De schoolbesturen OVO Haarlem, de Noordzee Onderwijs Groep (NOG) en SaVo willen vanaf 1 januari verder onder een nieuwe naam. De schoolbesturen willen zich profileren als de ict-school van Nederland. Ook de ict-infrastructuur wordt samengevoegd, zodat deze voor de ict-afdeling beter beheersbaar blijft.
Het eerste project dat na de fusie op de rol stond, was het combineren van de drie verschillende netwerken. De NOG had al een gezamenlijk netwerk. Het Linnaeus College in Haarlem was net aan de onderwijsgroep OVO Haarlem toegevoegd. Daarom kende OVO Haarlem nog twee netwerken. Bovendien had OVO Haarlem maar één netwerkbeheerder die het hoe en wat kende van het Linneaus College netwerk. Verder waren meerdere serverruimtes sterk verouderd. “We konden geen hulp op afstand bieden”, zegt hoofd ict Jeroen Kuijk. Nog voor 1 januari 2007 zal, als die fusie doorgaat, ook het onderwijsbestuur SaVo met haar scholen op het netwerk worden aangesloten.
Te snel
“Eigenlijk was de voorbereidingstijd te kort”, zegt Kuijk. “De meest ideale periode hiervoor is de zomervakantie. We begonnen begin mei en wilden op 28 augustus klaar zijn, omdat toen het onderwijsondersteunde personeel zou beginnen”, vult Danny Burlage van ict-dienstverlener Wortell aan. In deze periode zijn de fileservers van alle locaties op één centrale plek gezet. Daarvan is tweemaal een kopie gemaakt. Daarna zijn de servers opnieuw ingedeeld. Dit alles is weer opnieuw naar de locaties gestuurd. Op iedere locatie staat nu een identieke fileserver met daarop de bestanden van de gebruikers. Daarnaast is er ook een systems management server (sms) waarop de applicaties staan. Om het netwerk op een hoger niveau te brengen en daarmee de kwaliteit van de dienstverlening beter te kunnen garanderen moest bij vier locaties (lees scholen) aan het netwerk gesleuteld worden, bij twee locaties vonden grote interne verbouwingen plaats en er werden twee compleet nieuwe locaties opgeleverd. Verder zijn er in die periode veel computers vervangen. Op 28 augustus was 97 procent van het project gereed. Kuijk: “Maar de overige 3 procent zijn wel de dingen waar de gebruiker het meeste last van heeft als dat nog niet klaar is”. Gebruikers liepen bijvoorbeeld tegen het probleem aan dat er niet voor alle applicaties snelkoppelingen waren, of dat ze te laat de juiste inloggegevens kregen. De ict-afdeling kampt nu nog met de naweeën van deze problemen. “Mensen kunnen soms hun documenten niet vinden. Eerst waren er vaak vier of vijf netwerkschijven. Nu zijn het er drie. Een ander probleem waar ze tegen aan lopen is dat ze niet meer bij gemeenschappelijke data kunnen waar ze eerder wel bij konden. Daar hadden dan meer mensen rechten op gekregen waar wij niets van wisten”, zegt Kuijk.
Lokaal opslaan
De meeste kritiek van gebruikers komt momenteel op het feit dat zij geen bestanden meer op de lokale bureaubladen kunnen opslaan. “We begrijpen dat het handig is, maar als je op veel verschillende locaties inlogt dan duurt het lang voordat alle gegevens worden opgehaald”, zegt Burlage. De ict-afdeling heeft de beslissing om de terminal server sessie automatisch na 15 minuten te laten uitloggen bij geen gebruik teruggedraaid. Burlage: “Het bleek dat docenten dat erg vervelend vonden. Een kwartier bleek te kort. Die tijd hebben we verlengd naar 30 minuten”.Kuijk en Burlage hopen de komende weken het netwerkproject af te kunnen ronden. Ze zijn totnogtoe erg tevreden met de samenwerking. Kuijk: “We hebben zo intensief samengewerkt. Het is bijna geen klant-verkoop-leverancier-relatie meer”.