Als het over product ownership gaat, moet ik denken aan de uitspraak van toenmalig PvdA-politicus Ien Dales: ‘Men moet een broedende kip niet storen’. Het ontwikkelteam is hierbij de broedende kip en dankzij de product owner (PO) krijgen stakeholders van het project geen kans om deze belangrijke taak te verstoren.
Het ontwikkelteam uit de wind houden, is vaak knap lastig voor een betrokken manager of directielid. Het is aanlokkelijk even om het hoekje te gluren en te vragen hoe de zaken er met dat ene prestigieuze project voorstaan. Toch is het belangrijk deze verleiding te weerstaan want het is funest voor de flow van je medewerkers. Zeker als directeur van een dienstverlener moet je je niet tegen het klantproces aan bemoeien.
Aan de bel
Vertrouwen werkt twee kanten op. Daarom is het belangrijk een goede product owner (PO) aan te stellen. Iemand die je op gezette tijden op de hoogte brengt van de voortgang en demo’s geeft zodat successen zijn te vieren. Maar die ook aan de bel trekt om escalaties te voorkomen. Een goede PO is ook strategisch sterk: hij kan een productstrategie opstellen die in lijn is met de bedrijfsstrategie – en deze handhaven.
Wat minstens zo belangrijk is, is dat er een klik is tussen de PO en het scrumteam. De PO moet in staat zijn om de ontwikkelaars te begeleiden en enthousiasmeren, het is een echte teamplayer. Wanneer de PO van buitenaf komt, moet er ook nog een match zijn met de organisatie. Een hele lijst aan eisen waar de PO aan moet voldoen dus.
Ik merk dat er in Nederland nog steeds veel te winnen valt op het gebied van goed product ownership. De PO moet weten welke kant een onderneming op wil en een route uitstippelen die daarbij past. Vervolgens moet hij het voortouw willen en kunnen nemen om het doel te bereiken. In de praktijk schort het nog weleens aan mandaat bij de PO om dit te kunnen doen. Bijvoorbeeld wanneer de business geen vertrouwen heeft in zijn capaciteiten en de teugels niet uit handen wil geven. Dat levert allerhande conflicten op.
Eerste patatje
Een organisatie die slim omgaat met zijn middelen en die een gedegen strategie uitstippelt, voorkomt dit soort moeilijkheden. Iedereen wil het eerste patatje, maar niemand wil de frietkraam betalen. Er moeten prioriteiten worden gesteld, want je kunt je geld maar één keer uitgeven – en iemand moet bepalen waaraan. Een slimme organisatie stelt een soort algemeen fonds op waarin geld wordt gereserveerd voor algemeen nut. Van daaruit moet allereerst worden geïnvesteerd in infrastructuur en architectuur. Dit is nodig om een goed product te kunnen bouwen en voor alle projecten die volgen.
Welke componenten zijn er nodig om een stabiele, toekomstbestendige Iitorganisatie neer te zetten? Een verstandige cio moet dat soort plannen opzetten. Een cio die verder kijkt dan zijn carrière bij het bedrijf lang is.