Een ontoereikende financiering van de plannen om informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs te integreren kan het project ‘Investeren in voorsprong’ doen mislukken. De Sociaal Economische Raad (SER) waarschuwt minister Ritzen (OCW) hiervoor in het ontwerpadvies ‘ICT en Onderwijs’.
Het voornaamste adviesorgaan van het kabinet vindt dat veel te weinig geld is uitgetrokken voor de aanschaf van hardware, software en nascholing van leraren. Doel is binnen vier jaar op iedere school een computer per tien leerlingen beschikbaar te hebben. Scholen en opleidingen moeten in die tijd worden voorzien van geavanceerde computers, software en elektronische netwerken. Het primaire onderwijs krijgt er 146 duizend PC’s bij, het voortgezet onderwijs 78 duizend, educatie en beroepsonderwijs 35 duizend en de lerarenopleidingen 15.500.
De SER acht die doelstelling vrijwel onhaalbaar gelet op de gebrekkige financiering. Minister Ritzen heeft hiervoor niet meer dan 272 miljoen gulden vrijgemaakt. Alleen voor het schooljaar 1997-1998 zijn middelen gereserveerd. Daarna ontbreekt een precieze financiële invulling. De SER begrijpt ook niet waar het geld voor bijkomende kosten als onderhoud en vervanging van computers precies vandaan moet komen. Overigens staat de SER niet alleen in haar kritiek. Ook de Tweede Kamer heeft moeite met de ondoorzichtige financiering.