Met de introductie van een snellere systeembus heeft chipfabrikant Intel een wapen in handen waarmee het zijn dominante positie in de computerindustrie kan uitbreiden. Deze nieuw ontworpen systeembus kan de communicatiesnelheid tussen de aanstaande 32-bit processor Willamette en het geheugen opvoeren tot wel 400 MHz.
De relatief beperkte snelheid van nu gangbare bustechnologie is meer en meer het knelpunt in PC’s, waarvan de processoren alsmaar sneller worden. De Pentium-chips van Intel communiceren momenteel op maximaal 133 MHz met het geheugen. De Athlon-processoren van concurrent AMD gebruiken de EV6-systeembus van Compaqs Alpha-chips. Die dubbelbands-technologie laat de Athlon-chips met het computergeheugen communiceren op een snelheid van 200 MHz. AMD wil dat in de tweede helft van dit jaar opvoeren naar 400 MHz.
De snellere bus die Intel nu ontwikkelt, bestaat voor het grootste deel uit een geheel nieuw ontwerp met bijbehorende licentierechten en voorwaarden. De chipproducent heeft al laten weten dat bedrijven die licenties hebben op zijn huidige P6-bustechnologie niet automatisch rechten verkrijgen om chipsets en moederborden te fabriceren voor Willamette. Intel wil niet zeggen of er al chipproducenten zijn die een licentie hebben of krijgen op de nieuwe bustechnologie.
Intel ligt momenteel openlijk overhoop met één van die klanten: Via Technologies. Deze chipfabrikant maakt gebruik van de P6-technologie voor zijn Apollo Pro-chipset die een bussnelheid van 133 MHz ondersteunt. Intel heeft afgelopen zomer de licentierechten van Via ingetrokken. Via heeft dit vervolgens weten te omzeilen door samen te werken met chipfabrikant National Semiconductor, die wel licenties heeft op de bewuste Intel-technologie.
Die nieuwe systeembus is in wezen een 100 MHz-bus die dankzij een meerbands-technologie hogere snelheden haalt. De chipproducent pompt het aantal instructies op dat per keer door de bus wordt gestuurd, wat resulteert in snelheden van 200 MHz (double pumping) en 400 MHz (quad pumping). Deze technologie zal zijn debuut maken in de Willamette-processor en vervolgens ook dienen voor de zware 32-bit serverprocessor Foster en Intels tweede 64-bit chip McKinley.