De mediawereld staat voor grote veranderingen. De content-distributie verplaatst zich van ether en kabeltv naar het internet. De digitale netwerken moeten dat aankunnen. Contentuitgevers staan voor een forse verbouwingsklus. Connectivity als bedrijfskritische component. Derde blog in een serie van vijf.
Wat is er nodig aan connectiviteit? Dat verschilt per mediabedrijf en vervolgens per applicatie. Dat dient goed in kaart te worden gebracht. Om die reden is het altijd aan te raden een Zero Assessment te doen om te beoordelen in hoeverre de bestaande connectivity in lijn is met de bedrijfsstrategie, de bedrijfsprocessen en de markt van de media-onderneming en om bij afwijkingen vervolgens vast te stellen wat er moet gebeuren om de connectivity af te stemmen op de huidige en toekomstige behoeften.
Een tweede uitgangspunt vormen de applicaties die je op meer locaties wilt inzetten. Per applicatiecategorie wordt vanuit risk management en kostenperspectief vastgesteld welke connectiviteit nodig is. Storage-replicatie bijvoorbeeld, heeft een ander connectivity-profiel dan filesharing, Office-toepassingen zijn minder bedrijfskritisch dan primaire bedrijfsapplicaties zoals Streaming, crm, erp of procesbesturing. Ook een content-distributienetwerk dat video levert in meerdere talen, videoformaten en met geringe vertraging heeft z’n eigen connectivity-profiel. De gemiddelde latency van transatlantische verbindingen van 60 tot 80 milliseconde is prima voor gebruik van bijvoorbeeld kantoortoepassingen, maar voor mediadistributie is dat al te traag. Daar zijn specifieke connectivity-oplossingen voor nodig.
De scope van de Zero Assessment:
1 Eisen van de business, al dan niet opgelegd door wetgeving of toezichthouders
2 Basisinfrastructuur en –applicaties (bijv. Office)
3 Bedrijfsspecifieke applicaties (bijv. media applicatie)
4 Onderlinge relaties tussen data, servers, storage en netwerken
5 Het datavolume per tijdseenheid (feitelijk en verwacht)
6 Benodigde bandbreedte (gedimensioneerd op piekbelasting)
7 De toedeling van bandbreedte per applicatie en per vestiging.
De Zero Assessment laat dus zien wat de minimaal en maximaal benodigde bandbreedte is en wat de latency-effecten zijn vanuit het perspectief van de gebruikers en van de applicaties.
Wat kan een content provider het beste doen? In een volgende blog beschrijf ik de twee-frontenoorlog in connectivity. Stay tuned!