Het aantrekken van buitenlandse IT’ers is te ingewikkeld en loopt over te veel schijven. Richt één balie in, stelt Karl van der Horst voor. Je kunt het ook overlaten aan specialisten die weten waar de hindernissen zitten.
Uit het artikel ‘Inhuurprocedure van buitenlandse IT’ers met vijf weken bekort’ (Computable, 26 mei) blijkt dat er sprake is van een voornemen om de vacaturemeldingsplicht voor buitenlandse IT-specialisten met vijf weken in te korten. Een mooi voornemen, maar wat betekent dat in de praktijk voor de branche?
Echter, niet de meldingsplicht vormt de bottleneck in het geheel. Die vijf weken zijn meegenomen, maar wat is daar de zin van als de gehele procedure gemiddeld drie tot zelfs acht maanden kan duren? Er zijn zelfs gevallen bekend die al langer dan een jaar lopen!
De snelste manier om een buitenlander naar Nederland te krijgen is het in gang zetten van een MVV-procedure (Machtiging Verkort Verblijf). De huidige procedure is echter een crime van de eerste orde, terwijl het bedrijfsleven gebaat is bij snelheid.
De eerste stap bestaat uit het indienen van een aanvraag bij de ambassade in het land waar de IT’er vandaan moet komen. Enkele problemen die zich kunnen voordoen: de beperkte bereikbaarheid in enkele landen; tegenwerking; moeizame bezoekmogelijkheden; tenslotte het tijdsverschil, waardoor communicatie zeer stroef verloopt (ook al hebben we e-mail).
Het belang van relaties
Vervolgens wordt de MVV-aanvraag naar Nederland gestuurd, alwaar de Vreemdelingenpolitie en de Arbeidsvoorziening ingeschakeld worden en de Immigratie- en Naturalisatiedienst een finale goedkeuring moet geven. Vaak wordt ook beweerd dat er iets verzonden is, terwijl de betreffende instanties zeggen dat er niets is aangekomen. Bovendien heeft iedereen het zeer druk, zodat er geen uitzondering op de behandelingssnelheid kan worden gemaakt, tenzij men door regelmatig contact een goede relatie weet op te bouwen met de instanties.
Na goedkeuring ontvangt de bewuste ambassade de mededeling dat de IT-specialist een speciale sticker in het paspoort kan krijgen. Daarmee mag de buitenlandse IT’er in Nederland verblijven om verder te gaan met het verwerven van een tewerkstellingsvergunning.
Een ander probleem in dit traject vormen de ambassades, zij moeten de professionals zien te bereiken. Wederom is men daarbij sterk afhankelijk van de wil óm die professional te bereiken. In sommige landen komt die boodschap niet (bewust en onbewust) door. Het heen en weer sturen van de post en de berichten kost weken. Het interne geneuzel in Nederland van het ene bureau naar het andere duurt zelfs maanden. Bij de diensten krijgt men te horen dat het minstens acht weken duurt en dat is nog exclusief de vacaturemeldingsplicht. Velen nemen dan niet eens meer de moeite om nog maar iets na te lezen.
Mijns inziens is een betere oplossing dat de werkgever zich met contract en verzoek bij een aparte balie kan melden, waar hij vervolgens periodiek poolshoogte kan nemen. Bij één balie is het vrij eenvoudig om de fraudegevoelige zaken bloot te leggen, omdat er genoeg controleerbare feitelijke omstandigheden zijn.
Een andere mogelijkheid is het hele traject in handen te geven van een controlerende organisatie die het tijdverlies kan beperken tot enkele weken of maanden: een organisatie die gespecialiseerd is in arbeidsrechtelijke en verbintenissenrechtelijke aangelegenheden.
Het gejuich over de vijf weken ‘winst’ is vergelijkbaar met een plantje dat weer eens een keer water krijgt. Ik ben benieuwd wanneer het weer droog staat. Laten we hopen dat minister Vermeend zijn plantjes goed gaat onderhouden, want ze hebben nu alweer water nodig.
Karl van der Horst
directeur
Source Automation