De negen Amerikaanse staten die zich verzetten tegen de schikking tussen Microsoft en het ministerie van Justitie, mogen hun rechtzaak voortzetten.
Dit heeft rechter Colleen Kollar Kotelly beslist. Eerder deze week had Microsoft er voor gepleit de aanklacht van de negen staten af te wijzen. Het softwareconcern wees erop dat de juridische actie van de negen staten het gezag van de federale regering op het terrein van de antitrustwetgeving zou ondermijnen. Maar rechter Kotelly achtte het verzoek van Microsoft ongegrond.
De negen staten, waaronder Californië, Iowa, Massachusetts en Connecticut, blijven zich met hand en tand verzetten tegen de schikking die het Amerikaanse ministerie vorig jaar met Microsoft trof over zijn vermeende monopoliepositie. Het besturingssysteem Windows speelt daarbij een cruciale rol. In de schikking is onder meer bepaald dat computerproducenten de mogelijkheid krijgen hun eigen software op die van Microsoft aan te sluiten. Maar de negen staten vinden dat de schikking veel te weinig garanties biedt voor het tegengaan van de monopoliepositie van het softwareconcern. Zij pleiten daarom voor een opsplitsing van het Windows-besturingssysteem in een modulaire versie, waaraan meerder producenten kunnen deelnemen.
Inmiddels komt het einde van de zaak tussen Microsoft en de negen lidstaten in zicht. Op 19 juni wordt het proces voortgezet met het slotpleidooi van beide partijen. Overigens is het nog niet duidelijk of Microsoft tegen de beslissing van rechter Kotelly in beroep zal gaan.