Toen ik inmiddels ruim twintig jaar geleden begon als ict’er en mijn eerste regels code schreef, was ik onderdeel geworden van iets groters. Iets dat op zichzelf stond, autonomie had en aantrekkingskracht had op velen: de ict.
De wereld was toen nog redelijk eenvoudig en overzichtelijk. De analist maakte de ontwerpen, de programmeur vertaalde dit in regels code en de tester controleerde de juiste werking. En voor de sturing was er een teamleider die rapporteerde aan de projectleider, die (in grotere omgevingen) rapporteerde aan de projectmanager, die vervolgens rapporteerde aan de stuurgroep. En met enig geluk was de business dan vertegenwoordigd in de stuurgroep. Kortom: een heldere en duidelijke structuur. Het leven van de ict-professional was overzichtelijk en hij/zij hoefde zich enkel te concentreren op zijn/haar kerntaken.
En om alles nog overzichtelijker te maken, zat ik bij mijn opdrachtgevers in aparte gebouwen, soms letterlijk en veelal figuurlijk kilometers verwijderd van de business waarvoor wij de oplossingen bouwden. Business en it waren ondanks de grote onderlinge afhankelijkheid nog gescheiden domeinen.
En mede doordat in die tijd de business als opdrachtgever minder verstand van it had, was dit een vakgebied met een bepaalde macht. De ict bepaalde in feite wat er wel of niet mogelijk was en op welk moment in de tijd dat dan beschikbaar zou kunnen komen.
Met alle desastreuze gevolgen van dien: een enorme hoeveelheid projecten is mislukt, doordat deze uiteindelijk zijn stopgezet of veel te laat werden opgeleverd, ver over budget gingen en / of niet voldeden aan de wensen van de business.
Nieuwe tijden
Nu, twintig jaar later, ben ik nog steeds werkzaam in de ict, maar dan in de rol van fieldmanager. In deze rol ben ik betrokken bij de carrièreontwikkeling van mijn groep ict-professionals. En begeef ik mij op het snijvlak van enerzijds aansluiten op de eisen en wensen vanuit de markt en anderzijds invulling geven aan de persoonlijke ambities van de professional en dat dan proberen zo goed mogelijk samen te brengen.
En in de huidige tijd is een aantal zaken echt veranderd: ict staat niet meer op een eiland, de business krijgt steeds meer verstand van ict en het gevraagde profiel van de ict‘er is sterk veranderd en nog steeds aan het veranderen. En vooral dit veranderende profiel is een interessant gegeven.
Generalist versus specialist
Een van de belangrijkste wijzigingen is de toenemende vraag naar de multi-inzetbare ict-professional. Het idee: je bent niet alleen inzetbaar op je kernvakgebied (specialisme), maar ook op naastliggende vakgebieden (generalisering). Voorbeeld: de analist die ook testwerkzaamheden gaat vervullen of de ontwikkelaar die requirements opstelt.
T-shape model: hard en soft skills

Deze multi-inzetbaarheid wordt op high level als volgt weergegeven, waarbij iedere organisatie zijn eigen specifieke invulling kan geven.
Toepassing van dit model kun je vooral terugvinden in organisaties die meer Agile (wendbaar) willen zijn en werken volgens de principes van DevOps, continuous integration en tribes and squads.
Deze ontwikkeling brengt een toenemende behoefte aan generalisten met zich: professionals die van meerdere disciplines verstand hebben en daar ook daadwerkelijk een rol in kunnen vervullen.
De ict’er werkzaam in een organisatie die volgens bovenstaand model is vormgegeven, dient dan ook over een steeds bredere set van hard skills te beschikken. Alleen de superspecialisten kunnen het zich bij zulke organisaties permitteren om zich volledig te storten op hun kern discipline om succesvol te zijn.

Ik ben echter van mening dat niet de verbreding van de hard skills, maar de ontwikkeling van de soft skills de eerste stap is naar meer succes, waarna de hard skills moeten volgen.
De soft skills zijn nodig om je staande te kunnen houden in de huidige groepsdynamiek, waar een groot beroep wordt gedaan op je zelfsturend vermogen en communicatieve vaardigheden.
Naast gedegen vakkennis en domeinkennis, moet de ict professionals tegenwoordig een volwaardig sparringpartner zijn. Zowel voor zijn ict-collega’s als voor de business. En dat doet een groot beroep op de soft skills: communicatieve vaardigheden, relationele kwaliteiten en presentatie vaardigheden, om er een paar te noemen. En als ict-professionals moet je dan ook nog een redelijk woordje ‘business’ kunnen spreken.
Het schaap met de vijf poten
In mijn dagelijkse praktijk kom ik veel in aanraking met deze ontwikkeling van de vraag naar breder inzetbare ict’ers. In aanvragen wordt in toenemende mate gevraagd om het zogenaamde schaap met de vijf poten: de ict-professional die alles kan.
Ook ik zie zeker de voordelen van deze ontwikkeling, zoals mogelijkheden voor ontplooiing van de professional, efficiënter functionerende teams bij organisaties en betere resource planning en daarvan afgeleid een hogere / betere bezettingsgraad van de ict-professionals.
En toch heb ik mijn vraagtekens ten aanzien van de multi-inzetbaarheid door rolverbreding.
Zeker er zijn logische combinaties te maken: een goede analist zou in staat moeten zijn een goede functionele test op te stellen en uit te voeren. Een goede programmeur moet in staat zijn om de eigen code te testen (unit testen). En zo zijn er meer mogelijkheden waarbij de persoonlijke kwaliteiten en ambities van de ict’ers goed tot hun recht komen.
Toch ben ik van mening dat je als professional goed bent in iets, omdat je er vanuit een bepaalde persoonlijke insteek en overtuiging mee aan de slag gaat. Daar ligt je passie! En veel mensen hebben de behoefte ergens echt goed in te zijn. Dat geeft een stuk erkenning en voldoening.
Dit is een spanningsveld dat in veranderende organisaties goed in de gaten moet worden gehouden (omdat het hier veelal om organisaties gaat die Agile willen zijn, durf ik de term managen niet te gebruiken). Uiteindelijk geldt ook hier: de juiste professional op de juiste plek, levert voor alle betrokken partijen uiteindelijk het meeste op.
Business en ict zijn steeds minder gescheiden domeinen; voor veel bedrijven is ict niet alleen een enabler, het is de drijvende kracht van de business geworden. Ik ben daarom groot voorstander van de ontwikkeling van zowel de hard als de soft skills set van professionals. Ik zie ook de voordelen van multi-inzetbaarheid door technische verbreding. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit pas echt gaat vliegen als de professional zich nadrukkelijk ontwikkelt op een pad dat past bij zijn eigen kwaliteiten, talenten én ambitie. De vraag die ik mijzelf, onze professionals en opdrachtgevers dan ook stel is of een schaap met vijf poten nu beter loopt dan een met vier. Wat denkt u?