Weinig mensen weten dat Zweden naast de Verenigde Staten een vergelijkbare eer verdient voor uitvindingen op het gebied van de mobiele telefoon. Al in de vroege jaren vijftig reden er in en rond de hoofdstad Stockholm dokters en bankbusjes rond voorzien van een mobiele telefoon.
In 1956 werd dit eerste mobiele telefonienetwerk ontwikkeld door Sture Lauhrén in gebruik genomen.
Namen de eerste systemen nog een hele kofferbak in beslag, in de jaren zestig en zeventig begon de miniaturisatie door de uitvinding van de transistor. De ambtenaar Ragnar Berglund werkzaam bij het staatstelefoniebedrijf Televerket ontwikkelde in de jaren zestig een mobiel telefoniesysteem dat door gebruik van transistoren met telefoons inclusief batterijen van negen kilo toekon. Ook dit netwerk was alleen in de grote Zweedse steden Stockholm, Göteborg en Malmö te gebruiken. Beide netwerken boden plaats aan ongeveer honderdvijftig mobiele telefoons.
Begin jaren zeventig werd er in Zweden een landelijk dekkend mobiel telefonienetwerk ingevoerd. Dit systeem had als nadeel dat de verbinding alleen via telefonistes tot stand te brengen was. Wel had dit systeem aanzienlijk meer gebruikers. Naast dokters kozen ook vertegenwoordigers, fotografen en verslaggevers in toenemende mate voor de mobiele telefonie. Begin jaren tachtig waren er iets minder dan zevenhonderd mobiele telefoons in gebruik. Het systeem groeide in populariteit waardoor een geautomatiseerd systeem noodzakelijk werd. Rond die tijd kwam er weer een nieuw systeem, Nordic Mobile Telephony, dat in alle Scandinavische landen werd ingevoerd. Het was de analoge voorloper van de later zo succesvolle gsm-standaard. De foto is met hulp van Alcatel Nederland verstrekt door het telecommunicatiemuseum in Stockholm.