De accountants- en advieskantoren Coopers & Lybrand en Price Waterhouse gaan op 1 januari 1998 fuseren. Daardoor ontstaat de grootste zakelijke dienstverlener ter wereld.
Als redenen voor de samensmelting noemt men een sterkere positie in de markt en een vergroting van de financiële slagkracht voor overnames en andere vormen van samenwerking. De twee willen vooral nieuwe activiteiten in de informatietechnologie ontplooien.
Ook in Nederland, waar Price Waterhouse relatief klein is, wordt het nieuwe bedrijf de grootste speler. Wereldwijd zal de omzet op dertien miljard dollar liggen. Het nieuwe concern, waarvan de naam nog niet bekend is, zal 130 duizend medewerkers tellen. De fusie is niet onverwacht, omdat beide partijen al enkele jaren praten over verregaande samenwerking. In plaats vanThe Big Six wordt straks gesproken overThe Big Five: na ‘Coopers/Waterhouse’ volgen Andersen, Kpmg, Ernst & Young en Deloitte & Touche.
Binnen de IT liggen de groeikansen met name op het gebied van managementadvies en uitbesteding. Automatiseerders als IBM, CSC en EDS (dat in 1995 de adviesgroep AT Kearney overnam) nemen hier een sterke positie in, maar ook Andersen Consulting, dat 25 procent van de omzet uit uitbesteding haalt. De verscherping van de concurrentie – automatiseerders komen zakelijke dienstverleners tegen en vice versa – leidt ertoe dat de krachten worden gebundeld. Het is niet ondenkbaar dat het nieuwe accountants- en advieskantoor op termijn een automatiseringsbedrijf overneemt. Price Waterhouse sloot eerder dit jaar al een alliantie met Origin voor nauwe samenwerking bij de verkoop van IT-diensten.