De Universiteit van Amsterdam mag geen computers aanschaffen van geld uit het ‘studeerbaarheidsfonds’. De commissie Wijnen, die over de aanvragen bij minister Ritzen adviseert, heeft opnieuw vier projecten afgekeurd. Het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam (UvA) is ziedend.
Het studeerbaarheidsfonds is een voorziening van 500 miljoen gulden waarmee hogescholen en universiteiten de kwaliteit en studeerbaarheid van hun onderwijs kunnen verbeteren. In drie ronden mogen projectaanvragen worden ingediend. Dit jaar (de tweede ronde) zijn 1090 projecten ingediend, waarvan 923 een positief oordeel van de commissie kregen. De UvA zag maar liefst vier ‘bovenfacultaire’ projecten voor de tweede keer door de commissie afgewezen. Daarmee gaat haar een bedrag van vijf miljoen gulden aan de neus voorbij. Het grootste deel van dit bedrag was bestemd voor de inrichting van computerzalen.
Volgens de commissie Wijnen betreft het zuiver materiële investeringen. Daar is het fonds niet voor bedoeld. Er zou te weinig onderwijskundige onderbouwing van de plannen zijn. Het college van de UvA is vooral zo kwaad omdat men in een gesprek met Ritzen de indruk had gekregen dat ditmaal wèl materiële voorzieningen uit het fonds kunnen worden betaald. Bovendien zouden de plannen beter zijn onderbouwd. Het ontgaat het universiteitsbestuur waarom computers niet tot verbetering van het onderwijs kunnen leiden.
Volgens een woordvoerder van het ministerie is het oordeel van Ritzen nog niet bekend. Tot nu toe heeft hij netjes het advies van de commissie opgevolgd. Dat de minister behoorlijk met de zaak in zijn maag zit, blijkt uit het feit dat de UvA-projecten de enige zijn waarover hij nog geen beslissing heeft geveld. SJ