De structurele geldstroom voor wetenschappelijk onderzoek naar informatie- en kennissystemen raakt op. IKS-onderzoekers moeten vooral de Europese subsidieregelingen beter gaan benutten.
“De eerste geldstroom aan IKS-promotie-onderzoek is aan het opdrogen”, zegt dr. Richard Starmans, universitair docent aan de Universiteit van Utrecht en manager van de School voor Informatie en Kennissystemen (SIKS). Samen met prof. dr. John-Jules Meyer, hoogleraar Informatica in Utrecht, onderzocht Starmans hoe het IKS-promotieonderzoek in Nederland wordt gefinancierd.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat in 2001 nog bijna 40 procent van de onderzoeksprojecten vanuit de eerste geldstroom werd bekostigd. In 2006 is dit nog 12 procent. Deze eerste geldstroom komt vanuit de universiteit zelf, die uiteindelijk weer het geld van het ministerie heeft gekregen, meestal zonder specifieke randvoorwaarden. Starmans: “Het opraken van de eerste geldstroom zóu ten koste kunnen gaan van fundamenteel onderzoek.”
Het onderzoek laat verder zien dat steeds meer onderzoek wordt gefinancierd vanuit de derde geldstroom. Dat zijn formeel alle andere partijen die onderzoek financieren, bijvoorbeeld de Europese Unie, het ministerie van Economische Zaken of een consortium van bedrijven. ”Dit zijn niet structurele, zeer conjunctuur-gevoelige gelden.” Onder het tweede kabinet Balkenende ging er relatief veel geld naar informatica-onderzoek. Aardgasbaten werden ingezet ter verbetering van de kennisinfrastructuur van Nederland. “Het is niet te zeggen wat het nieuwe kabinet gaat doen.” De zorg van Starmans en Meyer wordt ook gedeeld door het adviesorgaan ICT-regie. Zij stellen in hun ict-innovatieagenda: “Grote en belangrijke ict-onderzoeksprogramma’s worden incidenteel gefinancierd uit extra aardgasbaten.”
De derde geldstroom bestaat ook uit geld vanuit de Europese Unie. Uit de studie van Starmans en Meyer blijkt dat amper 10 procent van alle projecten vanuit de EU is gefinancierd. “Dat is opmerkelijk laag. Veel onderzoekers vragen liever geen subsidie aan bij de EU. Zo’n internationale competitie kost vaak veel inspanning, tijd en bureaucratie. Voor velen is het nu ook niet strikt nodig. Dat verandert wellicht als de subsidiemogelijkheden hier verslechteren. Het zevende kader programma van de EU start in januari 2007 en biedt in ieder geval volop kansen voor informatici.”