Wie de jaargang 1970 van Computable doorbladert, merkt aan alles dat de computerindustrie dan nog in de kinderschoenen staat. Dat bijvoorbeeld universiteiten in Finland één computer krijgen, blijkt nieuws. De verwachtingen zijn hooggespannen; het optimisme is groot. Een groep futuristen voorspelt dat in 2050 de computer de hersencentra van mensen kan vervangen. Toch staan er in dat jaar ook ‘met beide benen op de grond’- artikelen in. Zo constateert het ict-vakblad dat een ‘computer geen wonderapparaat is dat denkkracht van de mens kan overtreffen’.
Om nog even terug te komen op die computer in Finland: de redactie schrijft in het juni-nummer – Computable is inmiddels een maandblad geworden – dat het Scandinavische land ter ere van zijn vijftigjarig bestaan in 1967 – een fonds in het leven had geroepen voor onderwijs- en onderzoeksprojecten. In 1969 werd vanuit dit fonds een groot computersysteem ter beschikking te stellen aan de Finse universiteiten en hogere technische scholen. De keuze viel op een 1108-systeem van Univac.
De computer kwam te staan in de Finse staatsuniversiteit en werd door middel van terminals met circa vijftien andere onderwijsinstellingen verbonden. Het systeem bestond uit ’twee 1108-computers met een werkgeheugen van 262 K-woorden. Verder omvat de configuratie dertien massageheugens van de typen FH 432, FH 1782 en Fastrand II, 12 Universo magneetbandeenheden en een Univac 9300-computer als subsysteem. Het systeem zal timesharing faciliteiten bieden en batchverwerking verrichten voor de aangesloten instellingen’, aldus het artikel.
De kosten van dit ongetwijfeld kolossale apparaat: zestien miljoen gulden; bouwtijd circa twee jaar. In de jaargang 1970 van Computable staan nog veel meer van dit soort berichten over de aanschaf van computers voor het uitvoeren van rekentaken en het laten draaien van vaak eerste generatie administratieve systemen. Ook maakt de redactie diverse keren melding van nieuwe computercentra, zoals voor de Amro-bank, de gemeenten Arnhem-Nijmegen, de Katholieke Hogeschool in Tilburg, de PTT en de CSR (Combinatie Samenwerkende Rekencentra) in Amsterdam.
Geen koffiedik-kijkerij
Het vooruitgangsgevoel dat in 1970 kenmerkend is voor de ontluikende computerindustrie komt sprekend naar voren in het artikel ‘Computer van jaar 2000 vervangt hersencentra’ uit juli van dat jaar. De auteur bespreekt een rapport van de American Society of Cybernetics (bestaat nog steeds, zie: asc-cybernetics.org). Die organisatie van futuristen geeft daarin haar voorspellingen over de ontwikkeling van de computertechniek van 2050.
Zo voorspellen de wetenschappers onder meer dat in 1972 de computer wordt ingezet voor managementinformatie, in 1980 er kleine computers in overvloed zijn voor particulier gebruik, in 1985 mensen allemaal thuis kunnen gaan werken door de verknoping van apparatuur en ‘een of andere vorm van spraakweergave’ en in 1987 de post is verdwenen omdat iedereen alle informatie op zijn scherm in de zitkamer ontvangt.
De algemene trend is volgens deze club van cybernetische denkers dat computergebruik steeds goedkoper en betrouwbaarder wordt. In 2050 ten slotte, voorzien zij de ‘mogelijkheid door middel van de computer en het implanteren van ultra-kleine ontvangertjes in de hersenen van mensen, blinden en doven het gezicht en het gehoor terug te geven alsof ze gezond waren. Dit zal geschieden door prikkeling van de juiste hersendelen.’
De auteur van het stuk zegt stellig dat het hier niet om koffiedik-kijkerij gaat, want ‘deze Amerikanen hebben wel wat ervaring met het voorspellen van de toekomst door een braintrust van deskundigen’. En het moet gezegd: de American Society of Cybernetics zat er op sommige punten zeker niet naast, maar we zullen nog maximaal 32 jaar moeten wachten om te ervaren of de laatste voorspelling klopt.
Hoezo wonderapparaat?

Het is overigens niet altijd hosanna wat de klok slaat in jaargang 1970. In februari van dat jaar benadrukt de redactie in een artikel dat de computer geen wonderapparaat is, ‘zoals kranten vaak schrijven’. Het vakblad ergert zich aan verhalen in de media dat computers in de nabije toekomst een rol in het gezin zal krijgen en kinderen kan gaan opvoeden. Of dat de computer de rol van directeur in een bedrijf kan overnemen en in staat is aan prijsstelling te doen.
De auteur doet dit af als onzin en stelt vast dat de computer een geweldig apparaat is maar nooit de denkkracht van de mens kan overnemen of overtreffen. Opvallend is dat in het artikel al wordt gesproken over de ‘lerende computer’ (‘lerend vanuit de eigen computerervaring’), een term die vandaag de dag ook wordt gehanteerd bij ontwikkelingen op het gebied van machine learning en deep learning. De schrijver van het artikel blijft er echter bij dat een computerapparaat ‘nooit iets kan doen wat een mens het niet heeft opgedragen’. Duidelijk geen fan van de American Society of Cybernetics.
Parallellen met het verleden
We hebben er al vaker over geschreven in deze Flashback-serie: hedendaagse ict-ontwikkelingen en -vraagstukken hebben vaak een voetafdruk in het verleden. Zo publiceert Computable in maart 1970 het artikel ‘Worden onze persoonlijke gegevens voor iedereen toegankelijk? De negatieve kansen van de moderne apparatuur’. In het mei-nummer staat een artikel over het mogelijk verdwijnen van banen door automatisering: ‘Werknemers ongefundeerd bang voor computer. Machtsovername door computer zuivere fantasie’.
In het augustusnummer kopt de redactie: ‘Honger naar computerpersoneel vereist nationale aanpak’ (toen al een groot tekort!) en in november waarschuwt zij in een artikel dat ‘frauderen met computers een vergeten gevaar is’. En, het leasen van computers blijkt nog niet populair, aldus een artikel. Dat ligt in de huidige cloud computing-wereld wel écht anders.
50 jaar Computable
Computable blikt in 2018, het jubileumjaar van het vijftigjarige bestaan, terug op een rijk archief aan ict-nieuws en artikelen die zowel op papier als digitaal verschenen zijn. Dat doet de redactie zowel online als in het magazine.
Op de website Computable.nl staat iedere donderdag (‘Throwback Thursday’) of vrijdag (Flashback Friday) een aflevering van de rubriek Flashback. Daarin selecteert de redactie een opvallend stuk of serie artikelen uit het verleden die aansluit of aansluiten op de actualiteit, en zoekt zij in de archieven naar materie die het waard is om opnieuw te publiceren.