De invoering van een financieel systeem is bij de provincie Zuid-Holland volledig uit de hand gelopen. Na drie jaar bouwen is het systeem nog niet af en zijn totale kosten meer dan vervijfvoudigd tot ruim 6,5 miljoen gulden.
De provincie Zuid-Holland besloot in 1996 tot de invoering van het zogeheten Financiële registratie- en informatiesysteem (Fris). Nadat bleek dat de op de markt aanwezige nieuwe software te weinig mogelijkheden bood, koos de IT-afdeling ervoor zelf het mainframe-standaardpakket op maat te maken voor een PC-omgeving. De opleverdatum van 1 januari 1998 werd vier keer uitgesteld. Halverwege 1998 is er een punt achter het project gezet, omdat het PC-systeem niet goed bleek te werken. Vooral de migratie van mainframe- naar PC-niveau verliep uiterst moeizaam. Uit een memo van de Gedeputeerde Financiën van de provincie komt naar voren dat de specificaties en uitgevoerde aanpassingen niet goed waren vastgelegd. Bovendien faalde de tweekoppige projectleiding. Een woordvoerder van de provincie vult aan dat ook twee verhuizingen en het millenniumprobleem de nodige kopzorgen met zich meebrachten. Uiteindelijk moest er nog voor 1,2 miljoen gulden expertise worden ingehuurd en kostte de systeemontwikkeling 1,4 miljoen gulden extra. In totaal bedroeg de overschrijding van het budget van 1,2 miljoen dus 2,6 miljoen gulden. De provincie betaalde dit met de winst uit de omstreden bankierspraktijken (‘Ceteco-affaire’).
Doorstart
De provincie besloot in augustus 1998 tot een doorstart met een nieuwe versie van het standaardpakket, waarbij er zo min mogelijk werd gesleuteld aan de software. Ook stond er maar één kapitein aan het roer. Dit project liep een stuk beter. Op 1 juni jongstleden konden ambtenaren van de financiële afdeling het Fris ingebruiknemen, hoewel het systeem nog niet volledig operationeel is. De doorstart kostte 2,7 miljoen gulden en wordt betaald uit de voorziening algemene reserve. RS