Het IBM Institute of Business Value heeft bij 11.500 consumenten en 1.500 managers van autofabrikanten een groot onderzoek gedaan naar de toekomst van de auto-industrie. Opmerkelijkste conclusie: het merk kan steeds minder consumenten schelen. In de toekomst gaat het vooral om de digitale ervaring die de auto kan bieden.
Die tendens heeft uiteraard een grote impact op de autofabrikanten. Autoconstructeurs geven aan dat hun medewerkers urgent moeten worden bijgeschoold vanwege de snelle digitale ontwikkelingen. Voor bijna de helft van de consumenten (48 procent) doet het merk er niet meer toe in 2030. Kosten en (digitaal) gebruiksgemak worden echter almaar belangrijker.
Zeven op de tien ‘automotive executives’ zegt dat het merk op dit moment nog voor concurrentievoordeel zorgt. De helft echter (46 procent) is van mening dat dit tegen 2030 wegebt. Volgens de respondenten verandert ook de rijervaring compleet tegen 2030. Factoren zoals persoonlijke configuratie (61 procent), zelf-diagnose (58 procent) en optimalisatie (58 procent) worden steeds belangrijker. Op dit moment genereert nagenoeg de helft van de fabrikanten (48 procent) omzet door mobiliteitsdiensten. Maar liefst acht op de tien verwacht dat dit verder zal toenemen in 2030.
‘In het volgende decennium evolueren auto’s naar genetwerkte machines die draaien op software’, zegt onderzoeker Ben Stanley. ‘Het concept ‘auto’ staat voor een digitale revolutie waarbij vooral digitale ervaringen de auto er uit zullen laten springen, veel meer dan rij-ervaringen.’
Meer dan acht op tien automanagers zeggen dat ze de strategische waarde van data voor hun industrie erkennen. Die data maken operationele efficiëntiewinsten mogelijk, zetten nieuwe businessmodellen op poten en brengen digitale ervaringen binnen bereik. Voorbeelden daarvan zijn onder meer integratie van de auto met andere persoonlijke apparaten, gepersonaliseerde diensten en de mogelijkheid om de auto te laten inhaken op andere aspecten van het leven van de gebruiker. Opmerkelijk daarbij is dat slechts 18 procent van de leiders in de auto-industrie zeggen dat ze vandaag al met digitale dataplatformen werken.
Een ander aspect van deze evolutie is dat de mensen die auto’s gaan bouwen en ontwerpen andere profielen zullen krijgen dan vandaag. Met gepersonaliseerde digitale ervaringen worden zaken als kunstmatige intelligentie en autonoom rijden standaard, autobouwers zullen zich daaraan moeten aanpassen. De auto-industrie stelt nu zo’n acht miljoen mensen te werk en zal de komende tien jaar zo’n 33 miljard dollar moeten klaarzetten om deze personeelsleden digitale vaardigheden bij te brengen.
DENSO en BlackBerry introduceren digitale cockpitsysteem
DENSO en BlackBerry hebben het eerste geïntegreerde HMI (Human Machine Interface) digitale cockpitsysteem voorgesteld. De technologie wordt aangedreven door BlackBerry QNX en is inmiddels geïnstalleerd in voertuigen van de Japanse autofabrikant Subaru. DENSO Harmony Core, zoals de technologie heet, is vanaf komende herfst in de VS in de nieuwe Subaru Legacy en Outback.
De digitale cockpitoplossing maakt gebruik van BlackBerry QNX Hypervisor (virtualisatie)-technologie om het geïntegreerde beheer van HMI-systemen in voertuigen mogelijk te maken. Huidige voertuigen zijn uitgerust met meerdere HMI-systemen, waarvoor meerdere specifieke besturingssystemen nodig zijn om deze samen te laten werken. Doordat besturingssystemen onafhankelijk van elkaar door meerdere microcontrollers worden aangestuurd, is het niet mogelijk om deze te combineren en coördineren. De Hypervisor-technologie zorgt er voor dat een aantal besturingssystemen met verschillende kenmerken onafhankelijk van elkaar kunnen functioneren. Daarnaast bewerkstelligt deze technologie de integratie met één microcomputer.
Data Bridge Market Research schat de waarde van de wereldwijde markt voor digitale cockpits voor auto’s in 2026 op 37,3 miljard euro. Onderzoek toont daarnaast aan dat de groei in de Advanced Driver Assistance Systems (ADAS)-markt en de stijgende vraag naar elektrische auto’s belangrijke factoren zijn voor de groei van deze markt.
Grote woorden in dit artikel. Het mag best wat concreter worden gemaakt. Ik las onlangs een aardig artikel van een autojournalist over hoe frustrerend slecht de koppeling tussen BMW’s en iPhones werkt, terwijl dit nota bene bij BMW een betaalde dienst is. Bij andere merken, zoals Kia, is dit standaard en werkt het wel goed. Werk aan de winkel voor BMW dus, zonder dat de fabrikant er op kan rekenen dat consumenten extra geld over hebben voor deze functionaliteit. Als he niet standaard aanwezig is zal een aanmerkelijk deel van het publiek simpelweg voor een ander merk kiezen.
Ik wil helemaal geen digitale auto, en ook helemaal geen digitale ervaring tijdens het autorijden. Ik wil een zo goedkoop mogelijke auto, met zo min mogelijk accessoires en opties zodat er ook zo min mogelijk kapot kan gaan (en je weer honderden euro’s kan aftikken bij de dealer voor simpele dingetjes die stuk gaan). Het laatste wat ik wil is een genetwerkte auto waar bepaalde partijen precies kunnen zien waar ik rij. Nee ik wil gewoon zo goedkoop mogelijk van A naar B. Ik wordt ook nooit gevraagd voor dergelijke enquêtes. Ik hoop maar dat ze mijn ideale auto ook blijven ontwikkelen, Ik weiger namelijk pertinent 30.000 euro uit te geven voor een auto. En dat is waar de prijs wel naar toe gaat met al die nieuwe auto-ontwikkelingen. Geef mij maar gewoon een eenvoudige auto van rond de 10.000 die 10 tot 15 jaar lang probleemloos en zonder aanvullende kosten van A naar B rijdt
In Oostenrijk zijn ze veel verder met de digitale auto(-rijder), het principe van 1 en 0 volledig doorgevoerd.
Vol gas (1) en dan vol op de rem (0) is hier normaal.