Softwareleverancier Matrix One uit de VS brengt een grondig vernieuwde versie van zijn software op de markt. Daarnaast heeft het vorige week een kantoor in Nederland geopend.
Gilde Investment heeft 2,7 miljoen dollar in het bedrijf gestoken om de Europese expansie mede te financieren. Naast kantoren in andere Europese landen moet Nederland gaan fungeren als bruggenhoofd voor de Europese markt.
"Wij zijn actief op het gebied vanProduct Development Management. Dat gaat een stap verder dan het op hulpmiddelen gebaseerdeProduct Data Management", aldus topman Mark O’Connell vorige week tijdens de perspresentatie. In totaal heeft Matrix One, naast de financiële injectie van Gilde, elf miljoen dollar aan risicokapitaal veroverd. Volgens Gilde maakt software als die van Matrix One, gebruikmakend van alle informatie binnen bedrijven, erp-systemen pas echt rendabel. De participatiemaatschappij sluit een acquisitie op termijn dan ook niet uit.
Matrix One levert software aan concerns als KLM, Philips en Boeing. Daarnaast richt het zich op zowel de bovenkant van de markt als middelgrote bedrijven. In Nederland werkt het samen met Cap Gemini, die als implementatiepartner optreedt. Het nieuwe objectgeoriënteerde softwarepakket dat de onderneming vorige week lanceerde, Matrix Global Advantage, koppelt alle digitale gegevens omtrent productontwikkeling die in een bedrijf aanwezig zijn. Doel van de software is het verkorten van de tijd die nodig is voor productontwikkeling. Een aantal losse applicaties, ondermeer voor configuratiebeheer en voor het samenstellen van prototypes, maken deel uit van het pakket.
De software werkt met gedistribueerde databases. Door replicatie en een techniek die Matrix One alsTurbo Cache betitelt neemt de netwerkbelasting met 90 procent af. Via een index ‘kijkt’ het pakket of het door de gebruiker gevraagde stukje informatie in hetcache-geheugen aanwezig is, of dat het opgehaald moet worden uit de centrale database. De Matrix Global Advantage-applicatie werkt met een Java-interface en is dus via zowel bureaumachines als browsers te benaderen.