Veel IT-bedrijven kiezen met hun personeelsadvertenties voor de makkelijkste weg. Ze adverteren in een krant of op de radio en denken er verder niet bij na. Dit zegt directeur Jeannette Verplancke van Tmpw, een bureau dat is gespecialiseerd in arbeidsmarktcommunicatie. "Gezien de situatie op de arbeidsmarkt zijn ze gedwongen te zoeken naar een combinatie van media."
Het wapengekletter van automatiseringsbedrijven in de media is niet van de lucht. De zaterdagbijlagen van landelijke dagbladen en de advertentiepagina’s van vakbladen zijn rijk gevuld met annonces van IT-ondernemingen. En dat is niet het enige. Wie regelmatig naar de radio luistert, hoort rond het journaal het gebrul van de doorgaans stille IT-branche. Inmiddels hebben de automatiseerders zelfs de televisie ontdekt als medium voor hun personeelsadvertenties. "Een logische ontwikkeling", zegt Verplancke.
Het oude marketing-model dat iedere student Communicatie-wetenschappen moest leren, geldt immers niet meer. Dit ging uit van een zender, die een boodschap stuurt naar de ontvanger, die vervolgens kennis neemt van de inhoud. Inmiddels is dit model voltooid verleden tijd. Tegenwoordig haalt de ontvanger zelf de boodschap naar zich toe op het moment dat hij het wilt. Adverteerders moeten derhalve aanwezig zijn als de ontvanger hiervoor openstaat. Die aanwezigheid creëert een bedrijf niet door een advertentie in de krant alleen, maar door een uitgebreide campagne waarmee aan een goede reputatie wordt gebouwd. "Met advertenties in Intermediair of de personeelskaternen van de dagbladen bereiken de bedrijven alleen de mensen die actief naar een baan zoeken. Dat zijn typisch bladen voor directe werving."
Andere campagne
Een annonce in de krant op zich zou best kunnen voldoen, maar dan dient het aanbod van kandidaten groot genoeg te zijn. Op de huidige arbeidsmarkt is dit niet het geval en dat noopt tot andere campagnes. Ondernemingen dienen een samenwerking te bewerkstelligen tussen verschillende media, waarbij ze televisie en radio kunnen gebruiken voor de naamsbekendheid en bijvoorbeeld Internet voor het verstrekken van informatie."
Als voorbeeld van de combinatie van media noemt Verplancke de campagne voor IT-personeel van Fortis. Eerst publiceerde dit financiële concern een advertentie zonder de eigen naam te vermelden. De onderneming verkondigde de boodschap ook via de radio. De lezers of luisteraars werden doorverwezen naar een Internet-pagina, waar zij een CD-rom met informatie konden aanvragen. "Zo laat de onderneming het initiatief aan de lezers. Dat is erg handig, want de meeste automatiseerders hebben al tien aanbiedingen op zak. Op deze manier trek je de aandacht, ook van mensen die niet op zoek zijn naar werk", aldus Verplancke. Bovendien bevatte de advertentie weinig informatie. "Je moet eerst de aandacht trekken en dan pas de informatie geven." De campagne die zes weken duurde, leverde elfduizend aanvragen op.
Radio
De radio is volgens Verplancke voornamelijk bruikbaar om prikkels op te wekken. Ook dit medium is niet geschikt voor het spuien van informatie. Bedrijven die de inhoud van vacatures door de ether schallen, doen het dan ook verkeerd. "Radio dient ter ondersteuning van de campagne. De luisteraars zitten meestal in de auto."
De communicatie-deskundige is over een aantal campagnes van IT-bedrijven te spreken. Als voorbeeld noemt ze de advertenties van dienstverlener Pink Elephant, overigens geen klant van Tmpw. Dit bedrijf plaatste ondermeer grote advertenties op billboards, waarin de roze kleur is terug te vinden. "Pink Elephant heeft met een beperkt budget goed gebruik gemaakt van haar naam. Ze komen over als jong en creatief."
Over de campagne van CMG met de blauwe pakken is ze minder gecharmeerd. "Dit zegt niet veel over de kernwaarde van het bedrijf." De tv- en radiocommercial van Cap Gemini noemt Verplancke "sympathiek en duidelijk." In deze commercial vraagt iemand aan een klein meisje wat ze later wil worden. Het kind noemt reeks aan uiteenlopende functies, waarna de stem concludeert dat het meisje voor Cap Gemini wilt werken. "Deze commercial zorgt natuurlijk voor naamsbekendheid. Het heeft humor."
Creativiteit
Voor de grote bedrijven is het natuurlijk geen kunst hun naamsbekendheid via uitgebreide campagnes te vergroten. Ze gooien er flink wat geld tegenaan en binnen de kortste keren zijn ze hoorbaar en zichtbaar. De kleinere en minder draagkrachtige ondernemingen hebben het een stuk moeilijker. "Deze bedrijven dienen er toch voor te zorgen dat ze opvallen. Dat betekent niet dat ze harder moeten gaan schreeuwen. Het is een kwestie van creativiteit. Misschien is het beter om niet te adverteren, maar bijvoorbeeld trampolinespringen te organiseren in Hilversum."
Er gaan al lange tijd stemmen op voor een gezamenlijke campagne georganiseerd door de IT-branche. Een dergelijke actie moet het imago van de sector opkrikken, waardoor meer mensen belangstelling krijgen voor een baan in de automatisering. Tot dusver is er sprake van veel geschreeuw en weinig wol. "Ondertussen blijven de IT-bedrijven geld rondpompen."