Het afgelopen jaar stond ontegenzeggelijk in het teken van de ‘nieuwe economie’. Alles zou anders worden. Op het hoogtepunt van de gekte wachtte directeuren zonder internetstrategie zelfs ontslag.
De verwachtingen waren ongekend hoog gespannen. Een gigantische stroom kapitaal vloeide naar technologie, (nieuwe) media en telecommunicatie. Alles waar haastig een ‘e’ voor was gezet, leek een gouden toekomst te hebben: e-verkoop, e-marktplaatsen, e-leven. Rijen investeerders stonden klaar om bijvoorbeeld de zoveelste online dierenvoerwinkel te financieren. Ze moesten smeken om mee te mogen doen. Van januari tot maart 2000 verkeerde de beleggerswereld in een roes.
Het besef ontbrak dat, als iedereen in vrijwel dezelfde activiteiten investeert, er een enorm overaanbod komt. Nederland telt één groot klassiek postorderbedrijf, plus een paar kleintjes die overeind kunnen blijven omdat ze deel uitmaken van een omvangrijke Europese organisatie. Waarom zou de nieuwe economie opeens ruimte bieden aan de tientallen online winkels die nu om hun bestaan vechten?
Ook op telecomgebied lijkt sprake van overinvestering. De grote operators hebben de klassieke fout gemaakt te luisteren naar dure consultants die allemaal met min of meer dezelfde adviezen kwamen. Als iedereen dezelfde strategie volgt, blijft er weinig ruimte over om geld te verdienen. Dat gebeurde met mobiele telefonie, en het zal ook gebeuren met draadloos internetten. Miljarden werden gestoken in Umts, maar niemand weet met welke diensten deze investeringen rendabel zijn te maken.
Verblind
Eveneens begin 2000 werden de beleggers verliefd op de virtuele economie en alle beursfondsen die daar ook maar een beetje mee te maken hadden. De virtuele wereld leek dé oplossing te kunnen bieden voor alle ongemakken in zowel het dagelijks leven als het bedrijfsleven, merkt effectenmakelaar Merrill Lynch cynisch op. Het virtuele kantoor lost de files op, de virtuele secretaresse verzuimt nooit en de virtuele agenda is altijd beschikbaar. Bezoekers aan virtuele marktplaatsen hoeven nooit aan de kassa te wachten. Maar de spullen moeten wel worden afgeleverd op een moment dat er iemand thuis is, en klanten moeten wel bij je site langskomen. De belegger is in 2000 ook sterk verblind geweest door de mogelijkheden van de technologie. De snelheid van processors blijft toenemen. Internet-televisie staat voor de deur. De hamvraag blijft echter of de consument behoefte heeft aan dat alles.
De nieuwe economie kreeg het in de loop van het jaar moeilijk door de omslag op beurs. Omdat begin 2000 de bomen tot in de hemel leken te groeien, zitten veel spelers op een te hoog kostenniveau. Hun dilemma is dat ze de operaties groots moeten opzetten; schaalgrootte is nodig om gunstig te kunnen inkopen. Het opzetten van een Europese organisatie vereist echter veel kapitaal. Zowel particuliere investeerders als institutionele beleggers zijn momenteel bang hun vingers te branden. Zelfs de drukst bezochte onafhankelijke online winkel van Nederland, Hot-Orange, heeft moeite met de tweede financieringsronde.
Bijkomend probleem voor beursgenoteerde internetbedrijven is het onzekere beursklimaat. Begin dit jaar sloeg de beurs volledig op hol. In het eerste kwartaal was de overwaardering buitensporig groot. Europese beleggers geloofden dat wat in de VS kon, ook in Europa zou gebeuren. ‘Nu zijn wij aan de beurt’, dachten ze, ‘en deze kans willen we niet missen’. De hebzucht kende geen grenzen. Massaal stortte men zich op nieuwe aandelenuitgiften, zonder ook maar een moment te kijken naar de intrinsieke waarde. De maatstaf was een vergelijking met soortgelijke aandelen elders. De waarde van World Online werd vastgesteld op die van het Spaanse Terra. Maurice de Hond vergeleek zijn Newconomy met Cmgi, het succesvolste conglomeraat van internetbedrijven. Beleggers hadden maar een zorg: voldoende aandelen toegewezen krijgen. Omdat betrekkelijk weinig aandelen beschikbaar waren en de kopers elkaar verdrongen was de koersvorming grillig.
Catastrofaal
Internetaandelen-goeroe Steve Harmon noemt ook de invloed van de daghandelaren en het gebrek aan geduld bij de belegger catastrofaal. Een andere reden is dat veel internetbedrijven snel naar de beurs zijn gebracht, zonder dat ze daar rijp voor waren. De belegger werd ook gek gemaakt door de praatjes van allerlei visionairen die deden voorkomen alsof de nieuwe economie spoedig volledig in de plaats zou komen van de oude. Het publiek werd wijs gemaakt dat veel verlies een teken was van goed ondernemerschap. Onlangs nog zei internetondernemer Jeroen Mol (Gorillapark) dat alleen een lul winst maakt. Nieuwe beleggers plegen dat soort wijsheden letterlijk te nemen, met alle gevolgen van dien. Ze steken hun geld in bedrijven zonder enig besef van waar die mee bezig zijn. Toen de luchtbel werd doorgeprikt en de beurs inzakte, sprongen deze beleggers uit de trein.
Dit alles neemt niet weg dat internet zowel het zakenleven als het privé-bestaan verandert. Kantoorwerk, inkoop, logistiek, verkoop et cetera gaan er ingrijpend anders uitzien. Ondernemingen als Microsoft en Dell hebben hun bedrijfsmodel erop afgestemd. ‘Echte’ nieuwe economie-bedrijven als eBay, AOL, Napster en Yahoo zijn geen eendagsvliegen. Volgend jaar zal in het teken staan van de nieuwe b2b: back-to-basics in plaats van business-to-business. Omzet en koers-winstverhouding worden weer belangrijk; de nuchterheid wint het weer.