FNV Zelfstandige Bondgenoten heeft gisteren de Tweede Kamer gewaarschuwd dat steeds meer kleine zelfstandigen in de wurggreep belanden van opdrachtgevers.
Opdrachtgevers van met name zelfstandige trainers en ICT’ers, dringen steeds vaker een zogenaamd (nul-)urencontract op.
Ze zijn er op die manier zeker van dat de uitvoeringsinstellingen sociale zekerheid geen naheffing sociale premies opleggen. Naheffingen leggen de uitvoeringsinstellingen op, als ze bij controle achteraf tot een dienstverband concluderen. Een (nul-)urencontract of een contract voor bepaalde tijd sluit een dienstverband uit.
Maar de zelfstandige kan door deze praktijk in de gevarenzone terecht komen waarin zijn status als ondernemer in twijfel wordt getrokken, allereerst door de fiscus. Want de zelfstandige is een opdrachtgever kwijt, terwijl de fiscus de grens trekt bij ten minste drie opdrachtgevers per jaar voor erkenning als zelfstandige. Bovendien valt zo’n contract niet onder de opdrachten die bijdragen aan de ‘winst uit onderneming’ zoals de fiscus die definieert en tellen de contracturen niet mee bij het urencriterium (1225 per jaar) dat de belastingdienst hanteert om de grens te trekken voor zelfstandig ondernemer.
Ook laten opdrachtgevers volgens de FNV eenmansbedrijven steeds vaker toezeggen dat zij mogelijke naheffingen zelf betalen, of ze houden twintig procent op het afgesproken tarief als waarborgsom die ze dan niet terug betalen als naheffingen achterwege blijven. Verder schakelen ze steeds vaker bemiddelingsbureaus in om zich in te dekken.
Al deze praktijken tasten de inkomens- en concurrentiepositie van de zelfstandigen zonder personeel aan, stelt de FNV. Die vraagt de Tweede Kamer daarom om een helder ondernemersbegrip te definiëren dat zowel de fiscus als de uvi`s moeten hanteren. Nog voor het zomerreces krijgt de Kamer daarover een wetsoorstel.