Invoering van het keuzevak informatica in de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs dreigt op een debacle uit te lopen. Er zijn nauwelijks vakbekwame docenten en er vinden te weinig onderwijsexperimenten plaats.
Dit schrijven twee verenigingen op gebied van informatica-onderwijs aan de fractievoorzitters en de onderwijsspecialisten van de Tweede Kamer.
De afdeling educatie van het Nederlands Genootschap voor Informatici (NGI) en de Vereniging Informatica, Informatiekunde en Informatietechnologie in onderwijs (I&I) zeggen dat het nieuwe keuzevak veel leerlingen kan trekken als er voldoende voorzieningen komen. Hun brief is twee maanden oud, maar werd pas onlangs bekend gemaakt in een NGI-uitgave. De Tweede Kamerfracties hebben nog niet gereageerd.
Eerder drong de Commissie Docentenscholing Informatica bij de regering aan op goede scholing van docenten. In deze commissie zitten vertegenwoordigers van bedrijfsleven, particuliere opleiders, scholen en hoger onderwijs. De commissie stelde een overgangsregeling voor om die scholing snel te starten, want het opzetten van een officiële eerstegraads opleiding aan de lerarenopleidingen duurt jaren. Tevens stelden ze minimale scholingseisen op.
De commissie raamde het scholingsprogramma op ongeveer een ton per docent. In eerste instantie zou het tussen de zestig à honderd docenten betreffen. Scholen, docenten en overheid zouden de kosten moeten dragen. Het is echter onduidelijk of het ministerie van Onderwijs geld wil steken in het programma.