Rechter Thomas Penfield Jackson, die de eerste ronde in de antitrustzaak tegen Microsoft voorzat, staat in de belangstelling van het gerechtshof dat de zaak nu in behandeling heeft. Het hogere hof heeft bij de mondelinge verhoren eind deze maand tijd ingedeeld voor het evalueren van Jacksons behandeling van het proces én diens uitlatingen daarna.
Deze aandacht speelt Microsoft in de kaart. De aangeklaagde softwareleverancier heeft zijn juridische strategie tot voor kort met name gebaseerd op kritiek op Jackson. Die zou vooringenomen zijn tegen Microsoft en dat zou zijn oordeel hebben gekleurd.
De magistraat bepaalde in juni vorig jaar dat het bedrijf misbruik heeft gemaakt van zijn monopoliepositie en opgebroken dient te worden in twee delen. Na dit oordeel was de eerste ronde van de antitrustzaak beslecht. Sindsdien heeft Jackson zich in het openbaar negatief uitgelaten over de houding van Microsoft.
De softwareproducent greep dit aan als bewijs van Jacksons vooroordelen jegens de aangeklaagde onderneming. Toch heeft het bedrijf geen verzoek ingediend om Jackson officieel aan de kaak te stellen. Het Amerikaanse ministerie van Justitie, wiens eisen door Jackson zijn gehonoreerd, heeft dit vanzelfsprekend ook niet gedaan.
Juristen en analisten zien in de ongebruikelijke aandacht van het hof voor hoger beroep dan ook een teken dat de kritiek op Jackson enig gehoor heeft gevonden. Ironisch genoeg maakte het hof deze ongebruikelijke beslissing bekend, een week nadat Microsoft zijn verdedigingsstrategie had gewijzigd van het bekritiseren van Jackson naar het aanvallen van de door hem bevonden feiten. Daarop heeft de rechter immers zijn oordeel gebaseerd.
Precedent
Nu valt het bedrijf deels terug op die eerdere strategie. In deze week ingediende documenten verwijst Microsoft naar een precedent voor het verwijderen van rechters van een rechtszaak. Het betreft districtsrechter Nancy Gertner die door een hoger hof is ontheven omdat zij tegenover de pers uitlatingen deed over een nog lopende zaak. In het geval van Jackson betreft het echter commentaar ná het afsluiten van het proces.
Een niet aangehaald precedent betreft rechter Stanley Sporkin die in 1995 de toenmalige antitrustzaak tegen Microsoft voorzat. De rechter weigerde zijn fiat te geven aan de door Justitie en Microsoft opgestelde verklaring van goed gedrag waarmee ze de zaak wilden schikken. Sporkin meende dat die verklaring Microsoft teveel speling gaf. Daarop hebben Microsoft én Justitie hem laten ontheffen.