De dienstensector kan wel degelijk innovatief zijn. Ict-dienstverleners scoren daarin het hoogst. Ict is echter niet de belangrijkste motor voor innovatie in deze sector. Dat zijn andere bronnen, zoals logistieke en bedrijfseconomische expertise en kennis van wet- en regelgeving. Dit stelt de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) in het onderzoek Mythe en werkelijkheid.
Mythe en werkelijkheid In het onderzoek Mythe en werkelijkheid zijn sectoren die traditioneel niet innovatief zijn (zoals de horeca) niet meegenomen. Bedrijven met minder dan vijf en meer dan vijfhonderd medewerkers bleven eveneens buiten beschouwing. Het volledige rapport is op te vragen via http://www.awt.nl, of daar als pdf-bestand op te halen. |
In het onderzoek Mythe en werkelijkheid wordt een aantal mythes over innovatie en de dienstensector doorgeprikt, zegt AWT. Het realiseren van vernieuwingen blijkt bijvoorbeeld niet alleen voorbehouden aan industriële bedrijven. Van de dienstverlenende bedrijven met 5-500 werkzame personen heeft 56 procent in de afgelopen twee jaar ten minste één innovatie bewerkstelligd. Het gaat dan om een breed spectrum, variërend van nieuwe diensten of concepten tot aanpassingen in de interne bedrijfsvoering. Ook draait het lang niet altijd om marketing of de toepassing van ict, zoals tot nu toe vaak is verondersteld. Voorts leiden ook diensteninnovaties tot kostenbesparingen en vormen ze een exportstimulans, iets wat meestal werd gebagatelliseerd.
Ict als bron
Nieuwe behoeften van klanten zijn de belangrijkste reden om te innoveren. Bijna 80 procent van de ondervraagde dienstverleners noemt dit de belangrijkste inspiratiebron. Driekwart zegt dat de ideeën van de eigen medewerkers tot nieuwe dingen leiden. Daarnaast spelen acties van concurrenten en nieuwe mogelijkheden van leveranciers een rol, alsmede ontwikkelingen bij de overheid en kennisinstellingen en informatie uit vakbeurzen en -bladen.
Opvallend in het rapport is verder dat dienstverleners vaak externe partijen inschakelen bij de uitvoeringsfase. Klanten vormen de belangrijkste samenwerkingspartner: innovatieve diensten worden dus meestal in samenspraak met hen ontwikkeld. Daarna volgen automatiseerders en leveranciers uit de eigen bedrijfskolom. Ook zijn er contacten met kennis- en onderwijsinstellingen.
Ict-leveranciers spelen een belangrijke rol bij de totstandkoming van innovaties. Maar het belang dat aan ict wordt gehecht, is niet zo overheersend als doorgaans wordt aangenomen, stelt AWT. Uiteindelijk blijkt ruim 30 procent van de vernieuwingen ict-gedreven. Het verkeerde beeld is ontstaan omdat normaliter de gangbare statistieken zich bij innovatie richten op technologische vormen. Bij diensteninnovaties speelt technologische kennis echter een minder belangrijke rol. Andere bronnen, zoals logistieke of bedrijfseconomische expertise en kennis van wet- en regelgeving, vormen vaker de kern van diensteninnovaties.
Wel toont ook dit onderzoek aan dat ict een innovatief karakter heeft. Binnen de dienstensector zijn het toch ook weer de automatiseerders die de meeste innovaties op hun conto schrijven.