Tientallen jaren heeft het geduurd aleer (mobiele) pc’s zich nestelden in de bedrijfsvoering. Dat gaat met het internet of things vele malen sneller, evenals de toegevoegde waarde van al die apparaten met een ip-adres. Die stijgt naar 1,9 miljard dollar in 2020, aldus Nick Jones van Gartner.
Jones spreekt op de Gartner ITxpo in Barcelona. Hij vertelt op dat evenement dat de verspreiding en het gebruik van het internet of things tien keer sneller verloopt dan het gebruik van computers. Jones heeft het dan niet alleen over de ip-apparaten, maar ook over de software, telecomdiensten, datacentersystemen en it-diensten. In 2020 zijn er dertig miljard apparaten in gebruik die via internet koppelbaar zijn. Dat loopt van led-lichten die in de gaten hebben wie thuis is, onderhandelen met de energieleverancier over de prijs, via slimme medicijnen (pillen met een sensor die info doorgeven), hoteldeursloten, slimme energiemeters, tot aan beveiligingscamera’s. ‘Het risico bestaat dat de it-infrastructuur, vooral in de backend, daar niet op is berekend’, aldus Jones.
Geen ronde meer
Zijn collega Hung LeHong voegt eraan toe dat het risico bestaat dat ondernemingen helemaal niet met die nieuwe werkelijkheid weten om te gaan. ‘Op procesniveau kan dit namelijk grote veranderingen teweegbrengen. Stel dat een ziekenhuisbed en de patiënt zelf zijn uitgerust met sensoren, dan hoeft de specialist zijn ronde niet meer te maken. Hij ziet op zijn tablet-pc hoe het er met iedereen voorstaat. Ook raken de instrumenten niet meer kwijt, want ze melden zich vanzelf.’
Er zijn tal van voorbeelden met gewijzigde processen als gevolg van sensortechniek. In Nederland hoeft bijvoorbeeld de dijkbewaking niet meer de dijken langs te fietsen om na te gaan of ze hun functie nog wel goed kunnen uitvoeren. Hij ziet dat op zijn scherm.
Bedrijfsmodellen wijzigen
‘Maar het internet of things gaat ook bedrijfsmodellen veranderen’, meent LeHong. ‘Een verzekeringsmaatschappij leest apparaatjes uit die in auto’s zijn geplaatst om na te gaan hoeveel kilometer iemand rijdt, op welke risicovolle wegen, of iemand zich aan de snelheid houdt, et cetera. Op grond van die gegevens kan een persoonlijke premie worden berekend. Een e-tailer als Alibaba houdt bij wie wat koopt, waarnaar iemand zoekt, of hij op tijd afbetaalt en dergelijke. Daarmee is een risicoprofiel op te stellen waar een verzekeringsmaatschappij jaloers op zal zijn. Gaat Alibaba die gegevens verkopen aan verzekeringsmaatschappijen? Nee, Alibaba gaat zelf verzekeringen verkopen en gaat ook banktaken uitvoeren.’
Het ‘bedrijfsmoment’ is een derde niveau waarop de cio maatregelen moet nemen, meent LeHong. Als voorbeeld haalt hij speelgoedketen Toys”R”Us aan die in de kerstperiode voor vier weken een winkel inricht in een winkelstraat of winkelcentrum waar veel mensen komen. Na die vier weken wordt de boel weer onttakeld. LeHong: ‘Dat ga je steeds vaker zien. Het betekent wel dat de it-infrastructuur hierop ingericht dient te zijn.’
Twee snelheden
Cio’s hebben in de loop der jaren veel paradigma-shifts meegemaakt. Zijn ze immuun voor de voorspelde wijzigingen die het internet of things met zich meebrengt? ‘Volgens ons onderzoek niet, want een meerderheid neemt die erg serieus’, zegt Dave Aron, eveneens een Gartner-analist. Het internet of things is nog onontgonnen terrein, betoogt hij. Dan gaat het zowel om welke it-bedrijven daar een (hoofd)rol gaan spelen, als om de vraag welke vaardigheden je nodig hebt voor die nieuwe wereld. Dan speelt ook de vraag hoe vaardigheden moeten worden ontwikkeld: binnen of buiten de it-afdeling. Aron: ‘Hoogstwaarschijnlijk allebei.’
Daarom ziet Aron een beweging met twee snelheden ontstaan. ‘De ‘snelle’ jongens en meisjes die de nieuwe technologieën ten nutte van hun bedrijf weten aan te wenden en de bedaagde merendeels jongens die het datacenter moeten gaan verversen. Erp en alles blijft bestaan, maar zal wel een aanpassing moeten krijgen.’
De basis voor het succes van Internet of things ligt in de: sensor technologie, allang niet meer of iets aan het internet gekoppeld kan worden. Dat is inmiddels al wel een commodity geworden. De kunst om de omgeving in gegevens te vertalen is de basis voor elke nieuwe generatie smartphones, en andere smartdevices.
Internet of things komt ook gepaard met elektronische trojaanse paarden. Van zowel Amerikaanse als Chinese kant. Niet zo gek natuurlijk om een apparaat wat aan het internet zit te gebruiken om je opsporings-grid uit te breiden.
Zeg maar wat Google deed met haar auto’s om al het draadloze netwerkverkeer op te vangen en door te ploegen naar interessante gegevens. Maar dan 24/7 op het bedrijf of in het huis. Naast die mooie nieuwe Xbox one die zelfs personen van elkaar kan onderscheiden. Hop, zo naar ArgoII streamen en die wetgeving komt vanzelf wel rond. Anders gooien ze er nog een aanslagje er tegenaan om het gepeupel bang te maken.
Dus die Hung LeHong zegt dat Huggies/Pampers met sensoren uitgerust moeten worden om zo verzorgers te attenderen op een patient die verschoning nodig heeft?
En betreffende de dijkbewaking krijg ik ineens een flashback naar de persconferentie waar Donner als een moderne Hansje Brinker met zijn vinger in de digitale dijk probeerde de hackers buiten te houden. Zolang we problemen met beveiliging van Internet hebben lijkt me enige terughoudendheid gepast.
De grootste uitdaging met IoT zit in het kunnen relateren van al de verzamelde gegevens en er de juiste conclusies aan verbinden. Niet zozeer een Big Data probleem als wel een ‘context’-probleem.
Waar, wanneer en onder welke omstandigheden is een sensormeting ontstaan?
Gebrek aan kennis over context en situational awareness zijn nu nog de grootste inhibitors van IoT.
IoT is als er niets met de data gebeurt het Internet of Nothing. In mijn huis is alleen het broodrooster nog niet geschikt voor een IP adres en dat is ook het energie apparaat dat niet kan telefoneren, voor de rest kan ik alles bedienen en heel veel log data binnenhalen, maar ik ben er nog niet achter wat ik er aan heb of zou kunnen hebben. Sensors aan Intenet koppelen brengt weinig risico’s met zich mee, zolang je niet weet welke data wordt geproduceerd binnen de welke context.
Mensen die willen experimenteren moeten maar eens kijken naar arduino, daar kan je heel wat things mee op Internet krijgen.
Leuke applicaties zijn:
– Je tuin beregening laten sturen door buienradar
– Boodschappen laten bezorgen door de inhoud van je vuilniszak die wordt gescand
– je vaatwasser weet wanneer die kan gaan wassen aan de hand van de inhoud vuile vaat
– 1 knop op de magnetron, het voedsel bepaalt zelf bij welke stand het klaar is
Enzovoort…..dat Amazon en alibaba verzekeringen gaan verkopen is totaal niet interessant.
Maar………………….. Internet of things bestaat toch voorlopig niet!!
https://www.computable.nl/artikel/nieuws/infrastructuur/4752239/2379248/internet-of-things-bestaat-voorlopig-niet.html
Of heeft Forrester andere maatstaven dan Gartner?