Ericsson Enterprise heeft twee jaar geleden besloten om haar verkoopmodel volledig indirect te maken. ‘Daarvoor hadden we in sommige markten een direct verkoopmodel, in andere markten verkochten we indirect of bestond er een mix van die twee modellen,’ zegt Frederic Boone, director of marketing EMEA van Ericsson Enterprise.
De directe verkooporganisatie met 2400 werknemers werd overgenomen door investeringsmaatschappij Apax Partners en vormde na de overname een wereldwijde system integrator onder de naam Damovo. Ericsson behield een belang van 20 procent in Damovo, dat inmiddels het hoogste partnerniveau van Ericsson heeft behaald. Volgens Boone is de leverancier echter geen concurrent van haar verkoopkanaal. ‘We hebben alleen een belang in Damovo; we zijn verder niet actief betrokken bij de organisatie.’
Tegelijkertijd verdeelde Ericsson de wereld op in regio’s, waaronder EMEA met uitzondering van de Nordics, die Ericsson uit historische overweging als aparte regio aanhoudt. ‘De Nordics zijn voor ons de thuismarkt, en dat is een ander type markt dan de andere binnen EMEA,’ weet Boone, die van mening is dat ook binnen EMEA een grote diversiteit aan markten bestaat. ‘Hoewel ze uiteindelijk allemaal op hetzelfde niveau zullen komen, zullen de markten gezamenlijk nooit één grote markt vormen. Daarvoor zijn de verschillen in cultuur en werkwijze te groot.’ Ericsson heeft een nauwe band met Nederland. Ruim honderd jaar geleden werd de eerste vestiging buiten Zweden in Nederland geopend. Toch is Boone niet van mening dat Nederland eigenlijk tot de Nordic-regio zou moeten behoren. ‘Met de Benelux, Frankrijk en Duitsland heeft Nederland meer raakvlakken dan met de Nordic-landen.’
In dezelfde periode heeft Ericsson meer stappen ondernomen om de operationele kosten te drukken: de productie van mobieltjes werd ondergebracht in een samenwerking met Sony en wereldwijd is het personeelsbestand teruggebracht met ruim 20.000 werknemers. Boone wil niet ingaan op deze beslissingen, maar heeft er wel begrip voor. ‘De industrie heeft een moeilijke periode doorgemaakt. Als een bedrijf winstgevend wil blijven, brengt dat moeilijke beslissingen met zich mee.’ De telecomindustrie is volgens Boone een markt van groei op de lange termijn. ‘Mensen communiceren nu eenmaal en niettegenstaande de moeilijke periode is er een aantal indicaties dat de markt weer zal oppikken. Het aantal gebruikers van mobiele communicatie zal volgens de meeste prognoses de komende vier jaar met acht- of negenhonderd miljoen toenemen. Anderzijds wordt er ook meer gebruik gemaakt van communicatiemiddelen, er wordt vaker gecommuniceerd en de duur van de communicatie neemt toe.’
Deze ontwikkeling vindt niet alleen plaats in de consumentenmarkt, maar ook op de zakelijke markt, vertelt Boone. ‘De trend geeft aan dat mobiliteit een grote troef wordt voor een bedrijf dat zijn werknemersbestand efficiënter wil maken en de TCO van de infrastructuur wil verminderen.’
De directeur benadrukt dat hij met ‘een toenemend gebruik van mobiele communicatie’ niet alleen doelt op GSM of GPRS. ‘Mensen gaan meer mobiel werken, onder andere als gevolg van het fileprobleem. In plaats van één of twee uur in de file te zitten is het misschien verstandiger en productiever om die tijd thuis te werken. Dan moet je echter wel deel blijven uitmaken van de infrastructuur van het bedrijf en voor de klanten moet dat transparant zijn. Het nummer waarop je gebeld wordt, moet identiek zijn, op het bedrijf, thuis én mobiel. De GSM moet dus een bedrijfstoestel blijven, met dezelfde functionaliteit.’
Dit klinkt erg naar IP-telefonie. Boone: ‘IP speelt daarbij een grote rol, want het is de onderliggende technologie, maar IP an sich is voor een bedrijf niet de toegevoegde waarde. Dat is het creëren van een manier waarop je op IP-gebaseerde efficiënte communicatieoplossingen kunt aanbieden, zoals home working of remote working. Als je tegenwoordig een bijkantoor wilt opzetten met een klein aantal werknemers, moet je er een PABX neerzetten. In het geval van IP en ADSL zijn er meer mogelijkheden, een ADSL-modem en een IP-telefoon. Het is echter ook mogelijk om dit kantoor te laten communiceren via GSM-telefoons die deel uitmaken van de bedrijfscentrale in het hoofdkantoor. In dat geval is er helemaal geen infrastructuur.’
De juiste oplossing zal een combinatie zijn van WiFi en GSM, GPRS of, op termijn, UMTS, meent Boone. ‘Het gaat om het gebruiken van de beste, beschikbare technologie om toegang te hebben naar zowel de spraak- als de datadiensten van een bedrijf. Daarom zul je binnen een bedrijf WLAN gebruiken, maar zodra je buiten het pand bent, schakel je over naar GSM, of in de toekomst UMTS. Het moet dus ook voor de gebruiker transparant zijn.’
De zakelijke markt zal volgens Boone een belangrijke rol spelen om de juiste combinatie van WiFi en mobiele netwerken tot stand te brengen. ‘Er ontstaan veel nieuwe mogelijkheden als er ook data aan de communicatie toegevoegd kan worden. Als apparaten in een ambulance bijvoorbeeld via UMTS verbinding kunnen maken met het medisch personeel in een ziekenhuis, maak je een grote stap vooruit.’
Velen zien ‘convergentie’ als het samenvoegen van spraak en data in de LAN-omgeving, stelt Boone. ‘Wij zien daarbij ook nog het mobiele deel, zowel binnen het bedrijfsnetwerk als binnen het publieke mobiele netwerk. Dat zorgt ervoor dat je een multi-convergence hebt tussen wat er binnen het bedrijf gebeurt en wat er in het mobiele netwerk gebeurt. Als je dat niet doet, houdt de mobiliteit op wanneer je het gebouw verlaat.’
De vraag bij IP-telefonie is altijd of dit in de markt gezet moet worden door een datacom- of een telecompartner. Wanneer daar het publieke mobiele netwerk bijkomt, wordt die vraag nog moeilijker te beantwoorden. Boone: ‘Dat is een van de redenen achter ons indirecte verkoopmodel. Niemand kan dit alleen, dus moeten we samenwerken met de operators, want zij hebben de verbinding naar het netwerk, en de system integrators.’
Denkt Ericsson samen met deze partners de mentaliteit te kunnen veranderen binnen bedrijven waar vaak wantrouwend gekeken wordt naar thuiswerken? Boone: ‘Wij zijn geen management consultants, daar zijn anderen veel beter in. Ik denk dat er vandaag de dag gekeken wordt naar een mogelijkheid om efficiënter te werken en gezien de mogelijkheden en de ROI van deze producten, zal er vanzelf een beroep gedaan worden op management consultants om deze slag te kunnen maken.’ Voor de werknemer is dit ook een voordeel, meent Boone. ‘Het is tenslotte ook voor hem gunstig als hij zijn tijd efficiënter kan gebruiken.’