UPC reageert als door een wesp gestoken op het discussierapport van NMa en Opta. Het vreest zijn alleenrecht op de kabel kwijt te raken.
Vorige week brachten de Nederlandse Mededingsautoriteit en de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit het ‘Consultatiedocument Internettoegang’ uit. Het rapport oppert de mogelijkheid dat de bezitters van een kabelnetwerk andere bedrijven die internettoegang willen verschaffen, gebruik moeten kunnen maken van dat netwerk.
Dat zat UPC met Chello niet lekker, want dat zou betekenen dat concurrenten voor Chello met een redelijk interconnectie-tarief op de kabel van UPC met Chello kunnen concurreren. De managercorporate affairs in Nederland steigerde bij het rapport. Hij liet de pers bijeenkomen en vertelde dat UPC niet tegen anderen op zijn kabel is, maar dat moet dan wel in het kader van een zuivere commerciële activiteit zijn en niet op dit moment gebeuren. UPC gaat ervan uit dat derden op haar kabel ook de opwaardering van het net moeten meebetalen. Ze moeten dus als het ware zelf ook in het net investeren. Nu wordt er nog gestudeerd, vooral in de VS waar er experimenten zijn met derden op de kabel. "We hebben altijd gezegd dat we te zijner tijd niet tegen derden op de kabel zijn, maar we moeten niet door de overheid gedwongen worden", zegt hij.
De belangrijkste klacht is de definitie van hoge snelheidsverbindingen. In het rapport wordt gesuggereerd dat dat moet worden bepaald aan de hand van de overdrachtsnelheden. Volgens UPC en Chello vallen ze dan niet onder de termen, omdat een kabelaar zijn snelheden aan de consument niet kan garanderen, zoals bij Adsl wél het geval is.
NMa was verrast door de felle reactie. Een woordvoerder zegt dat het rapport alleen suggesties bevat en dat de consultatieperiode nog maanden duurt.