Alle lidstaten van de Europese Unie hebben begin maart besloten de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met 20 procent te verminderen en het aandeel herbruikbare energie op te krikken tot 20 procent van het totale energieverbruik: een ambitieuze doelstelling waarin de ict-sector een voortrekkersrol kan spelen.
Het is algemeen bekend dat de energieconsumptie een van de oorzaken is voor het fenomeen ‘Global Warming’. Bij de opwekking van elektriciteit wordt nu nog grotendeels een beroep gedaan op fossiele brandstoffen (steenkool, aardolie, aardgas). Die verbranding zorgt echter voor extra koolstofdioxide (CO2) in de atmosfeer en dat heeft volgens de meeste deskundigen rechtstreeks impact op de klimaatverandering. Op dat vlak heeft de ict-sector boter op het hoofd.
Eenvoudig gesteld: een computer gebruikt energie, in de vorm van elektriciteit, om informatie te bewerken en op te slaan. Daarbij geeft het apparaat een groot percentage van die energie terug aan de omgeving in de vorm van warmte, geluid en licht. De tegenwoordig onmisbare computers behoren echter tot de meest inefficiente apparaten ooit uitgevonden en de ict-industrie heeft daar tot op heden weinig aan gedaan.
Energie-audit onbekend
Het lijkt erop dat het informatietijdperk geen enkele les heeft geleerd uit de fouten van het industriële tijdperk. Of begint er nu toch beweging in te komen? De Amerikaanse oud vice-president Al Gore heeft hoe dan ook een stok in het hoenderhok geworpen.
Volgens een onderzoek van Intel heeft 80 procent van de bedrijven wereldwijd nog nooit een energie-audit uitgevoerd. Verder zou minder dan 1 op de 3 ondernemingen investeren in computers die energy efficient zijn. Sterker nog, de grote meerderheid van de bedrijven is er zich van bewust dat hun energiefactuur de komende jaren de pan zal uitrijzen.
Meer dan 90 procent van de ondernemingen gelooft zelfs dat de energieconsumptie in de informatica- en technologiesector een aanzienlijke bijdrage levert aan de algehele opwarming van de planeet. Waarom dan die struisvogelpolitiek als het erop aankomt een oplossing te zoeken voor deze problematiek?
Heel wat bedrijfsleiders gaan er nog steeds vanuit dat ‘groene it' per definitie ‘dure it' is, terwijl er helemaal geen correlatie is tussen de kostprijs van een pc en zijn energie-efficiëntie. Het is bijvoorbeeld niet onbekend dat een notebook minder energie verbruikt dan een desktopcomputer. Dat het verschil tussen die twee types pc kan variëren van 50 tot 75 procent lager verbruik is wellicht minder bekend.
Grote energieslokoppen zijn natuurlijk de datacenters. Volgens analisten van onderzoeksbureau Gartner zit tegen eind 2008 de helft van de datacenters in de wereld zonder stroom. Die conclusie moet niet letterlijk genomen worden; die datacenters zullen binnen twee jaar niet plotseling de geest geven. Gartner geeft gewoon aan dat 50 procent van de datacenters dan niet langer kan voldoen aan de energie- en koelingsvereisten van de steeds compacter wordende apparatuur.
Zo is het nu mogelijk om serverrekken vol te stouwen met apparatuur die al snel 30.000 watt per rack nodig heeft. Enkele jaren geleden was dat nauwelijks 2.000 tot 3.000 watt. Dit zogeheten high-density computing levert wel voordelen op, mits het correct wordt uitgevoerd. Door waterkoeling op de racks te installeren en de ruimte te verduisteren, is dan een veel kleiner en efficiënter datacenter te bouwen. Lucht is namelijk bijzonder inefficiënt om verhitte computers mee te koelen.
Gartner stelt zelfs dat in het tijdperk van luchtgekoelde computers, waarin we nu nog steeds verkeren, 60 procent van de energiekosten van datacenters afkomstig zijn van niet-it-gerelateerd materiaal. Denk aan ventilatoren, pompen en andere koelcomponenten. Het onderzoeksbureau zegt in één adem door dat energie tegen 2009 in 70 procent van alle datacenters de op één na grootste kostenpost zal zijn, ná de personeelskosten maar nog ver vóór de kosten van de ict-producten zelf.
Duizelingwekkend
Om hoeveel energie en elektriciteit gaat het dan? Het is moeilijk daar concrete cijfers aan te hangen, maar enkele Amerikaanse onderzoekers hebben eind vorige eeuw (1999) geprobeerd een schatting te maken van het wereldwijde energieverbruik door computers. Ze becijferden dat 8 jaar geleden al alle computers en servers wereldwijd verantwoordelijk waren voor 2.500 miljard kilowattuur (kWh) elektriciteit.
Als je ervan uitgaat dat een steenkoolcentrale voor 1 kilowattuur elektriciteit 1000 gram CO2 de atmosfeer injaagt en een gascentrale 400 gram, dan kom je met een gemiddelde van pakweg 700 gram tot een duizelingwekkend getal van 1.750 miljard kilo CO2, of bijna tweeduizend keer de maximale uitstoot (90 miljoen ton) die Nederland vanaf komend jaar mag produceren.
In werkelijkheid ligt de uitstoot nog veel hoger, want bijkomende energievreters zijn niet meegerekend. Denk aan energievreters als opslagapparaten en printers, en de energiekosten voor koeling. Bovendien is het totale aantal computers zeker met een kwart toegenomen sinds 1999. Als je al die elektriciteit zou laten opwekken door windturbines of andere vormen van duurzame energie zou je de uitstoot van CO2 met een factor honderd verminderen, want de CO2-uitstoot van windturbines bedraagt amper 7 à 8 gram per kWh.
Kyoto in één klap
Het Wereldnatuurfonds (WWF) is een van de voortrekkers als het op groene energie aankomt. Het fonds heeft via het Climate Savers Programma al twaalf grote bedrijven over weten te halen hun CO2-uitstoot drastisch te verminderen; met 10 miljoen ton. Als bijna 1.300 andere grote bedrijven dit voorbeeld volgen, zou de Kyoto-klimaatnorm in één klap worden gehaald.
"De klimaatverandering bestrijden biedt de zakenwereld kansen, en moedigt innovatie en de schepping van nieuwe banen aan", verklaart het WWF. "De Climate Savers tonen dat duurzame ontwikkeling geen academisch concept is, maar iets dat gerealiseerd kan worden met winst – voor de natuur, voor de maatschappij, maar ook voor de bedrijven zelf."
Sony en IBM bevinden zich onder de twaalf ‘bespaarders'. Laatstgenoemde is trouwens al langer begaan met groene it. IBM is er in de periode van 1998 tot 2004 in geslaagd zijn CO2-uitstoot met bijna 6 procent te verminderen, waarmee het zijn engagement ten opzichte van het Climate Savers-programma ruimschoots overtrof. Door een heleboel maatregelen reduceerde IBM zijn productie van koolstofdioxide met 1,3 miljoen ton – het equivalent van wat 52.000 auto's uitstoten.
Boompje planten
Dell gooit het over een andere boeg met zijn ‘Plant a tree for Me'-actie. Tijdens de Consumer Electronics Show afgelopen maart in Las Vegas, maakte oprichter Michael Dell zijn borst nat om voor elke verkochte computer een boom te planten. De achterliggende gedachte is dat je de CO2-uitstoot die je computer zal genereren opnieuw aan de atmosfeer onttrekt door een boom te planten. Bomen en planten nemen namelijk massaal veel koolstofdioxide op en zetten die om in organische koolstof, waarvan het merendeel uiteindelijk in de bodem terecht komt. Op die manier werken ze de opwarming tegen.
Wie bij Dell een laptop koopt, wordt gevraagd 2 dollar extra te betalen, ter compensatie van de elektriciteit die nodig is om de computer te laten draaien. Het zo ingezamelde geld gaat integraal naar twee organisaties die het gebruiken om bomen te planten in duurzaam beheerde bossen. Dit Dell-programma ging in februari van start in de Verenigde Staten en vanaf april volgt de rest van de wereld.
Dergelijke ‘compensatie-acties' zijn vanuit marketingoogpunt natuurlijk erg in trek, omdat ze mensen hun geweten laten sussen. In feite is het maar een doekje voor het bloeden: tegelijkertijd worden namelijk elders in de wereld massaal bomen opgeofferd om aan onze nutsbehoeften (waaronder elektriciteit) te kunnen voldoen.
Week van de duurzame energie
Ook andere ‘groten' uit de ict-wereld doen een duit in het zakje. Tijdens de ‘week van de duurzame energie' van de Europese Commissie, in februari van dit jaar, organiseerden HP, Intel en Sun Microsystems een debatnamiddag rond het thema: ‘Hoe kan ict bijdragen tot een efficiënter energieverbruik?'.
Volgens senior vice-president Bernard Meric van HP kan de ict-sector een voorname rol spelen in energiebesparing, op voorwaarde dat er dan dringend een internationale standaardisatie op gang komt. Hij wijst in de eerste plaats met de vinger naar de datacenters, waar er voor elke watt die aangewend wordt voor computeractiviteit, watt wordt verbruikt om de systemen te koelen.
De ict kan ook flink snoeien in de wereldwijde transportkosten door draadloze technologie te gebruiken die thuiswerken bevorderen, door een videoconferencingcultuur te ontwikkelen, en door de verdere uitbouw van e-businesstoepassingen. Optimisten stellen dat ict in Europa tegen 2050 voor een halvering van de energieverspilling kan zorgen.
Meer gebruikers
De Britse Sun-woordvoerder Richard Barrington vindt dat echter nog niet ver genoeg: "Op dit moment heeft minder dan de helft van de Europese bevolking toegang tot ict; in 2050 zal iedereen die toegang hebben, dus zal de halvering van het huidige energiegebruik in ict in principe teniet worden gedaan doordat er twee keer zoveel gebruikers zijn."
Om dan nog een halvering te verwezenlijken moet er extra geïnvesteerd worden in R&D en innovatie. De focus moet op diensten komen te liggen in plaats van op producten (bijvoorbeeld muziekdownloads in plaats van cd's). Tot slot is er door miniaturisatie en recycling van ict-producten minder energie nodig om ze te vervaardigen en bij gebruik af te koelen.
Peter van Acker
Elektronische afvalberg
Met ‘Groene it', wordt doorgaans alleen verwezen naar ecologisch verantwoord omgaan met ict-infrastructuur. Maar even belangrijk voor het milieu is wat er met het it-materiaal gebeurt als het niet meer gebruikt wordt. Volgens het United Nations Environment Programme (Unep) produceren industrielanden elk jaar naar schatting 50 miljoen ton afval dat afkomstig is van elektronica. Belangrijke oorzaken van die gigantische afvalberg zijn de almaar dalende prijzen van elektronische apparatuur en de op hol geslagen ontwikkeling van de technologie.
Veel van dat ‘e-afval' wordt trouwens gedumpt in ontwikkelingslanden onder het mom van recycling. In werkelijkheid wordt de Derde Wereld op die manier als vuilnisbelt gebruikt. Vaak gaat het om gevaarlijk afval, want computers en aanverwanten bevatten veel zware metalen zoals lood en cadmium en gevaarlijke chemicaliën zoals brandvertragers die bijvoorbeeld in de vorm van broom in het grondwater en zo in de voedselketen terechtkomen.
Sommige fabrikanten zoals HP zijn zich al langer bewust van dit probleem en hebben die gevaarlijke broomhoudende brandvertragers al bijna 10 jaar terug uit hun producten geband, maar het is pas met de ROHS-richtlijn (Restriction of Hazardous Substances) die de Europese commissie in juli van vorig jaar uitvaardigde, dat er daadwerkelijk regelgeving is om gevaarlijke stoffen in de elektronische industrie te verminderen. Volgens Greenpeace zijn er nog te veel uitzonderingen op die richtlijn en daarom heeft het een aantal grote it-fabrikanten, zoals Dell, Acer, Lenovo, LG en Samsung weten te overtuigen om tussen 2009 en 2011 alle gevaarlijke stoffen te vervangen.
Ecologische voetafdruk
De ecologische voetafdruk is een indicator van het menselijke verbruik van de natuurlijke rijkdommen, afgewogen tegen het vermogen van de natuur om die rijkdommen te hernieuwen. De ecologische voetafdruk wordt uitgedrukt in hectaren van het aardoppervlak en kan berekend worden per land, per stad of per persoon. De voetafdruk is de totale oppervlakte die nodig is om het voedsel en de vezels te produceren, het afval te verwerken dat afkomstig is van het energieverbruik, en voor de infrastructuur van dat land, die stad of die persoon.
Van het aardoppervlak is amper 25 procent biologisch productief. Dat lijkt weinig, maar de woestijnen, de ijskap en de diepzee zijn bijvoorbeeld nauwelijks toegankelijk voor exploitatie. In totaal moet de mensheid het stellen met een biocapaciteit van 11,3 miljard hectaren, wat in 2003 met een wereldbevolking van 6,15 miljard betekende dat elke persoon 1,8 hectare beschikbaar had om zich te voeden en te kleden, om te wonen en zich te verwarmen … Maar in datzelfde jaar 2003 bedroeg de ecologische voetafdruk 2,2 hectare aardoppervlak per persoon – dat is 21 procent meer dan er beschikbaar is. Die overschrijding, die al sinds eind van de jaren 80 aan de gang is, betekent dat het natuurlijke kapitaal sneller wordt uitgegeven dan het zich kan herstellen.
Even ter vergelijking: de 320 miljoen Noord-Amerikanen hebben een ecologische voetfadruk van 9,4 ha per persoon, wat bijna overeenkomt met de 3,4 miljard Aziaten die gemiddeld 1,3 ha per persoon verbruiken. Een Europeaan is goed voor een verbruik van 5,1 ha, een Afrikaan voor 1,2 ha. Belgen nemen 4,9 ha voor onze rekening, de gemiddelde Nepalees 0,6 ha…Van die ecologische voetafdruk van 2,2 hectare aardoppervlak per inwoner is meer dan de helft (1,2 ha) nodig om de uitstoot van CO? te absorberen. Een gematigd ‘business-as-usual'-scenario, gebaseerd op een trage maar gestage groei van de economie én de bevolking, zou in 2050 leiden tot een ecologische voetafdruk die dubbel zo hoog is als de biocapaciteit van de aarde.