Minister Jorritsma (Verkeer en Waterstaat) is vrijwel zonder kleerscheuren door het Tweede Kamer-debat over de nieuwe Telecommunicatiewet gekomen. Ze waarschuwde de Kamer tegen te veel regelwoede.
Ze ziet bijvoorbeeld geen heil in een verplichte vermelding van email-adressen in de gewone telefoongidsen. Ook vindt ze het te vroeg om actie te ondernemen tegen Frankrijk, dat zijn telecommunicatiemarkt nog behoorlijk afschermt. Ze deelt de zorg van de VVD hierover, maar vindt het verkeerd om op basis van wederkerigheid actie tegen France Telecom te ondernemen. De voormalige Franse staatsonderneming heeft de aanval ingezet op de Nederlandse telecommunicatiemarkt. Ook heeft ze de touwtjes in handen bij het kabelbedrijf Casema. Jorritsma wil eventuele acties overlaten aan de Europese Commissie.
De minister ziet in hetGroenboek convergentie evenmin aanleiding nu al de bestaande regelgeving overhoop te halen. Telecommunicatie, media en computers komen steeds dichter bij elkaar, maar het is nog niet nodig hier met nieuwe regels op te anticiperen, vindt Jorritsma. Nederland bezint zich momenteel op een standpunt over dat Groenboek. Tot 6 mei aanstaande is het mogelijk commentaar te geven. Daarna wil het ministerie de reacties samenvatten.
Jorritsma wenst wel een registratie van Internet-dienstenaanbieders. Doel is de toezichthouder Opta in staat te stellen zijn taken uit te voeren. Daarvoor moet bekend zijn welke aanbieders van openbare telecomdiensten er bestaan. Daarom gelden de wetsbepalingen ook voor Internet-aanbieders; deze worden tevens gezien als aanbieders van openbare telecomdiensten. In dit verband onderstreept D66-kamerlid Guikje Roethof de noodzaak de Opta als toezichthouder te voorzien van kennis en ervaring op Internet-gebied.