In de recente rapportage van demissionair minister Ritzen blijkt minder zeker dan het ministerie van Onderwijs begin dit schooljaar aangaf dat de scholen die niet tot voorhoede behoorden zeker geen achterblijvers zullen worden.
De ongeveer 350 voorhoedescholen krijgen in ieder geval grotendeels wat hen beloofd is voor 1998. Dit betekent dat de verhouding van één computer op tien leerlingen en de aanleg van lokale netwerken voor de voorhoedescholen te realiseren valt.
Inmiddels merkt Ritzen nadrukkelijk op dat hij altijd heeft gesteld dat een volgend kabinet de financiering na 1999 moet regelen, wat hij in het verleden overigens niet in het minst als een probleem zag. Of de benodigde één miljard gulden voor de resterende 8500 scholen er zal komen, is echter onduidelijk. In zijn rapportage houdt de minister ditmaal nadrukkelijk de mogelijkheid open dat het te besteden bedrag een stuk lager kan uitvallen.
Volgens Ritzen moet het ambitieniveau van ict nauwkeurig afgestemd worden op de beschikbaarheid van financiële middelen. Als men bij de kabinetsformatie tot lagere bedragen besluit, zal tot bijsturing moeten worden overgegaan.