IT’ers aller stijlen: laat u niet misleiden door marketing, advertenties, pers & publiciteit! De praktijk van de automatisering bestaat niet uit duidelijke keuzes en homogene omgevingen. Voor velen zal dit ‘nieuws’ het intrappen van een gapend-openstaande poort zijn. Wat maar weinigen weten is dat softwareleverancier Microsoft zich hiervan terdege bewust is.
De Paradox van de Strijd Aanbieders vechten zich dood op de markt van bedrijfssystemen. NT, Unix, Netware. Sparc, Intel, Alpha. Oracle, SQL Server, DB2. Oorlog dus, en dan met name een publicitaire oorlog. Maar klanten relativeren, en dat doen ze al tijden. Die weten dat je systemen door elkaar moet kunnen gebruiken. Exclusiviteit, daar houden ze niet zo van. Die boodschap begint nu door te dringen. Verslaggevers Jasper Bakker en Roy op het Veld verkennen het slagveld en de strijdende partijen. En krijgen uitleg over de Paradox van de Strijd. |
Door de bank genomen heeft het bedrijf van William H. Gates III de reputatie de markt volledig te willen beheersen. De beloftes van Windows NT 5 zouden nagenoeg alle andere platformen overbodig maken. Dezelfde indruk doet opgang voor vele andere toekomstige producten van de firma. Ondertussen knoopt het handjevol consultants van Microsoft zich in de oren dat er in de werkelijke wereld een heterogene chaos heerst. Jawel, de softwarereus heeft – voor projecten bij grote klanten – consultants, met realiteitsbesef. Microsoft Consulting Services (MCS) richt zich, in contrast met de aanpak van de meeste IT-bedrijven, niet op de eigen, losse producten, maar meer op de toepassing van pakketten. Gebundelde software zoals Backoffice, die zowel het platform Windows NT als de databank SQL Server en de transactie-monitor Transaction Server omvat.
Uitwisseling
De consultants van Microsoft houden zich bovendien pas bezig met producten wanneer het bedoelde gebruik verder gaat dan de huidige norm. Projecten die moeilijker, groter of simpelweg hun tijd vooruit zijn. Klanten willen dan meer hulp, ook van Microsoft zelf. Bovendien steekt de softwarefirma zo ook nog eens wat op. "De klant heeft wensen, resultaten en wat niet al. Daar luisteren wij naar", vertelt senior consultant Wim van Wieren. De MCS-experts hebben ook een communicatielijntje naar de harde ontwikkelkern binnen het softwarebedrijf. Vaak geuite wensen, veel voorkomende onmogelijkheden kunnen zo in toekomstige software worden verholpen. Daarnaast weten de consultants wat er al borrelt in de eigen laboratoria, zodat zij klanten kunnen adviseren die met de huidige technologie toekunnen, maar op termijn veel meer willen. Die uitwisseling van informatie is nu ook gaande met de stappen langs de diverse bèta-versies van Windows NT 5. Over het algemeen genomen, wordt de functionaliteit die door de meeste klanten wordt gevraagd steeds meer opgenomen in de diverse componenten van het platform. De klanten van MCS lijken hierbij niet al te ongeduldig te zijn wat betreft de beloftes en het uitstel van Windows NT 5.0.
Bovendien zijn veel van de nieuwe technologieën in dat besturingssysteem middels Options Packs beschikbaar voor de huidige versie NT 4. Hierbij hanteert de leverancier een zorgvuldig scheiding tussen de Service Packs, die voor onderhoud zijn oftewel fouten corrigeren, en de Options Packs, die voor uitbreiding zijn oftewel extra functionaliteit geven. Soms is dergelijke nieuwe functionaliteit echter gescheiden, denk aan de Enterprise Edition van Windows NT. Die zware versie van dit besturingssysteem is in wezen het platform plus clusteringtechnieken en enkele andere uitbreidingen. Zo heeft deze ‘bedrijfsversie’ meer geheugenruimte voor applicaties dan de gewone serverversie. De mogelijkheid NT-machines met elkaar te verbinden in clusters, is volgens Van Wieren bedoeld om de beschikbaarheid te verhogen, maar ook het onderhoud te vereenvoudigen. "Het is helaas nog steeds nodig dat NT, na bijvoorbeeld de installatie van een Service Pack, wel eens opnieuw gestart wordt. Binnen een cluster kan de ene machine opgewaardeerd worden, terwijl de andere nog even op de oude voet doorgaat met de volledige werklast."
Metadata
De belangrijkste overwegingen om Microsoft-technologie al dan niet toe te passen, zijn gebaseerd op een aantal factoren.
"Ten eerste is er de snelheid van implementatie en daadwerkelijk gebruik; de ’time to market’. Hoe snel kan een bedrijf de vruchten plukken van een nieuw project?", vertelt Van Wieren. "Op zich geen verrassend, maar toch een niet te onderschatten criterium. Zeker wanneer we praten over het ‘experimentele’ tot ‘innovatieve’ terrein waar onze consultants zich bewegen. Daarbij is er wel eens discussie en moeten er ook soms concessies worden gedaan. Door de klant en door ons." Van Wieren noemt als praktijkvoorbeeld een kwestie over objecten binnen objecten, zogenoemde metadata. Deze technologie staat nogal ter discussie: moeten informatie en de gegevens die dat omschrijven (metadata) gescheiden zijn of juist niet? "Uiteindelijk vormt NT maar een klein onderdeel van het geheel; je hebt ook te maken met bijvoorbeeld de databank." Andere discussies met klanten gaan bijvoorbeeld over een gecentraliseerde IT-infrastructuur versus een gedistribueerde omgeving. Wederom hebben beide alternatieven hun voor- en nadelen. "Bovendien is dat niet alleen een Microsoft-kwestie; wij kunnen allebei bieden."
Witboek te algemeen
"Ten tweede is er de haalbaarheid. Een heel bedrijf, een heel project, delen wij op in sub-onderwerpen waarop wij gradaties binnen het plan definiëren." Zoals reeds gezegd, de consultants van Microsoft komen pas in beeld nadat de klant een eigen plan heeft opgesteld. Het is echter de taak van deze adviseurs dat plan zoveel mogelijk in twijfel te trekken om de eventuele tekortkomingen aan het licht te brengen. "De klant schat in en wij ‘schieten’ daarop. ‘Heb je hieraan gedacht, heb je daarmee rekening gehouden?’", schetst Van Wieren. Het grootste deel van zijn takenpakket bestaat dan ook uit het documenteren van het door-de-klant-gewenste versus het mogelijke. "Wij zitten op de speerpunten."
"Het is helaas nog steeds zo dat veel klanten gewoon een ‘white paper’ overschrijven. Maar zo’n witboek is te algemeen, dat is niet zomaar toepasbaar op willekeurig welk bedrijf." De Microsoft-consultants belijden het marketing-adagium dat elke organisatie z’n eigen aanpassingen, uitbreidingen en mogelijkheden nodig heeft. Een overtuiging die lijkt te botsen met de trend naar standaard-software die in pakketvorm verkrijgbaar is. Een trend die Microsoft deels in het leven heeft geroepen en die het zeker in de hand werkt. Toch zijn er nog verschillen. "Sommige klanten leggen hun IT-omgeving vast voor een bepaalde periode; om de zoveel jaar kijken wat er mogelijk, wenselijk en verkrijgbaar is en dat dan implementeren. Andere klanten willen een meer flexibele infrastructuur. Dat is helemaal afhankelijk van de achterliggende organisatie. En een consultant adviseert daarin: wat kan wel, wat kan niet, hoe doe je dit? Het zijn daarna de klant zelf en onze partners die het project daadwerkelijk uitvoeren."
Eensgezind over criteria
Die aan Microsoft gelieerde leveranciers van hard- en software moeten een groot deel van het ‘enterprise’-gehalte van een project waarmaken. "Wij hebben vooral ‘gevoel’ voor de klant, zijn betrokken en gebruiken onze link naar ontwikkelaars. Partners zijn vaak te breed, terwijl wij zeer gespecialiseerd zijn. Niet dat we technisch specialist zijn op het gebied van alle Microsoft-producten en technologieën. Wij praten met onze interne experts en natuurlijk met ontwikkelaars van andere platformen waarmee wij integreren." Daar ligt ook een deel van het criterium ’time to market’: "In hoeverre komt welke leverancier tegemoet aan alle condities van een project?".
Mocht het project op een gegeven moment uitkomen op een minder hoog Microsoft-gehalte, dan hebben de consultants zich daar bij neer te leggen. "Het uitgangspunt is het eisenpakket; ‘Kan het?’. Zo niet, dan niet. Daar ben ik heel makkelijk in. De klant moet zelf afwegen: ‘Welke leverancier biedt mij het meest?’." En er zijn nog steeds zaken die niet met alleen onze technologie uitgevoerd kunnen worden. Zo wordt het besturingssysteem Windows NT al tijden geplaagd door kritiek en problemen. Zeker wanneer het gaat om het al dan niet geschikt zijn voor ‘enterprise computing’, wat dat dan ook moge zijn. Want daar ligt een groot deel van de discussie over de zwaarte van NT; wat is ‘enterprise’? Vanzelfsprekend hanteren Unix-leveranciers hiervoor andere begrippen dan mainframe-fabrikanten. Microsoft lijkt weer een geheel eigen positie in te nemen in deze discussie. Toch zijn alle partijen het eens over de criteria, te weten: schaalbaarheid, beschikbaarheid, beheerbaarheid en interoperabiliteit. Het is alleen niet eenduidig bepaald hoe hoog de meetlat moet liggen voor het behalen van het predikaat ‘enterprise’.
Werklast delen
Verder is er ook nog verschil van mening over wat er nodig is om de hierboven aangehaalde functionaliteit te realiseren. Schaalbaarheid kan bereikt worden middels clustering en door middel van smp (symmetric multi-processor). Beide benaderingen hebben zo hun voor- en nadelen. Sommige partijen, waaronder analisten en bedrijven, zien clustering vooral als geschikte oplossing voor ‘fail-over’ en niet zozeer voor schaalbaarheid. De aan elkaar geknoopte computers kunnen bij problemen of onderhoud elkaars werklast opvangen. De over het cluster verspreide paardenkrachten zijn dan niet zozeer bedoeld voor het scheppen van een krachtig en groot systeem. Servers met meerdere processoren (smp) zouden een uitkomst zijn voor prestatiehonger. Andere partijen zien dit juist andersom en spreken daarbij wel van ‘cluster-in-een-box’. De verschillende processoren in een smp-machine worden toegewezen aan partities die in wezen verschillende systemen zijn. Het voordeel van deze benadering is de snelle data-uitwisseling tussen de ‘computers’, aangezien deze fysiek in dezelfde machine zitten. Bovendien zijn er ook mogelijkheden voor het delen van geheugen en het dynamisch wijzigen van partitie-omvang bij veranderende systeembehoeften.
64-Bit technologie
Een belangrijke rol is hoe dan ook weggelegd voor 64-bit technologie. Veel Unix-bedrijven, waaronder Compaq-dochter Digital, Sun Microsystems en Silicon Graphics (SGI), leveren al enige tijd producten die gebruik maken van een 64-bit architectuur. De voordelen hiervan bestaan ondermeer uit de grotere geheugenruimte die gebruikt kan worden, de snellere data-afhandeling en op hardware-niveau de hogere kloksnelheden van processoren. Voorlopig laat deze werkelijkheid nog even op zich wachten, gezien het uitstel van zowel Windows NT 5.0 als Intels Merced. Een 64-bit versie van NT 5 komt overigens nog na de ‘gewone’ versie 5.0. Maar tot het zover is, zijn er nog andere wegen te bewandelen. Zo werkt Microsoft onder de naam Wolfpack aan zijn eigen software-matige oplossing voor clustering. Voor het einde van 1999 moet deze technologie acht computers met elkaar kunnen verbinden. Rond diezelfde tijd wordt software verwacht waarmee NT-machines met zestien processoren mogelijk zijn. In de tussentijd werken diverse leveranciers aan eigen, al dan niet geheel gesloten, technieken voor smp. Zo heeft Compaq-dochter Tandem enkele maanden geleden een cluster met 64 Intel-processoren gedemonstreerd en roemt Unisys zijn ‘crossbar’-technologie, waarmee tien processoren in één NT-machine zijn te gebruiken. Andere hardwarefabrikanten blijven niet achter of liepen zelfs al stilletjes voorop; Data General, Hewlett-Packard, SGI, Amdahl en vele andere leveranciers van zware systemen gaan mee in de NT-optocht.
Gat tussen Unix en NT
Hoe dan ook, de meeste analisten zijn het er wel over eens dat Microsoft nog een hoop heeft te bewijzen wat betreft schaalbaarheid en beschikbaarheid. Analist Neil MacDonald van onderzoeksbureau Gartner meent dat het nog enkele jaren zal duren voor het gat tussen Unix en NT is gedicht. "De tweede en belangrijkste fase van Wolfpack, clusteren met meer dan acht processoren, laat nog op zich wachten tot volgend jaar." NT blijft momenteel namelijk steken op maximaal vier processoren als het gaat om effectief gebruik. Meer is mogelijk, maar het prestatieniveau krijgt harde klappen door de toegevoegde ‘overhead’ binnen het systeem. "NT 4.0 is eigenlijk alleen geoptimaliseerd voor de ondersteuning van slechts vier processoren", zegt analist Laurie McCabe van onderzoeksbureau Summit Strategies. "Dus totdat Windows NT 5.0 de deur uit is, blijft het discutabel wat de voordelen zijn van systemen met clustering-oplossingen van derden."
Wat de beschikbaarheid betreft, meldt Microsoft nu trots dat het ruim vijftig onnodige ‘reboots’ uit de tweede proefversie van Windows NT 5 heeft weten te verwijderen. Dat zijn dus vijftig handelingen minder waarvoor de hele computer uit en weer aan moet. Ondertussen werken de hardware- en softwarefirma’s gretig samen met Microsoft aan het verzwaren van NT, zowel wat betreft de mogelijkheden van de huidige versie 4.0 als toekomstige versies. Elk van deze partners hoopt dat zijn technologische bijdrage zal leiden tot de standaard, maar elk is tegelijkertijd bang te NT-boot geheel te missen. Vandaar ook dat zelfs Microsoft-tegenstrever Sun zijn Unix-variant wat naar NT toe laat overhellen. Het integreren of enigszins verbinden van die twee platformen geeft gebruikers de mogelijkheid hun Unix-variant te behouden, met alle investeringen in dat platform, terwijl zij tegelijkertijd toegang tot de voordelen van NT verkrijgen. Hieronder valt bijvoorbeeld de zee van beschikbare applicaties en natuurlijk ook de goedkopere en relatief beschikbare experts voor dat platform.
‘NT 5 pas in 2002’
Opvallend is dat Microsoft zich met zijn ‘NT services voor Unix’ ook op dat pad begeeft. Deze software geeft wat functionaliteit van NT aan enkele Unix-varianten. Op het eerste oog is dit een ongebruikelijke stap voor de softwarefirma. Immers, het is een publiek geheim dat Microsoft wil vervangen en veroveren. Een nadere blik geeft echter aan dat dat nog wel even op zich laat wachten, mocht het ooit zo ver komen. Alleen al door opgeschoven IT-projecten vanwege het millenniumprobleem en de koudwatervrees van gebruikers die vanzelfsprekend een tijdje de NT-kat uit de boom willen kijken. Microsoft is zich hiervan bewust, maar zal dat niet zo hard de wereld in schreeuwen. Dat zou wel eens twijfel en onenigheid kunnen zaaien. En dat doen anderen wel. Zo voorspellen onderzoeksbureaus als Gartner, Dataquest en Butler dat grote en wijdverbreide implementatie van Windows NT 5 op zich laat wachten tot het jaar 2002. Dit vanwege het wachten op de eerste, benodigde Service Packs en eventueel een Options Pack, mocht Microsoft toch niet tijdig alle functionaliteit in versie 5.0 weten te krijgen. Overigens oordeelt Gartner sinds kort wat positiever over de volgende NT-versie: het adviesbureau adviseert gebruikers direct na bèta 3 te beginnen aan proefprojecten en migratieplanning. Verder steunt het onderzoeksbureau Microsoft met de opmerking dat NT 5.0 beter zal zijn dan voorganger 4.0.
Al deze techniek, functionaliteit en toekomstige mogelijkheden ten spijt, gaat het tegenwoordig niet meer om de IT zelf. Nee, de gebruiker is handig ingehaakt op de van oorsprong marketing-kreet ‘oplossing’ en eist dat de automatisering een probleem teniet doet of een bedrijfsproces verbetert. En het maakt in wezen niet uit hoe dat gedaan wordt. Simpel. Toch?
Jasper Bakker en Roy op het Veld, redacteuren
MCS: feedback van groot belang
De consultants van Microsoft raken meestal pas na de keuze van de klant betrokken bij een project. "Wij houden ons meer bezig met het inrichten van een IT-strategie en de bijbehorende IT-infrastructuur", vertelt senior consultant Wim van Wieren. Daarbij besteden hij en zijn collega’s ook aandacht aan het onderwijzen, instrueren en begeleiden van de klant en diens personeel. Zo houdt deze afdeling in het komende jaar ook een aantal ‘masterclasses’ over ondermeer het clusteren van servers en het beheren van systemen. Die lessen behandelen natuurlijk wel de eigen software die de firma in huis heeft of waar het binnenkort mee op de markt komt. De voornaamste doelen van de Microsoft Consulting Services-divisie zijn namelijk het ondersteunen van zijn partners, de ‘early adopters’ van zijn technologie en het overbrengen van kennis betreffende zijn producten.
Top 25
MCS bestaat pas een jaar of vijf en houdt zich vooral bezig met zogenoemde ‘experimentele’ en ‘innovatieve’ projecten. Dat zijn de eerste twee levensfasen van producten waarbij de mogelijke toegevoegde waarde groot is, net zoals de verbonden risico’s. Uiteindelijk worden producten, en de implementatie daarvan, volwassen en vervolgens gemeengoed. Die laatste twee stappen liggen al ver buiten het bereik van de consultants bij Microsoft. "Wij willen geenszins zelf dienstverlener worden, maar we hebben de afgelopen jaren gemerkt dat vooral grote klanten graag iemand van Microsoft willen zien bij een omvangrijke implementatie", vertelt Van Wieren. Zeker 60 procent van de werkzaamheden van MCS vindt dan ook plaats bij de top-vijfentwintig klanten van de softwareleveranciers. De zogenoemde Enterprise Customers.
Tweerichtingsverkeer
De overige 40 procent van het werk is min of meer gelijk verdeeld over de ‘customer units’ voor firma’s die applicaties ontwikkelen voor het Microsoft-platform, diverse Internet-toepassingen en technologieën, en tot slot de eigen distributeurs en het midden- en kleinbedrijf. Die behoefte van vooral grote klanten aan een Microsoft-consultant is deels gebaseerd op vertrouwen, maar zeker ook op de bij die adviseurs aanwezige expertise en voorkennis. De MCS-consultants weten namelijk heel goed wat er op stapel staat bij hun bedrijf. De diverse partners en ‘integrators’ van Microsoft hebben die kennis ook, maar via MCS is er een net iets directere verbinding. Een verbinding die bovendien tweerichtingsverkeer ondersteunt: "Feedback van onze klanten is heel belangrijk. Zo hebben wij een ‘rapid deployment’-programma waarbij klanten in een zeer vroeg stadium met onze technologie werken. Zowel die bedrijven zelf als Microsoft krijgen dan meer inzicht in die technologie en het praktisch gebruik ervan."