De inlijving van Compaq door Hewlett-Packard deze week brengt velen tot de conclusie dat deze combi-computerreus IBM naar de kroon steekt. De optelsom van de omzetten van HP (47 miljard dollar) en Compaq (veertig miljard dollar) komt inderdaad in de buurt van IBM (negentig miljard dollar). Omzet is echter niet alles, zeker niet als je het over verschillende markten hebt.
Microsoft pronkt bijvoorbeeld graag met het feit dat het aanzienlijk meer van zijn omzet investeert in onderzoek en ontwikkeling dan IBM. Inderdaad, procentueel gezien klopt dit. Alleen is IBM’s omzet vele malen groter dan die van Microsoft (ruim 22 miljard dollar). Het r&d-budget in harde contanten is dan ook veel groter. Microsoft ontwikkelt echter alleen software, terwijl IBM ook onderzoeksfondsen besteedt aan hardware. Toch haalt IBM het merendeel van zijn omzet uit software en dienstverlening. Het blijven dus appels en peren.
Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor HP en Compaq. Beide zijn computerleveranciers die ook besturingssystemen en applicaties leveren. Maar de oorsprong en de huidige marktpositie vertonen nogal wat verschillen. Compaq is begin jaren tachtig ontstaan als de eerste fabrikant van IBM-klooncomputers. HP is eind jaren veertig geboren als elektronicabedrijf. Eind jaren zestig liet het zich ook in met zogeheten minicomputers. Vervolgens zijn beide bedrijven naar elkaars territorium toegegroeid, onder meer middels overnames.
Maar, zoals HP al fijntjes meedeelde toen pc-producent Compaq serverfabrikant Digital (DEC) overnam, kopen is niet moeilijk. Integreren is de opgave. HP en Compaq vullen elkaar op pc-gebied redelijk goed aan, maar op het gebied van servers en besturingssystemen valt er nog heel wat werk te verrichten.