SGI-dochter Cray Research heeft de nieuwe generatie onthuld van zijn supercomputers. Deze hebben een theoretisch prestatieplafond van vier gigaflops (miljard zwevende komma-berekeningen).
Hiermee zijn de processoren van deze SV1-serie twee keer zo snel als de chips van de voorgaande generatie. De nieuwe systemen verschijnen in augustus op de markt en zijn geprijsd vanaf een half miljoen dollar.
De nu aangekondigde prestatieverbetering is voor Cray-gebruikers een relatief kleine sprong voorwaarts. "Dit is slechts een ‘plaatsbehouder’. Het verhogen van de prestaties is niet SGI’s hoogste prioriteit. Zij richten zich op de massamarkt voor servers en werkstations", meent Wall Street-analist Gary Smaby van onderzoeksbureau Smaby Group. Silicon Graphics (SGI) ontkent dit en benadrukt ook de prijsdalingen van de afgelopen jaren. "Je krijgt nu maximaal acht keer het aantal gigaflops voor je dollar", zei platformdirecteur Bill Minto van Silicon, dat Cray in 1996 overnam voor 740 miljoen dollar. Het moederbedrijf voorspelt dat de hierop volgende generatie tientallen gigaflops aan zal kunnen.
De doelmarkt voor de nu gelanceerde supercomputers omvat de overheidssector, de auto- en luchtvaartindustrie en de medische, wetenschaps- en onderwijswereld. Klanten in die doelgroep hebben veel computerkracht nodig voor bijvoorbeeld het voorspellen van weerspatronen, het simuleren van auto-ongelukken en het ontwerpen van vliegtuigen en medicijnen. De markt voor supercomputers met een prijs boven de één miljoen dollar heeft volgens onderzoeksbureau IDC een omvang van ruim 1,1 miljard dollar. Deze sector groeit echter langzaam en is klein vergeleken met de markt voor werkstations en PC’s.