Aanpassing van de grondwet aan het Internet-tijdperk verschaft de IT-branche meer duidelijkheid. Dit zegt Lodewijk Asscher, auteur van een rapport dat de gevolgen van de IT-ontwikkelingen voor de grondrechten beschrijft. Email-berichten bijvoorbeeld zouden onder het briefgeheim moeten vallen.
De aansprakelijkheid van Internet-aanbieders is één van de vele juridische vraagstukken die kleven aan de IT-ontwikkeling. De regering heeft de commissie ‘Grondrechten in het digitale tijdperk’ ingesteld die de millennium-bestendigheid onderzoekt van de grondwet, waarvan de eerste versie stamt uit 1815 en de laatste drastische wijziging uit 1983.
Lodewijk Asscher heeft voor het Instituut voor Informatierecht (Ivir), verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, de knelpunten geïnventariseerd die door IT ontstaan in de grondwettelijke bescherming van vrijheid van meningsuiting (artikel 7) en het communicatiegeheim (artikel 13). "Deze artikelen bieden bescherming tegen de overheid, maar niet tegen bedrijven of medeburgers. Verder biedt de huidige grondwet geen recht op ontvangen van informatie en op toegang tot communicatiemiddelen. Het gevaar is dat bedrijven op een indirecte manier Internet-verkeer belemmeren, door bijvoorbeeld filters te plaatsen of met software te bepalen wat een gebruiker wel en niet kan doen."
Asscher vindt aanpassing van de grondwet noodzakelijk, al is het maar om duidelijkheid te scheppen over een aantal kwesties. Zo’n aanpassing zal volgens hem binnen de IT-branche op weinig verzet stuiten. De wijzigingen doen niets af aan het anarchistische karakter van de e-snelweg. "Het is een aanzet voor heldere wetgeving, waarin duidelijk staat wat wel en niet mag op het gebied van bijvoorbeeld privacy en het aftappen van informatie door de politie. Op deze manier worden de grondrechten van de burger gegarandeerd."
De regering lijkt te streven naar een grondwetswijziging. De vraag is of ze kiest voor een behoudend of vergaand concept. Inmiddels rijzen twijfels over de ingestelde commissie, die werkt in het politieke krachtenveld, waardoor een compromisvoorstel voor de hand ligt. "De commissie moet zoveel mogelijk rekening houden met bestaande wetgeving, ingediende wetsvoorstellen en beleidsnotities. Daar is al eerder kritiek op geleverd: deze stukken moeten rekening houden met grondrechten en niet andersom", schrijft professor Gerard Schuijt in het juridische tijdschriftMediaforum.