Vanaf februari bundelen vijf Nederlandse universiteiten hun krachten in een langlopende pilot met opensource-samenwerkingsplatform Nextcloud. Ze kijken naar alternatieven voor het delen van data en samenwerken via de platformen van grote, voornamelijk Amerikaanse leveranciers (Big Tech). Doelen zijn het bevorderen van digitale autonomie, het waarborgen van publieke waarden en het stimuleren van een gezonder digitaal ecosysteem binnen de onderwijs- en onderzoekswereld.
De deelnemende universiteiten zijn de Universiteit van Amsterdam (UvA), TU Delft, Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit Utrecht en Tilburg University; tezamen vormen zij het AlgoSoc-consortium. Nextcloud bestaat uit een breed scala aan samenwerkingsmogelijkheden, waaronder cloudopslag, gedeelde documenten, videovergaderingen, chatfuncties en webinars. Dankzij plug-ins kunnen gebruikers toegang krijgen tot aanvullende functionaliteiten, zoals webbased formulieren en ai-integraties. In tegenstelling tot Big Tech-spelers zoals Google Workspace, Microsoft Teams en Microsoft365, draait Nextcloud volledig op de infrastructuur van Surf, wat betekent dat alle data onder eigen beheer blijven.
Volgens Surf behouden gebruikers volledige controle over hun data en de software. Bovendien stelt Nextcloud organisaties in staat een eigen ai-assistent te kiezen, variërend van een lokaal draaiende oplossing tot Europese alternatieven of een zelfontwikkelde ai.
Integratie
Surf faciliteert de pilot door Nextcloud te hosten op de bestaande infrastructuur. Deze infrastructuur is al gekoppeld aan diensten zoals Surf Research Access Management, Surfconext en Surf Data Services en moet ‘naadloze integratie en optimale beveiliging’ waarborgen. Surf benadrukt dat het gebruik van open standaarden en opensource-code in dit proefproject geen doel op zich is, maar een middel om flexibiliteit, veiligheid en innovatiekracht te bevorderen.
Indien succesvol, kan de pilot een krachtig voorbeeld zijn voor andere organisaties die onafhankelijk willen blijven van Big Tech en willen bijdragen aan een open digitaal ecosysteem, aldus Surf.
In tegenstelling tot wat de naam een beetje suggereert is Netcloud geen alternatief voor een hyperscaler (AWS, Azure, GCP).
Europa heeft geen hypserscaler. Gaia-X is een politiek spelletje zoals het Europa betaamt.
Nextcloud is een SaaS oplossing met beperkte functionaliteit, nl enigzins die van office 365.
straks komt er natuurlijk een plugin voor het delen of syncen van nextcloud met big tech.
Als de gebruikers het zelf al niet doen. Of hun AI assistent 😉
Maar die mag je zelf kiezen, net zoals ons kabinet.
Wat is taal toch mooi.
Het artikel eindigt met voorspelling met de toevoeging “Indien succesvol”.
Het is immers een proefproject.
Nextcloud als “een middel om flexibiliteit, veiligheid en innovatiekracht te bevorderen.”
Zielig..
Waarom zo negatief, jouw reactie dino?
Als je een beter idee hebt om de invloed uit van Big Tech uit onze waardevolle maatschappij te weten , c.q. krijgen, vermeldt dat dan.
Dat die waardevol is weten we allemaal.
Waarom zo posititief ?
Europa heeft geen eigen hyperscalers.
Evenals een eigen legermacht.
Nextcloud als antwoord op alternatief voor big-tech voorstellen is als met blauwe helm toekijken hoe het mis gaat.
Zielig dus.
Dino is niet zo van de oplossingen balvie maar hij heeft wel een punt. Want onze waardevolle en open maatschappij wordt niet bedreigd door Big Tech maar door allerlei clubjes die selectief zijn in het delen van informatie. Wat betreft de macht van clubjes zoals SURF binnen quartaire sector spreekt de taal van de cijfers als 5 universiteiten van de 14 meedoen terwijl er ook een achterdeur van 36 hogescholen is. In Jip & Janneke taal gaat de discussie om de Systems of Collaboration en daarin is Nextcloud één van de keuzen als open standaarden om de protocollen van overdracht gaan. Aangaande de invloed misschien ook eens kijken naar zoiets als belangenverstrengeling want Surf Research Access Management, Surfconext en Surf Data Services klinkt als dezelfde hoek waarin je geverfd wordt als je keuze beperkt wordt tot uiteindelijk één leverancier.
Invloed hierin gaat meer om de belangenverstrengeling want 5 uit 14 lijkt me minderheid, wij van WC-eend adviseren graag WC-eend maar zijn wel zo eerlijk om te zeggen dat toilet-gans ook goed schoon maakt. Monopolie positie van SURF in een quartaire sector is – naar mijn opinie – als VNG. De ledenorganisaties zijn steeds vaker als middeleeuwse gilden als we kijken naar de cijfers van een waardevolle maatschappij. Kennis van een proces zoals politieke spelletjes gaan om de taal van economische cijfers want 5% van BBP besteden aan zoiets als een militair-industrieel complex om de academische wenswereld te beschermen tegen de invloed van Big Tech gaat om de voordeur verven als de achterdeur wagenwijd openstaat. Naïviteit over regie op het delen van informatie is lachwekkend als we kijken naar de cijfers van datalekken in een academische wereld.
Een open digitaal ecosysteem gaat vooral om regie op de data en één sector hierin komt jaar na jaar als slechtste leerling uit de rapporten omdat waardevolle data onbeschermd blijft vanuit zoiets als een belangenverstrengeling. A fool with a tool is still a fool als we kijken naar de organisatorische kant in (geo)politieke wereld van informatiedeling met zoiets als een non-proliferatieverdrag aangaande de verspreiding van kennis. Wat betreft SURF en NAVO kan ik me wel vinden in de zure reactie van Dino als het gaat om de realiteit. Want onze waardevolle maatschappij wordt namelijk niet verdedigd door de 14 universiteiten die proberen te overleven in een markt van kennis welke volgens WEF om een globale arbeidsmarkt gaat.