De Amerikaanse economie lijkt na een lange periode van bijna-oververhitting nu toch langzaam aan het afkoelen te zijn geslagen.
De arbeidsproductiviteit nam het afgelopen kwartaal toe met 3,8 procent op jaarbasis, veel lager dan de bijna ongelooflijke stijging van 6,1 op jaarbasis van het tweede kwartaal. De inflatiedruk blijft wel toenemen, omdat de arbeidskosten in het derde kwartaal met 2,5 procent stegen. Analisten hadden na een daling van de kosten in het tweede kwartaal met 0,2 procent gerekend op een toename van hoogstens 1,9 procent.
De afgelopen 12 maanden is de productiviteit 5,0 procent gestegen, terwijl de arbeidskosten slechts 0,1 procent toenamen. De Amerikaanse centrale bank heeft de rente sinds juni 1999 zes keer verhoogd om de inflatie binnen de perken te houden.
De Amerikaanse rente is belangrijk voor de koersverhouding tussen de dollar en de euro. Omdat de Amerikaanse economie zo sterk groeide en de rente hoog was, was de dollar een veel aantrekkelijker munt dan de euro. Dat is volgens veel economen de belangrijkste reden voor de lage koers van de euro. De aantrekkende Europese economie rechtvaardigt volgens hen de lage koers in elk geval niet.
De Europese Centrale Bank in Frankfurt besloot gisteren opnieuw om de rente ongewijzigd te laten. Dat was overigens geheel volgens verwachting.