Volgens marktanalist Gartner zal de uitbreiding van de Europese Unie er voor zorgen dat de Oost-Europese it-markt drie keer sneller groeit dan de West-Europese.
De Oost-Europese it-markt zal tussen 2003 en 2007 drie keer sneller groeien dan de West-Europese, zo voorspelt Gartner. Dat opent allerlei mogelijkheden voor bedrijven die handel willen drijven vanuit of met Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovakije en Slovenië, de landen die op 1 mei toetreden tot de Europese Unie.
Volgens Gartner vertegenwoordigt Oost-Europa op dit moment niet eens 8 procent van de Europese it-markt, maar zal dat percentage groeien naar zo’n 10 procent. Dat zal het gevolg zijn van de EU-subsidies die de nieuwe lidstaten krijgen, aldus Gartner. Daarmee kunnen ze immers it-projecten financieren die de economie van het land ten goede komen.
Toch kunnen de tien nieuwe lidstaten niet over dezelfde kam worden geschoren, waarschuwt Gartner. Landen als Estland en Slovenië staan wat it betreft immers op een even hoog of zelfs hoger niveau dan veel gevestigde EU-landen. Andere landen, zoals Polen of Hongarije, hebben wel een inhaalbeweging voor de boeg, maar ze beschikken over voldoende geschoolde informatici.
Volgens Gartner zal vooral de softwaremarkt in Oost-Europa explosief groeien. Dat zou komen doordat de nieuwe lidstaten massaal moeten investeren in financiële software om te kunnen voldoen aan de Europese boekhoudregels. Bovendien verwacht Gartner dat veel Oost-Europese bedrijven die al erp-software gebruiken, nu de stap zullen zetten naar software voor klantenbeheer (crm).
Ook de investeringen in hardware zullen volgens Gartner de komende jaren groter zijn in Oost- dan in West-Europa, omdat veel oude systemen in Oost-Europa dringend aan vervanging toe zijn. Daarnaast komt er wellicht ook een stijging van het aantal it-infrastructuurprojecten met behulp van Europese subsidies. Alleen aan externe dienstenleveranciers zullen de nieuwe EU-lidstaten minder spenderen dan de West-Europese landen.
Je zou toch denken dat toetreding van de voormalige Oostblok landen op de eerste plaats de export van dienstverlening aanzienlijk vereenvoudigd net als de import van oude hardware. Met programmeurs van een generatie die door gebrek aan middelen nog geleerd heeft in algorithmes te denken en lage personelskosten lijkt dat reden genoeg aan te nemen dat ze kunnen profiteren van toetreding tot de EU door een stijgend marktaandeel in ICT. Het zij ze gegund wanneer je bijv. bedenkt dat die landen vele jaren geinvesteerd hebben om hun regelgeveing op de EU af te stemmen teriwjl ons kikkkerlandje op het laatste moment nog met de afspraken gaat rotzooien door een limiet op immigrantie te stellen.