Op zoek naar de ideale cloud-mix

Het aantal bedrijven en organisaties dat informatie en diensten overhevelt naar de cloud neemt alleen maar toe. Maar de cloud is niet zaligmakend. Het vinden van de juiste mix tussen de diverse clouds en on-premise is veel belangrijker.

Van alle ondernemingen in Nederland opereert de helft ten minste deels vanuit de cloud, blijkt uit onderzoek van KPMG. De redenen voor de overstap lopen uiteen van kostenbesparingen tot een betere interactie met klanten en leveranciers. Maar die steeds massalere migratie betekent niet dat organisaties ál hun activiteiten naar de cloud overhevelen, weet Matthijs van den Berg, senior sales engineer bij Nutanix. “Er zijn weinig bedrijven die all-in gaan. Zelfs bedrijven als Amazon en Netflix gaan niet honderd procent voor de cloud”, weet Van den Berg. De reden: de cloud biedt hen niet alles wat ze nodig hebben.

Tegelijkertijd zijn veel organisaties en bedrijven bang te afhankelijk te worden van een derde partij. “Ze lijden aan het Hotel California-syndroom”, weet Van den Bergs collega Antal Verschuuren, die bij Nutanix werkt als account manager healthcare & education. “Bedrijven en organisaties zijn bang dat ze met zoveel tentakels vast komen te zitten in de cloud dat ze niet zomaar meer weg kunnen. Dat maakt overstappen naar een andere cloud of je gegevens terugbrengen naar on-premise plots heel duur. Of zoals ze in het gelijknamige liedje zingen: You can check out any time you like, but you can never leave.”

De perfecte mix

Wat het gebruik van de cloud betreft draait alles om de perfecte mix: welk deel van je activiteiten breng je wel onder in de cloud en welk deel niet? De private cloud is vooralsnog het populairst onder bedrijven en organisaties, blijkt uit onderzoek. 40 procent van alle Nederlandse bedrijven maakt er gebruik van, terwijl 30 procent van de zakelijke cloudgebruikers slaat zijn gegevens en diensten opslaat in de publieke cloud, waarbij de omgeving met anderen wordt gedeeld.

Nog eens 33 procent geeft de voorkeur aan een combinatie tussen die twee: de hybride cloud. De overige organisaties werken in een community cloud (16 procent) of houdt al zijn data en diensten on-premise (17 procent).

Hoe die perfecte mix tussen clouddiensten en on-premise eruit ziet en welke clouddiensten de beste keus zijn is voor iedere organisatie anders, weet Verschuuren. “Het ligt er bijvoorbeeld aan hoe belangrijk privacy voor een organisatie is. Wie niet wil dat zijn gegevens in andere landen worden opgeslagen, kiest voor storage in Nederland of bewaart alles on-premise. Ook de financiën en de continuïteit spelen mee. Zelfs een clouddienst kan wel eens uitvallen. Wie zeker wil zijn dat hij altijd en overal toegang heeft tot zijn gegevens kiest dus niet voor clouddiensten die dat garanderen.”

Statisch en dynamisch

Om te bepalen welke gegevens en diensten in de cloud passen en niet, maakt Nutanix onderscheid tussen statische en dynamische applicaties. Hoe tijdelijker (en dynamischer) de aard van de toepassing, hoe beter hij past in de cloud, weten Verschuuren en Van den Berg. “Voordat je een keuze kunt maken moet je jezelf afvragen wat je functionele wens is”, aldus die laatste. “Welk deel van je applicaties en gegevens is dynamisch en waarom. We komen meestal uit op een verdeling van 75 statisch en 25 procent dynamisch. Het dynamische deel van de applicaties past het best in de cloud.”

De hele infrastructuur overhevelen naar de cloud is dus in de meeste gevallen niet nodig, vult Verschuuren aan. Hij vergelijkt de cloud met een fysiek verblijf in een andere stad. “Heb je een heel tijdelijk onderdak nodig, dan neem je een hotelkamer. Dat is per nacht relatief duur, maar je neemt alleen de nachten af die je er bent. Blijf je lang, dan kun je er beter een huis kopen.” Met de cloud is dat niet anders. Voor applicaties die lange tijd draaien houd je on-premise (je koopt een huis voor ze) en diensten die je maar kort gebruikt zet je in de cloud. “Zo betaal je alleen voor dat wat je nodig hebt.”