Als een leverancier niet voldoet aan zijn verplichtingen jegens de opdrachtgever, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade. Een aantal nieuwe verzekeringsprodukten geeft een dekking waarmee opdrachtgever en leverancier de risico’s op adequate wijze kunnen dekken. Zo kunnen leveranciers tegenwoordig ook slechts een deel van de omzet verzekeren.
Reeds enkele jaren kunnen leveranciers in de IT-branche de beroepsaansprakelijkheid voor hun gehele omzet verzekeren. Omdat het verzekeren van de hele omzet vaak onnodig en duur is, zijn er efficiëntere oplossingen gecreëerd. Sinds kort kunnen leveranciers in een aantal gevallen ook een beroepsaansprakelijkheids-polis afsluiten per project of slechts voor een gedeelte van de omzet. Dit betekent misschien een doorbraak in de strijd die vaak over dit onderwerp woedt tussen leveranciers en opdrachtgevers.
Dit artikel gaat in op deze nieuwe verzekeringsmogelijkheden.
Uitgangspunt bij de project-IT polis is dat een aantal opdrachtgevers van hun IT-leveranciers eisen dat zij een beroepsaansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
Helaas waren verzekeraars in het verleden alléén bereid deze polis aan leveranciers af te geven als de gehele omzet werd verzekerd. Als argument gold dat verzekeraars niet wilden dat de krenten uit de ‘risico-pap’ werden gehaald. Omdat de premie (uitgedrukt in een permillage) wordt berekend over de omzet, kan dat voor de leverancier een kostbare aangelegenheid zijn. Veel leveranciers opperden dat onderdelen van hun omzet geen of weinig risico’s met zich meebrachten, bijvoorbeeld opleidingen of detacheringen. Waarom zouden ze dus de gehele omzet verzekeren?
Momenteel is het in een aantal gevallen mogelijk om alleen die projecten te verzekeren waarvoor de opdrachtgever een beroepsaansprakelijkheidsverzekering eist. Als de opdrachtgever expliciet een verzekering eist, blijkt hij vaak ook bereid te zijn om (een gedeelte van) de premie te betalen.
Voor het vaststellen van de premie moet wel de nodige informatie over het project worden verstrekt, zoals een omschrijving van de werkzaamheden, het honorarium, de duur en de ervaring van de leverancier. Omdat er altijd een minimumpremie per project bestaat, is de verzekering alleen interessant voor projecten van enige omvang. De ervaring leert dat de minimumpremie per project vijf duizend gulden bedraagt bij een verzekerd bedrag van één miljoen gulden en een eigen risico van tienduizend gulden.
Deel omzet verzekerd
Het is mogelijk dat een gedeelte van de omzet van een leverancier geen of weinig risico met zich meebrengt. Daarbij valt te denken aan detacheringen, opleidingen, standaard software pakketten en haalbaarheidsstudies.
Momenteel kan men onderdelen van de omzet verzekeren. Daarbij geeft de leverancier – de verzekeringsnemer – aan welke onderdelen wel en welke niet moeten vallen onder de dekking van de beroepsaansprakelijkheids-polis. Hij betaalt uiteraard alleen premie over de verzekerde omzet. Om misverstanden en teleurstellingen bij schade te voorkomen is het van groot belang dat de polis-omschrijving van de verzekerde activiteiten geen onduidelijkheden bevat. Bij twijfel doet men er verstandig aan om toch het gehele project aan te melden. Dit geldt in het bijzonder voor projecten betreffende advies, gevolgd door levering en implementatie. Voordeel van deze gestripte omzet-polis in vergelijking met de project-IT-polis is dat niet ieder project afzonderlijk aangemeld hoeft te worden. Bovendien is deze polis uiteraard goedkoper dan de omzet-polis.
Verzekeren op jaarbasis
Uitgangspunt bij de declaratie-polis is dat een aantal projecten op jaarbasis verzekerd wordt. Vooraf wordt een raam-polis opgesteld, waarin de voorwaarden in overleg worden vastgelegd. Deze vermeldt onder andere het verzekerde bedrag, het eigen risico, de dekking en een marge waarbinnen de premie zich zal bewegen. De polis heeft als voordeel dat bij het aanmelden van een nieuw project betrekkelijk snel dekking te geven is.
Bij declaratie-polissen moet wel een vooraf vastgesteld voorschot op de jaarpremie worden betaald. Gedurende het jaar wordt de premie per gedeclareerd project als het ware afgeschreven van het voorschot, totdat dit is opgesoupeerd. Daarna wordt premie bijbetaald.
Volledigheidshalve moet ook de traditionele omzet-polis genoemd worden, waarbij de totale omzet van de leverancier wordt verzekerd. Dat is misschien niet de meest efficiënte verzekeringswijze, maar wel de meest complete dekking. De premie wordt geheven over de totale geschatte jaaromzet. Als de werkelijke jaaromzet achteraf hoger blijkt te zijn dan de geschatte, betaalt de verzekerde over het meerdere een aanvullende premie. Als het bedrag kleiner is, ontvangt de verzekerde een deel van de premie. De voordelen hiervan zijn dat alle activiteiten automatisch zijn verzekerd en dat er geen melding van projecten en uitwisseling van gegevens per project nodig zijn.
Dekking van ‘vermogensschade’
Tot op heden werden de algemene aansprakelijkheidsverzekering (avb) en de beroepsaansprakelijkheids- verzekering (ba) altijd in twee aparte polissen afgesloten. Tegenwoordig is het in een aantal gevallen mogelijk om een gecombineerde polis af te sluiten, die beide risico’s dekt. Deze polis blijkt vaak een interessant premievoordeel op te leveren. Bovendien is het verstandig om beide risico’s bij dezelfde verzekeraar onder te brengen, zodat bij een onverhoopte schade geen discussie tussen de avb- en ba-verzekeraar ontstaat.
Een algemene aansprakelijkheidsverzekering geeft alleen dekking indien er sprake is van zaak(materiële)schade en letselschade. Dit soort schades vindt bij automatiseringsprojecten meestal niet plaats. Vaak ontstaat bij automatiseringsprojecten immateriële schade, in de verzekeringsbranche ook wel vermogensschade genoemd. Deze schade wordt nu juist wel gedekt onder een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Het is dan ook begrijpelijk dat opdrachtgevers steeds vaker zo’n verzekering van de leverancier willen zien.
‘Gevolgschade’ claimen
De tijd is voorbij dat leveranciers moeiteloos hun leveringsvoorwaarden kunnen opleggen aan hun opdrachtgevers. Door het volwassen worden van de branche en de overvloed van aanbieders veranderde de verkopersmarkt in een kopersmarkt. Hierdoor gingen de opdrachtgevers de laatste jaren in toenemende mate bepalen wat er in de contracten over aansprakelijkheid komt te staan. Het ligt dan ook voor de hand dat zij zoveel mogelijk aansprakelijkheidsverplichtingen bij de leverancier neerleggen.
De meest gehanteerde voorwaarden van opdrachtgevers zijn de ‘modelcontracten automatisering’, die aan het eind van de jaren tachtig zijn opgesteld door het Ministerie van Binnenlandse zaken. Deze contracten zijn bekend als de ‘Biza-contracten’. Bij contract-onderhandelingen tussen opdrachtgever en leverancier blijkt dat de aansprakelijkheidsparagraaf uit het Biza-contract vaak een struikelblok vormt. Opdrachtgevers willen dat de leverancier die een (beroeps)fout maakt in de door hem geleverde diensten of produkten ook opdraait voor de door de opdrachtgever (of door derden) geleden schade. Steeds vaker wordt naast de directe schade ook ‘gevolgschade’ door de afnemer geclaimd.
Het is gebruikelijk dat de leverancier zijn aansprakelijkheid in leveringsvoorwaarden beperkt, bijvoorbeeld tot de hoogte van de contractwaarde.
De Fenit-voorwaarden, die IT-leveranciers over het algemeen hanteren, beperken in artikel 10 de aansprakelijkheid tot vergoeding van de directe schade, met als maximum het bedrag van de voor die overeenkomst bedongen prijs. Bij een duurovereenkomst van meer dan een jaar is de directe schade beperkt tot een miljoen gulden. Er wordt een duidelijke omschrijving gegeven van wat directe schade is.
De aansprakelijkheid voor schade door dood of lichamelijk letsel of voor materiële schade bedraagt in geen geval meer dan 2,5 miljoen gulden per gebeurtenis. Vervolgens wordt bepaald dat de aansprakelijkheid van de leverancier voor indirecte schade is uitgesloten. Vooral dat laatste is voor opdrachtgevers vaak niet acceptabel en staat in schrille tegenstelling tot wat op dit gebied wordt bepaald in de Biza-contracten.
In de verzekeringsparagraaf van het Biza-contract wordt ondermeer bedongen dat de leverancier een algemene aansprakelijkheidsverzekering (avb-polis) heeft afgesloten met een optie tot het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering (ba-polis). De eis tot het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheids stuit bij een aantal leveranciers op bezwaren. Leveranciers komen hierdoor op hogere kosten. Bovendien konden zij zo’n polis tot voor kort alleen afsluiten als zij hun totale omzet verzekerden. Dat maakt deze polis uiteraard erg duur.
Er is slechts een beperkt aantal verzekeraars actief in de aansprakelijkheidsmarkt. De hier genoemde verzekeringsprodukten blijken de risico’s van opdrachtgevers en leveranciers op adequate wijze te dekken.
F.W. Warmelink is directeur bij Aon Hudig Makelaars in Assurantiën te Rotterdam.
Voorbeelden van aansprakelijkheidsschaden
Een leverancier krijgt opdracht om voor een groothandel een systeem te bouwen met een capaciteit van tweeduizend transacties per dag. Na oplevering van het systeem blijken de responstijden extreem lang te zijn, waardoor slechts een beperkt aantal transacties per dag verwerkt kan worden. De opdrachtgever stelt de leverancier aansprakelijk voor de schade die hij lijdt in de vorm van extra kosten en omzetverlies. Verzekeraars betalen een bedrag van meer dan één miljoen gulden.
Een andere softwareleverancier heeft een pakket voor gemeenten ontworpen voor het innen van belastingen. Na oplevering loopt het systeem vast. Dit komt ondermeer doordat de ontworpen programmatuur niet geschikt blijkt voor de eveneens geadviseerde hardware. Het innen van de lokale belastingen loopt hopeloos vast. Later blijken ook andere gemeenten met hetzelfde euvel te kampen. De gemeente stelt de leverancier aansprakelijk voor de geleden schade in de vorm van gemaakte kosten en gemiste inkomsten. De schade bedraagt rond de tweehonderdduizend gulden.
Er wordt vaak een beroepsaansprakelijkheidsverzekering geeist. Een beroepsaansprakelijkheidsverzekeirng is erg belangrijk voor ict-bedrijven. Je wilt natuurlijk niet voor hoge schadeclaims komen te staan.
Let op de kleine lettertjes, want de dekking is vaak lang niet zo groot als er gesuggereerd wordt en deze geldt ook in minder situaties dan je in eerste instantie zou denken. Laat er eventueel door een bevriende jurist naar kijken.
Opdrachtgevers moeten zich niet blind staren op ba- en avb-polissen. Een echt goede dekking kost veel, heel veel en de premie en de afsluitkosten worden doorbelast.
Probeer vooral ook een regeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer te maken over wie welke risico’s moet nemen. Dan kom je ergens uit tussen de Biza- en Fenit-voorwaarden.
Als ICT-dientverlener kan je voor een groot project altijd nog een extra verzekering afsluiten bovenop je normale verzekering. Dit is taak van de accountmanager.
Bespreek ook de feitelijke risico’s, dan kan je die gezamenlijk gaan beperken. Het doel is het kunnen inzetten van nieuwe ICT-diensten en niet het kunnen indienen van wederzijdse claims.