Limburgse werkgevers besteden meer dan ooit aandacht aan de digitale vaardigheden van hun werknemers. Echter zijn er grote verschillen qua investeringen in verschillende sectoren. Zo blijven de digitale vaardigheden van werknemers in de niet-commerciële sector achter op die van de commerciële sector. Dit blijkt uit de Sociale Innovatie Monitor Limburg 2018, een onderzoekrapport onder 201 Limburgse werkgevers naar sociale innovatie.
In het onderzoeksrapport wordt dit jaar voor het eerst gekeken naar de digitalisering van werkzaamheden en de digitale vaardigheden van medewerkers. Hieruit blijkt dat Limburgse werkgevers blijven investeren in de ontwikkeling van hun eigen medewerkers, maar dat dit nog wel sterk per sector verschilt. Zo zijn de digitale vaardigheden van medewerkers beter ontwikkeld in de industrie en commerciële dienstverlening dan in de niet-commerciële dienstverlening.
Daarnaast is de werkgevers gevraagd naar de omvang van de taken die in nauwe samenhang met nieuwe technologie worden uitgevoerd. Ook hier blijkt dat de industrie en commerciële dienstverlening voor lopen ten opzichte van de niet-commerciële dienstverlening. Vooral de grote organisaties in de commerciële dienstverlening scoren hierbij aanzienlijk hoger dan de grote organisaties in de niet-commerciële dienstverlening.
Duurzame inzetbaarheid
Een ander aandachtspunt van het onderzoek is de duurzame inzetbaarheid van de oudere medewerker. Dit blijft achter bij de andere facetten van sociale innovaties (vernieuwingen in organisaties en nieuwe manieren van werken, die leiden tot het beter ontwikkelen en benutten van competenties van medewerkers om daarmee prestaties van de organisatie te verhogen).
Om oudere medewerkers van werkzaamheden te laten wisselen, moeten er alternatieve werkzaamheden voorhanden zijn, iets waar werkgevers nu te weinig mogelijkheden voor hebben. Dit gebrek aan wisselende werkzaamheden blijkt voor veel organisaties een struikelblok.
Sociale Innovatie Monitor
De jaarlijkse Sociale Innovatie Monitor Limburg is een initiatief van en wordt uitgevoerd door het Lectoraat Employability van Zuyd Hogeschool en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Dit gebeurt in samenwerking met de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). De Monitor van 2018 is op 29 mei overhandigd aan Marleen van Rijnsbergen, gedeputeerde Werk en Welzijn.
Deelnemers krijgen de resultaten terug in de vorm van een benchmarkrapport. Dit biedt werkgevers inzicht op welke punten het sociale innovatievermogen van de eigen organisatie verbeterd kan worden.
Ben benieuwd of deze constatering geldt voor de hele Euregio Limburg of alleen voor het NL-deel?