“It moet andere koers varen” was onlangs de boodschap van Gartner op hun ITxpo in Barcelona. Nu laat Gartner iedere lente een nieuw geluid horen, maar deze boodschap klinkt nu niet erg verrassend.
De nadruk ligt na 40 jaar automatisering niet langer op technologie. Software, opslag, bandbreedte, processorkracht: het is allemaal gemeengoed. Waar het nu om draait is de technologie aan te wenden voor wat zakelijk gezien werkelijk nut heeft”, stelt senior vice-president Peter Sondergaard. Een open deur. Iedereen die iets met it te maken heeft of er gebruik van maakt zal dit beamen. Sinds Carrs spraakmakende artikel “IT doesn’t matter” heeft de zoektocht naar het nut en de ‘business case’ it in veel organisaties meer weg van een emotionele heksenjacht dan van een zakelijke discussie.
Waarom komt Gartner met een zo voor de hand liggende boodschap? Is er echt niets anders meer te melden of is het nog steeds de spijker zijn de kop? Ik denk het laatste. In het jaarlijkse onderzoek van de Amerikaanse Society for Information Management naar de grootste ‘management concerns’ scoort ‘Aligning IT to business needs’ al jaren het hoogst. Het goed inzetten van it is in veel bedrijven blijkbaar een topzorg. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
It is business
Een van de problemen is het woord it. De ‘t’ in it staat voor technologie. Hardware, software, kabels en schijven. Al die zaken waar het tegenwoordig niet meer om gaat. It is voor velen nog steeds een ingewikkelde en dure rekenmachine. Je kunt er geen geld mee verdienen, maar wel veel geld mee verliezen, vooral als je het niet goed organiseert. Aangezwengeld door de IT Productivity Paradox van Robert Solow: “You can see the computer age everywhere but in the productivity statistics”. Dat talloze onderzoeken deze uitspraak inmiddels hebben achterhaald is helaas minder bekend. In iedere organisatie wordt nog wel besmuikt gelachen om dat ene project dat nooit een werkend systeem heeft opgeleverd, terwijl er heel veel geld ingestoken is. De lijken in de it-kast. It is geen techniek meer, it is business. It is onlosmakelijk vervlochten met alle bedrijfsprocessen van een organisatie. In meer dan 95 procent van alle reclame-uitingen wordt verwezen naar een website. De muziekindustrie is op z’n kop gezet door legale en illegale downloads. Een thuiszorgorganisatie kan op afstand ouderen monitoren. Iedereen kan via digitale drukkerijen een boek uitgeven. De voorbeelden zijn legio. It heeft ook gezorgd voor compleet nieuwe branches, die een aanzienlijk deel van de economie vertegenwoordigen. Internet thuis was nog niet zo lang geleden een beetje een overbodig, maar leuk speeltje waar je via een telefoonlijn informatie op kon vinden. Binnen drie jaar werd internet het allesomvattende netwerk waarmee we altijd en overal bereikbaar en geïnformeerd zijn. Het grootste deel van onze intermenselijke communicatie gaat via internet. De ‘killerapplicatie’ is communicatie. Niet iets rationeel nuttigs en met een hoge return-on-investment, maar gewoon fun. Internet is geen hype, internet is realiteit.
Van it-werking naar it-inzet
Maar als it geen it meer is, wat betekent dat dan voor de it’er? Is die dan geen it’er meer? Het antwoord is ja en nee. Ja, omdat er uiteindelijk nog wel technologie is, en om technologie goed te laten werken blijft die kennis nodig. Voor Nederland geldt echter dat die kennis in toenemende mate uit het buitenland gehaald wordt. De grote Nederlandse bedrijven offshoren hun it nu toch in hoog tempo naar India of Oost-Europa. Welke kennis we straks nog in welke aantallen in Nederland nodig hebben geeft veel stof tot discussie.
Dat er steeds minder échte technologie in Nederland blijft, betekent mijns inziens wel dat er een verschuiving nodig is van het ‘hoe’-denken naar het ‘wat’-denken. Van de werking van it naar de inzet van it. Van it naar Business & IT Alignment. Van informatica naar bedrijfskunde. De it’er van morgen is geen it’er meer, maar een bedrijfskundige met kennis van it. En dat vergt heel andere capaciteiten.
‘Nieuwe’ it’er
De it’er van morgen moet mee kunnen denken met de marketing manager, de taal van de controller spreken en de visie hebben van de strateeg. Dat vergt uiteraard kennis (veel meer dan in een vierjarige hbo of universitaire studie opgedaan kan worden) en vooral ook vaardigheden. De it’er van morgen kan geen introverte schematekenaar zijn. Hij moet met de vertegenwoordigers op vrijdagmiddag een borrel drinken en de boekhouder helpen met de maandafsluiting.
De Amerikaanse hoogleraar Jerry Luftman doet onderzoek naar de volwassenheid van de afstemming tussen business en it in organisaties. Uit zijn onderzoek blijkt dat naast ‘harde’ factoren als architectuur en rendement, het vooral ‘zachte’ factoren zijn, zoals interpersoonlijke relaties, partnership en vertrouwen, die de afstemming tussen business en it in organisaties verbeteren. In Nederland doet Hogeschool Utrecht op basis van de ideeën van Luftman eenzelfde onderzoek naar de volwassenheid van de ‘Business & IT Alignment’ in Nederlandse bedrijven. De bevindingen van het onderzoek worden verwerkt in de nieuwe studie Master of Informatics, die hbo’ers met minimaal drie jaar werkervaring voorbereidt op het zijn van een ‘nieuwe’ it’er. n