper met oude college-aantekeningen – ‘kijk, op deze pagina staat bij een rijtje termen bovenaan gekrabbeld ‘in Duitsland is het allemaal Duits’ (lacht)’ – stelt Van Iersel vast dat die een goed beeld geven van de state-of-the-art in die tijd. Die geest van pionieren, van bouwen aan iets nieuws zonder blauwdruk, spreekt hem nog altijd aan. ‘Het type mensen dat in vroegere tijden naar de koloniën was gegaan’, zegt hij met een glimlach. ‘Avonturiers, maar dan in de techniek.’

Erfgoed

Van der Poels invloed is volgens Van Iersel nog steeds voelbaar, al is het vaak indirect. ‘Veel van de ideeën over taalstructuur, over hoe je een systeem logisch opbouwt, komen uit die tijd. En Van der Poel zat daar middenin. Hij was praktisch ingesteld. Een ingenieur die bouwde, die dingen ontwierp. Geen luchtfietserij, maar concrete schakelingen en systemen. Hij bouwde geen computers om de theorie te bewijzen, maar om ze te laten werken op een logische, gestructureerde manier.’ Wat Van Iersel zorgen baart, is dat de kennis van mensen als Van der Poel en de generatie daarna langzaam verdwijnt. Bij de Studieverzameling EWI in Delft is nog wel wat van de erfenis van Van der Poel terug te vinden maar over het geheel genomen ontbreekt het overzicht. ‘Er is geen echt computermuseum in Nederland. Er zijn wel wat plekken waar ze aandacht hebben voor ons ict-erfgoed, maar niet op een gestructureerde manier met een langetermijnvisie. Doodzonde, want zo dreigt al die kennis verloren te gaan.’

College-aantekeningen van Frank van Iersel

Frank van Iersel

Frank van Iersel werkte onder andere bij Philips, Alpha Computer Diensten en James Martin Associates en is mede-oprichter van adviesbureau Stratix. Hij was een tijdlang bestuurslid van branchevereniging Cosso en als adviseur betrokken bij diverse overheidsprojecten, waaronder Surfnet.