Nu Java steeds meer gebruikt wordt voor het ontwikkelen van grootschalige informatiesystemen neemt bij Java-programmeurs ook de behoefte aan contact met collega’s toe. “Ze willen vooral contact met collega’s die in andere werkomgevingen actief zijn”, vertelt Klaasjan Tukker, sinds maart voorzitter van de NL-JUG, de Nederlandse Java User Group.
|
Na een aantal jaren een enigszins slapend bestaan te hebben geleid, is de NL-JUG aan een tweede jeugd begonnen. Onder aanvoering van een nieuwe voorzitter tracht de Nederlandse Java User Group zich te ontwikkelen tot hét platform voor Java-programmeurs. “Een conservatieve schatting geeft aan dat in Nederland zo’n twintigduizend mensen zich op professionele wijze met Java bezighouden”, vertelt Tukker. “Nu Java niet langer alleen maar wordt gebruikt als ‘fun’ aanvulling op websites, maar meer en meer wordt toegepast voor het bouwen van serieuze applicaties, neemt ook de behoefte aan kennisuitwisseling en onderling contact zienderogen toe.”
Relaties
De 29 jaar oude Tukker was voorheen actief binnen de Software Developers Group Netherlands (Sdgn). “Daar hebben we geprobeerd een eigen Java-sectie op te zetten. Helaas kwam dat niet erg van de grond. Achteraf bezien snap ik ook wel waarom. De Sdgn vraagt 295 euro per jaar aan contributie voor twee medewerkers of 195 euro voor één werknemer. Dat is te duur. De NL-JUG vraagt per jaar 25 euro en kent daardoor een veel lagere drempel.”
Deze relatief lage kosten maken het wellicht ook mogelijk om als NL-JUG de samenwerking met de grote detacheringbedrijven van Nederland aan te halen. “Zo’n 60 procent van de Java-ontwikkelaars is werkzaam bij de grote detacheerders. Voor hen is een bedrag van 25 euro per werknemer per jaar haalbaar. Het is voor die bedrijven immers ook van belang dat hun medewerkers hun kennis en vaardigheden op peil houden en liefst verbeteren.”
Het aanhalen van deze contacten is één van de taken die medebestuurslid Hans Bossenbroek op zich heeft genomen. Bossenbroek is werkzaam bij Luminis in Arnhem en werkte voorheen onder andere voor Atos-Origin. “Hij kent de wereld van de detacheerders goed. Hij zal veel tijd en energie steken in het opbouwen van relaties met de grote detacheerders, zodat we de groei van het ledenaantal van de NL-JUG kunnen versnellen. Het aantal leden ligt momenteel op circa driehonderd. We willen naar minimaal vijfhonderd dit jaar.”
Overigens kent de NL-JUG momenteel uitsluitend persoonlijke lidmaatschappen en geen bedrijfslidmaatschap. Het overleg in de tweede helft van het jaar met grote detacheringbedrijven moet uitwijzen in hoeverre er behoefte bestaat aan bedrijfslidmaatschappen en aan welke voorwaarden deze dan moeten voldoen.
Groei
Om de groeidoelstelling te halen, neemt ook het aantal activiteiten van de Nederlandse Java-gebruikersgroep toe. Op 11 mei werd de J-Spring georganiseerd. “Zo’n tweehonderd mensen namen deel aan deze eerste van een nieuwe reeks bijeenkomsten. Vanaf nu organiseren we ieder voorjaar een J-Spring en ieder najaar een J-Fall; de eerstvolgende vindt plaats op 12 oktober in Ede.”
Tijdens de J-Spring in Zeewolde ging Jim Laden in op de Java Studio Creator en nam Sander Hoogendoorn het onderwerp ‘applicatie levenscyclus beheer’ bij de kop. Laurent Weichberger van Trivera Technologies hield een voordracht over Groovy, één van de Java-dialecten die tevens kenmerken in zich heeft van Python, Ruby en Smalltalk. Tussen deze voordrachten werden parallelsessies georganiseerd over onderwerpen als JSE 1.5, MMBase, Apache Cocoon, ‘portlets’ en ‘xforms’, ‘mock’ objecten als testmethode, Jini en Java Server Faces (JSF).
Tukker benadrukt dat in het officiële programma nadrukkelijk tijd wordt vrijgehouden voor contact met collega’s. “De waarde van de kennis van een Java-programmeur halveert iedere vijf jaar. Je moet dus actief met je vakgebied bezig zijn wil die kennis op peil blijven. Tussen negen en vijf lukt dat echter vaak niet. Daarom proberen wij een formeel programma aan te
Masters of Java Op donderdag 25 november organiseert NL-JUG het ‘Nationaal kampioenschap Java programmeren’. Teams van twee software-ontwikkelaars lossen kleine problemen op, in zo kort mogelijke tijd. Hoe minder tijd, hoe hoger het puntental. Informatie en aanmelden: http://www.nljug.org/moj/ |
Onderwijs
Een andere doelgroep die de NL-JUG wil aanspreken, is het onderwijs. “Veel studenten kennen de taal goed, maar ontberen bijvoorbeeld ervaring met het werken in teams. Ze leren hoe ze zelf een probleem moeten aanpakken en oplossen. Dat doen studenten echter vooral individueel en niet in teamverband. Bovendien bouwen ze liefst alles zelf; dat wordt hen ook zo geleerd. In het bedrijfsleven kijken we liever wat we zelf moeten doen en waar we beter een bestaand product of een open broncode-oplossing kunnen kiezen. Ik was dan ook blij dat van de deelnemers aan de J-Spring 10 procent student was en 5 procent docent.”
Naast de J-Fall (waarvan het programma nog niet bekend is) komen er dit jaar ‘Java University’-sessies. “Dat zijn avondbijeenkomsten die een combinatie bieden van een presentatie verzorgd door een leverancier en een discussieonderwerp. We zijn deze sessies nu aan het voorbereiden. Informatie hierover is binnenkort te vinden op onze website: http://www.nljug.org. De eerste sessie heeft in september plaats.”< BR>