Per 1 januari 2026 treedt het vernieuwde Besluit CIO-stelsel Rijksdienst 2025 in werking. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Van Marum (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Met de herziening wil het kabinet een grote stap zetten richting een effectiever, efficiënter en verantwoordelijker functionerende digitale overheid. Het nieuwe stelsel geeft invulling aan de behoefte om digitalisering steviger te verankeren in de aansturing van de Rijksoverheid.
Het CIO-stelsel vormt sinds jaren de ruggengraat van de rijksbrede samenwerking rond ict en informatievoorziening. Iedere departementale cio is verantwoordelijk voor het digitaliseringsbeleid binnen het eigen ministerie, terwijl het CIO-beraad (het belangrijkste overlegorgaan) onder leiding van de CIO Rijk de strategische knopen doorhakt op thema’s als cloudbeleid, interoperabiliteit en de inzet van generatieve ai. Door de nauwere coördinatie kan de overheid sneller reageren op maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, zo is het idee.
Specialistische functies
De herziening volgt op evaluaties in 2024 door de Auditdienst Rijk en het Adviescollege ICT-toetsing. Op basis daarvan worden nieuwe specialistische functies toegevoegd: chief privacy officer, chief data officer en chief technology officer. Deze rollen moeten de strategische deskundigheid op privacy, data en technologie structureel versterken. Ook wordt de cio van de Rijksdienst Caribisch Nederland formeel onderdeel van het stelsel.
Opvallend is de versterking van de positie van de CIO Rijk, die nu expliciete bevoegdheden krijgt om bindende kaders vast te stellen voor alle ministeries. Wanneer in het CIO-beraad geen consensus wordt bereikt, kan de CIO Rijk zelf een besluit nemen, wat de slagvaardigheid ten goede komt.
Een andere pijler is het verbeteren van de informatiehuishouding. Departementale cio’s krijgen de taak om interoperabiliteit te waarborgen en systemen beter te laten samenwerken. Daarnaast moeten zij werken aan duurzame, vindbare en betrouwbare informatieopslag.
Met het vernieuwde stelsel verwacht het kabinet dat de overheid innovatiever en efficiënter gaat opereren. De toevoeging van specialistische rollen en de versterkte centrale sturing moeten bijdragen aan meer digitale autonomie en een toekomstbestendige, wendbare overheid.

De Rijk CIO moet er serieus over nadenken om de problemen bij de Belastingdienst en UWV op te lossen door meer centralisatie van de programmatuur (denk aan een Rijks Computer Centrum) en misschien zelfs weer volop gaan inzetten op het mainframe om de problemen in ieder geval onder controle te krijgen. Stap niet in de valkuil van hippe praat zoals “A.I.” en “cloud” of “microservices” maar centraliseer de I.T. sterk. Front-end kan nog steeds web-based zijn maar de back-end moet echt gecentraliseerd worden.
Ik zie dat er teveel wildgroei is van programmatuur bij de Belastingdienst en in mindere mate bij het UWV. Bij de laatste is men steeds aan het investeren in nieuwe front-ends terwijl in het back-end (COBOL) vrijwel niet geïnvesteerd wordt. Bij de Belastingdienst zijn er honderden applicaties in gebruik, waarvan sommigen niet meer dan een Excel spreadsheet omvatten en andere complete systemen gebouwd in een obscure computertaal of DSL (domain specific language). De koppelingen tussen deze applicaties zijn ook nog eens vaak brak en fragiel. Dat geeft continu problemen en uitval. Ook hier moet er sterk gesaneerd worden en gecentraliseerd.