Novell heeft zijn zinnen hernieuwd gezet op de markt voor servers, Linux-servers. De overname van de Linux-distributeur Suse vorige week dient in eerste instantie niet voor de desktopmarkt, maar voor bedrijfskritische toepassingen.
Analist Mike Davis van onderzoeksbureau Butler Group oordeelt dat Novell nu weer een belangrijke speler is geworden in de bedrijfsmarkt. Suse staat immers te boek als het ontwikkellaboratorium van Linux voor zwaar gebruik. Het vervulde die rol in het stilletjes ter ziele gegane United Linux-consortium, opgericht door het Amerikaanse SCO (voorheen Caldera), het Duitse Suse, het Aziatische Turbolinux en het Zuid-Amerikaanse Connectiva.
De Butler-analist stelt dat Novell een nieuw product nodig had. De aangekondigde overgang naar een Linux-kern (kernel) voor Netware-systeemdiensten ligt nog in de toekomst. Daarnaast was Novell te vroeg met zijn gang naar webdiensten, waarvoor het vorig jaar Silverstream overnam. Die markt was niet rijp en de standaarden nog niet uitgekristalliseerd, aldus Davis.
Linux-strategie IBM
De aankoop van Suse levert Novell niet alleen een concreet product, de Linux-distributie, op. Het krijgt ook hechtere banden met onder meer IBM, die deze Linux-uitvoering centraal heeft gesteld in zijn Linux-strategie voor zijn zware servers, inclusief mainframes. Het Amerikaanse Red Hat, de grootste Linux-distributeur, komt vooral aan bod voor IBM’s Intel-servers. De 50 miljoen dollar investering die de serverleverancier doet in Novell, gelijk met diens aankoop van Suse, onderschrijft het belang hiervan.
IBM stelt hiermee zijn Linux-strategie zeker. Niet zozeer vanwege de juridische dreigementen van Unix-erfgenaam SCO, maar vanwege de behoefte van klanten aan betrouwbaarheid wat ook wereldwijde ondersteuning door een vertrouwde partij omvat. IBM biedt dit, maar wil zich niet aan een eigen distributie wagen. Red Hat wil het op eigen houtje bieden en Suse wilde dat middels United Linux. Oudgediende Novell ontwart het kluwen enigszins.< BR>