Virtualisatie is hot. Maar hoe ‘hot’ is ‘hot’? Het gebeurt vaker, zeker in de it, dat onderwerpen in een akelige hype verkeren. Service oriented architecture is nu in elke zichzelf respecterende it-publicatie te vinden. Uiteraard, virtualisatie op het x86-platform (Intel en AMD) is een nieuwe en stormachtige ontwikkeling. We zien VMWare, Xen en Microsoft’s Virtual Server. Op processorgebied in de x86-omgeving zien we dat Pacifica bij AMD en Virtualization Technology bij Intel hun intrede hebben gedaan om zo (softwarematige) virtualisatie verder door te voeren.
Maar, hoe nieuw is het nu eigenlijk? Terug in de tijd, zo’n kleine 30 jaar geleden, heeft IBM Virtual Machines (VM) op het mainframe geïntroduceerd. Toen werd dit nog gedreven om meer toepassingen te kunnen gebruiken op een betrouwbare machine.
De vraag waar virtualisatie toe dient, is wellicht goed om te stellen. Afhankelijk van het publiek zal er erg technisch op geantwoord kunnen worden. Optimalisatie van de it-middelen is er één van. Een gemiddelde x86-server wordt maar voor een paar procenten benut, terwijl het onderhoud en (software)licenties wel op 100 procent berekend worden. Virtualisatie dient echter (ook) een hoger doel. De vele hardwareleveranciers zie ik daar zelden over praten, maar waar het om gaat is dat we in een extreem roerige wereld leven. Concurrentie is heviger dan ooit en verassingen worden steeds duurder betaald. Bedrijven moeten constant hun focus bijstellen en moeten daardoor flexibele bedrijfsprocessen hebben. Dát leidt tot een roep, nee tot een schreeuw, naar een flexibele onderliggende operationele omgeving. Daarom wordt er gesproken over service oriëntatie en hé, daar past een uiterst flexibele pool aan processoren, geheugen en opslag in; virtualisatie van de operationele omgeving dus.
Frank van der Wal
IBM Innovation and Infrastructure Solutions Consultant