‘Als je als ondernemer iemand kunt plukken die jouw klant niet is, dan doe je dat.’ Professor Jens Arnbak, directeur van de Opta, spreekt tijdens het tiende congres mobiele communicatie, en de zaal vol mobiele telefoonmensen is zeer stil.
Arnbak preciseert: een Nederlander op reis, die in het buitenland mobiel belt, wordt geplukt. Daarom is de EU begonnen met een onderzoek naar de hoge kosten van ‘roaming access’ – die overigens niet door de oorspronkelijke provider worden veroorzaakt, maar door de buitenlandse verbinding waar de ‘roamer’ tijdelijk gebruik van maakt. Bovendien zijn die kosten zeer ondoorzichtig, en heeft de klant vrijwel geen kans op herziening van de rekening. Dat moet stoppen, vindt Arnbak.
De Opta gaat ook onderzoeken hoe het zit met de ‘joint dominance’ van de vijf mobiele telefoonmaatschappijen behalve de KPN – want hun tarieven van vast naar mobiel zijn toevallig allemaal ongeveer even hoog. Misschien dat daar impliciet of expliciet een afspraak achter zit, veronderstelt Arnbak.
Bovendien stoort Arnbak zich aan het gerommel van diverse EU-overheden met de UMTS-veilingen. Daar had één procedure voor afgesproken moeten worden, zoals dat ook het geval is voor bijvoorbeeld de diverse zendfrequenties die in Europa gebruikt worden: alemaal goed gecoördineerd door de International Telecommunication Union. De winnende bieders zijn nu gedwongen hun tarieven in hun oorsprongland te verhogen om uit de kosten te komen. Over mobiel Internet wil Arnbak het niet hebben – de term ‘internet’ staat zelfs niet in de Telecomunicatiewet, zo benadrukt hij.
Arthur Graaff