Waarom eindigen zoveel systeemvervangingen tegenwoordig in een teleurstelling? Het bedrag dat kleine bedrijven aan een nieuw systeem willen uitgeven is veelal net voldoende om dezelfde functionaliteit als die van het oude systeem te behalen.
Het implementatiebudget wordt maar al te snel aangesproken voor mondaine en onvermijdelijke uitgaven. Na afloop van een systeemvervangingsproject van zes tot acht maanden beschikt het bedrijf vaak over niet meer functionaliteit dan vóór de vernieuwing, en in sommige gevallen zelfs over minder. Wie is gelukkig met zo’n desastreuze investering?
Je kunt je afvragen of de software werkelijk de zwakste schakel was. Waarschijnlijk was het systeem helemaal niet aan vervanging toe.
Bedrijven moeten daarom eerst uitgebreid bestuderen wat ze al tot hun beschikking hebben. Vaak zijn ze verbaasd als ze alle mogelijkheden van hun systeem ontdekken. Daarbij kunnen zij bijgestaan worden door consultants; die kunnen ook eenvoudige verbeteringen realiseren die een flinke winst opleveren en het vertrouwen in het huidige systeem herstellen.
Om hun beperkte systeembudget optimaal te kunnen benutten, moeten financieel- en it-directeuren daarom niet zozeer letten op wat de technologie tegenwoordig biedt, maar zich veeleer afvragen welke aspecten binnen hun bedrijf zijn veranderd na implementatie van het oorspronkelijke systeem. Vervolgens dienen ze het verschil te analyseren tussen wat het bedrijf nodig heeft en wat het al tot zijn beschikking heeft. Aan de hand van die analyse is tenslotte een rationele strategie voor systeemvernieuwing op te stellen.
Dit is minder belastend voor het bedrijf, dat er voorts min of meer op kan rekenen dat het uiteindelijk krijgt wat het wil. Voordat het besluit wat het wegstemt als de ‘zwakste schakel’, moet het daarom grondig nadenken over de vraag of de software weg moet, of juist de huidige leverancier die maar al te graag irrationele systeemvernieuwingen aanmoedigt.< BR>
Luuk Dammerman, managing director Eclipse Computing