Uw infrastructuur is aan een reboot toe

Disruptie, ook wel digitale transformatie genoemd, zorgt voor een hoop weerstand, ophef en onzekerheid en haalt regelmatig het nieuws. Maar is disruptie niet onvermijdelijk? De geschiedenis heeft herhaaldelijk bewezen dat de status quo vroeg of laat wordt uitgedaagd, en meestal met groot succes. Een veel gehoord argument tegen innovatie en disruptie is dat de consument/klant het niet wil.

Dat is slechts ten delen waar. Niemand had e-mail nodig toen dit medium werd geïntroduceerd. ‘We hebben toch al een fax?’ En er waren aanvankelijk ook maar weinig mensen te porren voor de mobiele telefoon, getuige deze korte video van Fans Bromet uit 1999. Er is sinds het einde van de laatste eeuw duidelijk een hoop veranderd.

Een aantal van de meest succesvolle bedrijven van dit moment beleven hoogtijdagen vanwege onze wens om verbonden te blijven. We willen op elk moment en vanaf elke locatie toegang hebben tot mensen, informatie en diensten. Het mobiele apparaat is het Zwitserse zakmes van het digitale tijdperk, en apps vormen ons nieuwe gereedschap. De afgelopen pakweg tien jaar heeft deze ‘appification’ veel markten in een oogwenk op hun kop gezet en gevestigde bedrijven in het stof doen bijten. De huidige staat van technologie heeft ondernemers vleugels gegeven. De volgende criteria zijn van toepassing op de ontwikkeling van een potentieel succesvolle app of dienst (b2b dan wel b2c):

a. De technologie moet gebruiksvriendelijk zijn;
b. Het moet eenvoudig zijn om een oplossing of dienst te ontwikkelen;
c. De doelgroep is makkelijk bereikbaar;
d. De dienst is op eenvoudige wijze aan te bieden.

Deze criteria gelden voor verschillende businessmodellen. Het is belangrijk om hierbij op te merken dat de rol van intermediair bijzonder succesvol is gebleken als disruptieve factor in het digitale tijdperk. AirBnB bezit geen hotels, en de marktwaarde van het bedrijf wordt op 24 miljard dollar geschat. Uber is een taxibedrijf zonder taxi’s met een geschatte waarde van 62,5 miljard dollar. En Facebook, een website die zelf geen content creëert, heeft een marktwaarde van 250 miljard dollar. Dit zou een idee moeten geven van de omvang en het potentieel van de digitale economie. En volgens velen is dit nog maar het begin. Een grafiek in een rapport van Bain and Company over ‘Digical Transformation’ laat ons zien wat de toekomst nog voor ons in petto heeft.

Vleugels uitslaan

De digitalisering, en vaak ook het online brengen van documentatie en interacties, biedt bedrijven de mogelijkheid om data op ongekende schaal te verzamelen en analyseren. Dit stelt hen in staat om beter te worden waar zij goed in zijn en hun vleugels uit te slaan naar nieuwe markten. Google zet al zijn eerste stappen in de automarkt, en Apple verkoopt inmiddels zijn eigen horloges. Dit zijn slechts twee voorbeelden van de diversificatie die plaatsvindt bij technologieleiders in het nieuwe digitale tijdperk. Ook de negatieve kanten zijn duidelijk: nieuwe concurrenten kunnen sneller dan ooit tevoren marktaandeel afsnoepen of zelfs volledig overnemen. In sommige gevallen kunnen ze zelfs een compleet nieuwe markt, dienst of app met een uniek en disruptief karakter creëren. In het digitale tijdperk is het traject van idee naar product veel korter en zijn er veel minder kosten verbonden aan een mislukking. Organisaties kunnen hierdoor makkelijk nieuwe dingen proberen en snel doorgaan met een nieuw project als het niets wordt.

De infrastructuur van veel bedrijven biedt nog geen ruimte voor dit soort ingrijpende wijzigingen. Deze organisaties lopen het risico dat zij het slachtoffer worden van een ‘in de cloud geboren’ startup. Ze moeten zich op verschillende terreinen aanpassen en zichzelf structureel heruitvinden. Er is een ander type leiderschap nodig, een frisse kijk op de kansen die de markt te bieden heeft. Op organisatorisch niveau is sprake van nieuwe trends zoals DevOps die een einde maken aan geïsoleerde afdelingen en teams. En last but not least ondergaat de ict-infrastructuur een ingrijpende make-over. Alle onderdelen, van reken- en opslagcapaciteit tot netwerktechnologie, moeten als één geheel samenwerken om ondersteuning te kunnen bieden voor schommelingen in de vraag naar cloud-capaciteit of nieuwe functionaliteit van applicaties. Als het nog niet duidelijk was voor mensen dat ict niet langer in de weg mag staan van zakelijk succes, is het hoog tijd om dit voor eens en altijd helder te krijgen.

Bedrijfsvoering ondersteunen

De belangrijkste doelstelling van een toekomstgerichte ict-infrastructuur is om de bedrijfsvoering te ondersteunen, altijd en overal, zowel vandaag als morgen. De technologie moet daarom uiterst gebruiksvriendelijk zijn voor elke werknemer, zonder de noodzaak van tussenkomst door de ict-afdeling. Hiertoe moet er een einde worden gemaakt aan zoveel mogelijk handmatige ict-taken. Het automatiseren van wijzigingsprocessen en service provisioning hebben de toekomst. Zakelijke gebruikers kunnen hun eigen ict-oplossingen betrouwbaar beheren met een paar simpele muisklikken. Voor hen zou het niet moeten uitmaken of er op de achtergrond gebruik wordt gemaakt van ict-bronnen op locatie, in het datacenter of in de cloud. De infrastructuur en het netwerk zouden daarnaast een open karakter moeten hebben. Met andere woorden: het zou makkelijk moeten zijn om nieuwe functies toe te voegen zonder je al teveel zorgen te moeten maken over de gevolgen. En vanzelfsprekend moet de infrastructuur veilig zijn. De vraag die je je zou moeten stellen is welke rol de beveiliging in deze nieuwe omgeving zal spelen. Naar mijn mening moet de beveiliging een intrinsiek en alomtegenwoordig deel vormen van de netwerklaag in plaats van er bovenop te worden aangebracht.

Nu we in het decennium van disruptie zijn aanbeland, moeten organisaties zich realiseren dat ze geen andere keuze hebben dan te innoveren als ze relevant willen blijven. De uitdaging is niet langer om meer ict naar de directiekamer te brengen. De directie zal vanzelf op de ict afkomen.