Volgens minister Peijs van Verkeer & Waterstaat is het haalbaar om tussen 2004-2008 een chipkaartsysteem in het openbaar vervoer in te voeren. OV-brancheorganisatie Mobis vindt nog steeds dat er te weinig geld beschikbaar is voor een vloeiende overgang van strippen- naar chipkaart.
Minister Karla Peijs van V&W schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat er een regiegroep wordt opgericht om de invoering van de chipkaart op nationale schaal te coördineren. Dat is geen overbodige luxe gezien de vele betrokken partijen die op één lijn moeten worden gebracht: de miljoenen reizigers, de reizigers-, ouderen- en gehandicaptenorganisaties, de vijftien ov-bedrijven, ov-brancheorganisatie Mobis, uitvoerend aanbesteder Trans Link Systems (TLS), systeembouwer East-West, de 35 ov-concessieverlenende provincies, regio’s en steden, het ministerie van V&W en andere rijksorganisaties zoals De Nederlandsche Bank en Het Centraal Orgaan Bescherming Persoonsgegevens.
De minister stelt verder in de brief dat ze voor een sobere en eenvoudige opzet in de beginfase kiest om de kosten en risico’s in de hand te houden. De eerste proefprojecten beginnen in 2004 en staan op zichzelf. Vanaf voorjaar 2005 vindt een koppeling plaats met het centrale backoffice-systeem van TLS. Naar verwachting kan eind 2005 worden bepaald of het chipkaartsysteem voldoet. Doet-ie het goed, dan volgt in 2006-2007 de landelijke invoering.
De concreetste voorstellen voor proeven zijn die van de ov-bedrijven RET (het gehele Rotterdamse metronet) en Connexxion (bussen in de regio Voorne Putten/Hoekse Waard) en NS (spoorlijn Rotterdam-Hoek van Holland). Daarnaast bestaan er zeven andere plannen (zie infographic) die nog groen licht moeten krijgen. Branchevereniging Mobis klaagt in een eerste reactie aan de minister dat de complexe regelgeving een snelle besluitvorming over de toekenning van de pilotgelden aan deze plannen in de weg staat.
Octopus
Het consortium East-West (bestaande uit Accenture, Mtrc, Thales en Vialis) levert het systeem voor het elektronisch vervoerbewijs binnen afzienbare tijd op, aldus V&W. De basis ervan is het Octopussysteem, dat sinds 1997 in Hongkong in gebruik is. Volgens het ministerie maakt het systeem een stabiele en flexibele indruk en werkt 95 procent van de ov-bedrijven, waaronder Mtrc als overheersende partij, in de Chinese stad ermee. De parameters van de Nederlandse versie van Octopus worden deze maand definitief vastgesteld. Pikant detail is dat Peijs in haar kamerbrief de verantwoordelijkheid voor en het intellectuele eigendom van het systeem bij de ov-bedrijven neerlegt. Mobis daarentegen zegt dit berust bij leden van het consortium.
Aangemelde proefprojecten ov-chipkaart
|
De ov-chipkaart wordt een contactloze kaart die voor vertrek op zo’n tien centimeter van een elektronisch leesapparaat gehouden moet worden. Dit apparaat registreert draadloos het vertrekpunt. Bij aankomst moet een reiziger de kaart nogmaals voor zo’n lezer houden. De ritprijs wordt vervolgens berekend en van het tegoed afgeboekt. Op metro- en treinstations komen twee meter hoge toegangspoortjes te staan. Een woordvoerder van TLS vertelt dat er verschillende kaartversies op de markt zullen verschijnen. Er komen in ieder geval een anonieme kaart, op te laden bij speciale oplaadpunten, en een oplaadbare, gepersonifieerde kaart. Bij deze laatste versie kan de reiziger er ook voor kiezen via automatische incasso zijn saldo te laten aanvullen wanneer dit dreigt op te raken. Verder zullen er allerlei reistegoedkaarten en abonneekaarten verschijnen die niet oplaadbaar zijn.
Geld tekort
Mobis blijft bij het standpunt dat, los van de financiering van de proefprojecten, het kabinet met minimaal 150 miljoen euro over de brug moet komen. De branchevereniging vreest dat de kleinere vervoersbedrijven de investeringen in de chipkaart niet kunnen ophoesten. Peijs stelt echter ‘slechts’ maximaal honderd miljoen euro beschikbaar, waarvan tien miljoen euro bedoeld is voor de proeven en negentig miljoen als dekking van een deel van de kosten (geschat op 210 miljoen) die ov-bedrijven moeten maken om de overgang van strippen- naar chipkaart te financieren. Verder komt er een bijdrage uit het Fonds eenmalige bijdrage NS (Fens) van minimaal 74 miljoen euro. Het overgrote deel daarvan (69 miljoen) is bestemd voor de ontwikkeling van het centrale backoffice-systeem. Vijf miljoen is bestemd voor de proefprojecten.
Naar schatting kost het chipkaartsysteem jaarlijks 160 à 170 miljoen euro. De kosten van het huidige strippenkaartsysteem liggen per jaar op 120 miljoen euro. De totale investeringen worden geraamd op ruim achthonderd miljoen euro. Desondanks verwacht Peijs – op basis van de uitkomsten van een baten-lastenstudie – dat de invoering van de chipkaart voor het gehele Nederlandse openbaar vervoer een positief saldo oplevert van vierhonderd tot 1500 miljoen euro. De onderzoekers schatten dat de kaart tot 2010 1,5 procent vervoersgroei zal opleveren. Overigens moet de reiziger ook meebetalen: de kaart gaat zo’n 7,50 euro kosten.< BR>