Het is, gek genoeg, het best voor CMG om de zaak te verliezen, vindt FNV’er Keimpe Schilstra. Als het bedrijf volledig in het ongelijk wordt gesteld blijven ontslagrondes mogelijk, maar niet via Bijlage B. Het zorgvuldig opgebouwde kwaliteitsimago blijft overeind en de branche blijft aantrekkelijk voor hoogopgeleide werknemers die niet als uitzendkracht wensen te werken.
CMG stelt haar zorgvuldig opgebouwde imago en haar bedrijfscultuur in de waagschaal voor een speciale ontslagprocedure. Het betreft Bijlage B van het Ontslagbesluit: Ontslagen in de uitzendsector. Een ongelukkige keuze, want geen enkele uitkomst in de rechtszaak hierover is in alle opzichten goed voor het bedrijf. Tevens staat het beroep op de Bijlage B op gespannen voet met de ‘corporate values’ van het moederbedrijf: "CMG has one overriding principle, it is to always behave fairly and honestly to everyone, which includes its staff, customers, suppliers, competitors, shareholders, and the world at large. In broad terms, fairness means treating others as we wish to be treated ourselves. It has been proved time and time again that good ethics are also good business."
Aan het fairly and honestly moeten we twijfelen. Heeft CMG de werknemers ooit verteld dat ze als uitzendkracht behandeld zouden worden (7:655 BW)? Zou CMG in al die jaren nooit eens een vertrekkende ‘uitzendkracht’ aan een concurrentiebeding hebben gehouden? Treating others as we wish to be treated ourselves is een leuke slogan, maar CMG Nederland houdt zich er niet aan. CMG behandelt medewerkers als uitzendkrachten maar wil zelf uitsluitend door het CWI in een ontslagzaak als uitzendbureau behandeld worden. Marketing-directeur De Muinck Keizer is namelijk maar deels tevreden met de rechterlijke uitspraak dat CMG "voldoet aan de definitie van de uitzendovereenkomst." "Met die vergelijking zijn we zeer ongelukkig" (beide Computable, 6 september). Kent hij de ‘corporate values’ eigenlijk wel?
Drie mogelijkheden
In de rechterlijke procedure zijn ruwweg drie uitkomsten mogelijk, geen van alle echt gunstig voor CMG. De eerste mogelijkheid is dat CMG gelijk krijgt. Moet het bedrijf daar blij mee zijn? Dat is nog maar de vraag. Het voordeel is dat CMG zelf ‘vertrekkers’ kan aanwijzen. Daar staat tegenover dat zowel werknemers als zakelijke relaties CMG wellicht als uitzendbureau gaan zien (conform CMG’s eigen ‘corporate values’). Het toekomstige ‘uitzendbureau CMG’ zal dan de toegevoegde waarde van de huidige bedrijfsidentiteit verliezen.
Het is ook mogelijk dat CMG deels in het gelijk wordt gesteld wordt. Werknemers op ‘vaste prijs’-opdrachten vallen bijvoorbeeld niet onder Bijlage B maar de gedetacheerden wel. Deze uitkomst is ongewenst. Het zal namelijk betekenen dat alle bedrijven die zich deels op Bijlage B beroepen via slepende juridische procedures zullen moeten aantonen dat dit beroep terecht is. Hierdoor worden deze bedrijven geconfronteerd met extra lasten terwijl ze toch al in slechte bedrijfseconomische omstandigheden verkeren.
Het is, gek genoeg, het best voor CMG om de zaak te verliezen. Als CMG volledig in het ongelijk wordt gesteld blijven ontslagrondes mogelijk, maar niet via Bijlage B. Het zorgvuldig opgebouwde kwaliteitsimago blijft overeind, de moedermaatschappij kan het negeren van de ‘corporate values’ door de vingers zien en de branche blijft aantrekkelijk voor hoogopgeleide werknemers die niet als uitzendkracht wensen te werken. Het zal niet eenvoudig zijn voor CMG om dit verlies te accepteren maar daar staat tegenover dat het bedrijf de 2,75 procent loonsverhoging – waar uitzendkrachten per 30 september recht op hebben – ook niet hoeft te betalen.
Keimpe Schilstra, adviseur Arbeidsvoorwaarden FNV Bondgenoten